SCHENKING - 18.12.2019

Schenking roerende goederen: aanwas, terugval of wettelijk opvolgend vruchtgebruik?

Als u een goed schenkt met voorbehoud van vruchtgebruik, dan dooft dat vruchtgebruik uit bij uw overlijden en wordt de begiftigde volle eigenaar. Hoe kunt u het vruchtgebruik dan toch doen toekomen aan uw partner, als u (samen) de blote eigendom van het goed geschonken heeft aan uw kinderen? Opteert u dan het best voor het wettelijk opvolgend vruchtgebruik, de conventionele terugval of de conventionele aanwas?

Vruchtgebruik

Tijdelijk recht

Het vruchtgebruik is een tijdelijk en zakelijk recht om het genot en het gebruik te hebben van een goed, waarvan een ander de blote eigendom heeft, onder verplichting om het goed in stand te houden (art. 578 BW) . De schenker kan zich het vruchtgebruik van de geschonken goederen voorbehouden of daarover ten voordele van een derde beschikken (art. 949 BW) . Praktisch gezien houdt dit in dat u de inkomsten van de geschonken beleggingen zelf blijft innen of dat u de geschonken schilderijen nog in uw huis kunt bewonderen. Het vruchtgebruik wordt in de regel gekoppeld aan het leven van de vruchtgebruiker. Bij het overlijden van de vruchtgebruiker neemt het vruchtgebruik een einde. Hierop zijn geen successie- of registratierechten verschuldigd.

Toch moet een en ander genuanceerd worden. Het vruchtgebruik, gevestigd op het hoofd van beide partners, kan bij het overlijden van een van hen aanwassen (aangroeien) bij de overlevende. U kunt ook bedingen dat het vruchtgebruik bij uw overlijden zal terugvallen op het hoofd van een derde.

Opvolgend vruchtgebruik

De Erfwet 2017 voerde een wettelijk ‘opvolgend vruchtgebruik’ in voor de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende partner (art. 858bis, §3 en §4 BW) . Als u tijdens uw leven schenkt en het vruchtgebruik voorbehoudt op het geschonken goed, dooft dat vruchtgebruik normaal gezien uit bij uw overlijden, waardoor de begiftigde volle eigenaar wordt. Sinds 1 september 2018 ontvangt de langstlevende echtgenoot echter automatisch het vruchtgebruik van al de goederen die de partner geschonken heeft met voorbehoud van vruchtgebruik.

Het toepassingsgebied is beperkter voor de langstlevende wettelijk samenwonende partner. Deze verkrijgt het voortgezet vruchtgebruik enkel als de schenking betrekking heeft op de gezinswoning en dus niet als ze betrekking heeft op roerende goederen. Feitelijk samenwonenden hebben geen erfrecht en dus ook geen voortgezet vruchtgebruik.

Voorwaarden

De voorwaarden om dit voortgezet vruchtgebruik voor roerende goederen te verkrijgen, zijn dat (1) de langstlevende effectief tot de nalatenschap komt (en ze dus niet verwerpt of onwaardig is), (2) de erflater-schenker op het moment van de schenking al gehuwd was met die partner en (3) de erflater-schenker de titularis van het vruchtgebruik gebleven is tot zijn sterfdag (art. 858bis, §3 en §4 BW) .

Welke goederen?

Het wettelijk toegekend opvolgend vruchtgebruik geldt voor roerende goederen zowel wanneer een echtgenoot alleen een schenking doet van een eigen goed met voorbehoud van vruchtgebruik voor zichzelf (een ‘wettelijke terugval’), als wanneer de echtgenoten samen een schenking doen van een gemeenschappelijk of onverdeeld goed met voorbehoud van een gezamenlijk vruchtgebruik (een ‘wettelijke aanwas’). Het artikel 858bis, §3 en §4 BW maakt immers geen onderscheid tussen een schenking van eigen goederen of van gemeenschappelijke/onverdeelde goederen.

Hoe kiezen?

Opvolgend vruchtgebruik: erfbelasting?

Het opvolgend vruchtgebruik wordt voor alle overlijdens sinds 1 september 2018 in het Vlaams gewest in principe belast in de erfbelasting (art. 2.7.1.0.2., lid 2 VCF) . De tarieven bedragen 3%, 9% en 27%. In de aangifte van nalatenschap moet melding gemaakt worden van dit voortgezet vruchtgebruik. Als de partner van de schenker verzaakt aan het wettelijk opvolgend vruchtgebruik (wat mogelijk is op grond van artikel 858bis, §5 BW), is er uiteraard geen belastbaarheid. In het Brussels Hoofdstedelijk en het Waals gewest is het wettelijk opvolgend vruchtgebruik daarentegen niet belastbaar!

