Uw jobstudent werkt meer dan 475 uur
475 uur. Zoals u weet, heeft een student een ‘potje’ van 475 voordelige uren per jaar bij een of meerdere werkgevers. Nu het einde van het jaar in zicht is, bestaat de kans dat deze uren stilaan opgebruikt zijn. In de drukke eindejaarsperiode kunt u zo’n goed ingewerkte student nochtans wel goed gebruiken. U overweegt om de student toch meer uren voor u te laten werken.
Hoe weet u of u boven 475 uur gaat? Wanneer u een Dimona-aangifte doet voor een student, moet u meteen meegeven hoeveel uren u wenst te reserveren. Wanneer het contingent van 475 uur overschreden wordt, zal u hiervan meteen een melding krijgen.
Extra uren zijn op zich mogelijk... Ook wanneer het ’potje’ van 475 goedkope uren opgebruikt is, mag de student nog voor u werken. Dat is alvast het goede nieuws. De extra uren zijn dan echter wel minder goedkoop.
Tip. Laat u de jobstudent meer presteren, dan blijven de eerste 475 uren wél onderworpen aan de goedkopere bijdragen. Men gaat m.a.w. niet − zoals vroeger wél gebeurde − ook voor de eerste 475 uren dan het duurdere RSZ-tarief aanrekenen.
... maar het kost u wel extra! Voor de eerste 475 uren per jaar, betaalt u als werkgever een bijdrage van 5,42%; de student zelf betaalt 2,71% sociale bijdragen. Vanaf het 476ste uur gaat het echter om een gewone tewerkstelling en betaalt u (bediende in het PC 201) iets meer dan 25% patronale lasten.
Cijfervoorbeeld. U betaalt aan een jobstudent het minimumloon (€ 1.684,29 bruto voor een voltijdse tewerkstelling). Dat kost u voor één maand voltijds € 1.775,58. Diezelfde student, waarvan de 475 uren opgebruikt zijn en waarvoor u dus de normale patronale lasten moet betalen, kost u € 2.229,31 (€ 1.684,29 bruto + 25,34% patronale lasten - € 126,87 structurele RSZ-vermindering en € 245,09 aan vakantiegeld). Studenten die hun 475 uur opgebruikt hebben, mogen dus nog wel voor u werken, maar er hangt wel een prijskaartje aan vast.