BEDRIJFSWAGEN - 30.04.2018

‘Cash for car’ ook voordelig voor de werknemers?

Het systeem van de mobiliteitsvergoeding (cash for car) zit eraan te komen en zo’n vergoeding zal voor de werkgever meestal goedkoper uitvallen dan een auto. Zal dit systeem echter ook interessant (genoeg) zijn voor uw werknemers?

De mob-vergoeding in twee woorden

In het systeem van de mobiliteitsvergoeding dat weldra wet zal worden, ruilt de werknemer zijn firmawagen in voor cash. Cruciaal is enerzijds dat hij daarna over geen firmawagen meer mag beschikken (ook geen kleinere bv.) en anderzijds dat de cash die hij in de plaats krijgt, vrij aangewend kan worden én hetzelfde fiscaal en RSZ-regime ondergaat als de ingeleverde firmawagen.

Interessant voor de werkgever...

Vaste formule voor brutobedrag. De bruto-cash die in de plaats van de auto kan komen, wordt als volgt bepaald: cataloguswaarde x 6/7 : 5. Had de werknemer ook een tankkaart, dan wordt het aldus bekomen bedrag met 20% verhoogd.

Zelfde regime als firmawagen. Op de brutomob-vergoeding wordt hetzelfde fiscaal en RSZ-regime toegepast als op de firmawagen. Dat betekent o.a. dat u er een CO2 -bijdrage op moet betalen en een verworpen uitgave op moet berekenen.

Meestal goedkoper. Als u de finale kostprijs van de mob-vergoeding vergelijkt met die van de auto, komt u in de regel goedkoper uit. Dat komt omdat de mob-vergoeding alleen met de catalogusprijs rekening houdt, terwijl de auto nog andere kosten meebrengt, zoals taksen, verzekering, enz.

... maar ook voor de werknemers?

Van bruto naar netto interessant... In de media heeft u zeker al gelezen dat er bij de werknemers maar weinig interesse zou zijn voor het ‘cash for car’-systeem. Nochtans geldt hetzelfde fiscaal regime als bij de firmawagen. Wat de werknemer betreft, betekent dit dat hij alleen een forfaitair voordeel alle aard (VAA) verschuldigd is.

Voorbeeld. Stel, een diesel van minder dan 1 jaar oud met een catalogusprijs van € 45.000 en CO2 -uitstoot van 142. Die resulteert (incl. tankkaart) in een brutomob-vergoeding van € 771 per maand, waarvan men liefst € 723,81 netto overhoudt. Een pak meer dus dan van een ‘gewone’ (bruto)premie!

Download een tool die de bruto- en nettomobiliteitsvergoeding berekent van http://tipsenadvies-personeel.be/download  – code PS 24.18.07.

... maar niet genoeg voor een eigen auto. Als de werknemer redeneert dat hij van de mob-vergoeding zelf een auto, incl. taks, verzekering, enz. moet kunnen kopen, gaat hij er in principe niet komen. De facto zal men dus pas in inruilen geïnteresseerd zijn als dat niet het geval is, bv. omdat de partner al een firmawagen heeft.

Let op! Wilt u werknemers stimuleren om toch in te ruilen (omdat het voor u voordelig is), houd er dan rekening mee dat het systeem niet toelaat om óók nog een woon-werkvergoeding te betalen aan de werknemer die zijn firmawagen inruilt.

Bij een ‘baanjob’ is het omgekeerd

‘Cash for car’ kan interessant zijn voor de werknemer als hij weinig of geen woon-werkverplaatsingen, maar veel beroepsverplaatsingen heeft. Met het netto dat hij krijgt in ruil voor de firmawagen kan hij zich zelf een ‘kleinere’ wagen aanschaffen en voor elke professionele verplaatsing € 0,3460 per km aanrekenen. Het punt is wel dat u dan twee ‘vergoedingen’ moet betalen, zodat het voor u wellicht duurder uitvalt dan de firmawagen.

Het al dan niet interessant zijn voor uw werknemer zal in principe afhangen van de vraag of hij met de ‘cash’ die in de plaats komt van de ‘car’ zelf een auto moet kopen. Is het antwoord op die vraag ja, dan wordt het moeilijk; is het antwoord neen, dan biedt het systeem wél perspectieven.


Uw volgende stap


Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878