Eigen goed: beding van terugval

Wanneer u een eigen roerend goed schenkt met voorbehoud van vruchtgebruik, kunt u een beding van terugval van het vruchtgebruik opnemen in de schenkingsakte. Als schenker behoudt u zich dan het vruchtgebruik voor en u bedingt dat dit vruchtgebruik bij uw overlijden zal terugvallen ten voordele van een derde, meestal uw langstlevende partner. Ontbreekt zo’n beding, dan wast het vruchtgebruik, behoudens in het geval van het wettelijk toegekend opvolgend vruchtgebruik, bij het overlijden van de schenker aan bij de blote eigendom. De blote eigenaars worden dan volle eigenaars.

Zekerheid

Het conventionele beding van terugval van het vruchtgebruik primeert op het wettelijk opvolgend vruchtgebruik. Door een conventionele terugval van het vruchtgebruik heeft de langstlevende ook burgerrechtelijke zekerheid. Het wettelijk voortgezet vruchtgebruik zal de langstlevende immers enkel verkrijgen als de partners nog altijd gehuwd zijn, als het vruchtgebruik niet ontnomen werd bij testament en als de schenker niet verzaakt heeft aan het vruchtgebruik. Als een conventioneel beding van terugval in de schenkingsakte opgenomen is, dan heeft de langstlevende de zekerheid dat het vruchtgebruik hem/haar zonder bijkomende voorwaarden zal toekomen. Aangezien wettelijk samenlevenden voor roerende goederen geen wettelijk opvolgend vruchtgebruik hebben, is een conventioneel beding van terugkeer in die situatie noodzakelijk om het vruchtgebruik te laten toekomen aan uw partner.

Schenkbelasting

Het beding van terugval van vruchtgebruik wordt traditioneel ontleed als een schenking van het vruchtgebruik onder de opschortende voorwaarde van het vooroverlijden van de schenker. Toch wordt het beding van terugval van vruchtgebruik bij schenking van een roerend goed niet langer als fictief legaat belast in de erfbelasting. Sinds 1 september 2018 ondergaat de terugval van vruchtgebruik voor roerende goederen in het Vlaams gewest de schenkbelasting (art. 2.8.4.1.1., §1 VCF) . De belasting wordt berekend op de waarde van het vruchtgebruik in hoofde van de derde persoon en volgens de tarieven op het ogenblik van de schenkingsakte. Het tarief van de schenkbelasting bedraagt in het Vlaams gewest 3% of 7% en zal in het Vlaams gewest dus fiscaal voordeliger zijn dan het wettelijk opvolgend vruchtgebruik.

Daarentegen wordt de terugval van vruchtgebruik voor roerende goederen in het Brussels Hoofdstedelijk en in het Waals gewest nog steeds onderworpen aan successierechten (art. 4, 3° Br. en W. W.Succ.) .

Gemeenschappelijk goed: aanwas

Als een echtpaar een gemeenschappelijk of onverdeeld roerend goed schenkt aan hun kinderen, met voorbehoud van vruchtgebruik op hun beider hoofd, dan kunnen ze in de schenkingsakte ook bepalen dat het deel van de eerststervende in het vruchtgebruik zal aangroeien bij de langstlevende. Als er in de schenkingsakte geen beding van aanwas opgenomen is, speelt ook hier de wettelijke toekenning van het opvolgend vruchtgebruik. Ook hier zal de conventionele aanwas meer burgerrechtelijke zekerheid geven aan de langstlevende.

Als u het vruchtgebruik wilt laten toekomen aan uw wettelijke samenwonende partner, is eveneens een beding van aanwas nodig, aangezien deze geen wettelijk opvolgend vruchtgebruik heeft voor roerende goederen.

De conventionele aanwas van het vruchtgebruik van de eerststervende bij het deel van de langstlevende is in de drie gewesten niet belastbaar indien deze als een last van de schenking opgenomen is. Omdat het wettelijk opvolgend vruchtgebruik in Vlaanderen belastbaar is in de erfbelasting, zal een conventionele aanwas dus fiscaal voordeliger zijn.

Adviezen

  • Als u een gemeenschappelijk of onverdeeld goed schenkt en u wenst dat uw partner na uw overlijden het vruchtgebruik kan verderzetten, dan voorziet u het best altijd een beding van aanwas als last van de schenking. De aanwas van vruchtgebruik wordt niet belast.
  • Betreft de schenking een eigen roerend goed, dan kunt u een terugval van vruchtgebruik in de schenkingsakte opnemen. Deze terugval wordt in Vlaanderen belast met de lagere schenkbelasting. In het Brussels Hoofdstedelijk en Waals gewest zijn successierechten verschuldigd.
  • Voorzag u noch een aanwas, noch een terugval van vruchtgebruik in de schenkingsakte, dan heeft de langstlevende echtgenoot – onder voorwaarden – recht op het wettelijk voortgezet vruchtgebruik. Op dit vruchtgebruik is in het Vlaams gewest erfbelasting verschuldigd. In de andere gewesten wordt het voortgezet vruchtgebruik niet belast, waardoor het daar dan wel voordeliger is dan een conventionele terugval.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878