AANGIFTE - BTW - 20.01.2020

Werken aan roerende goederen: plaats afnemer van de diensten in b2b-context

Via een circulaire van 27.09.2019, nr. 2019/C/97 heeft de Btw-Administratie de toepasselijke regels verduidelijkt omtrent diensten aan roerende goederen, zoals materiële werken, maakloonwerk en expertises m.b.t. lichamelijke roerende goederen in een intracommunautaire context. Hoe zit dat?

Wat is een materieel werk?

Onder ‘materieel werk’ worden alle mechanische en menselijke werkzaamheden bedoeld die aan een lichamelijk roerend goed verricht worden. Het betreft elke bewerking of verwerking van goederen, alsook alle reinigings-, onderhouds-, herstellings-, omvormings- en aanpassingswerken. Wanneer een dienstprestatie betrekking heeft op het onderzoek, de definitie of de bepaling van de kenmerken of van de staat van een welbepaald lichamelijk roerend goed (bv. de schatting van schade aan een goed), dan wordt die dienstprestatie als een expertise m.b.t. een lichamelijk roerend goed aangemerkt.

Plaats dienst – wie voldoet de btw?

Deze diensten worden geacht plaats te vinden op de plaats waar de afnemer gevestigd is indien de dienstverrichting gebeurt voor rekening van een belastingplichtige (b2b). Het is dan ook deze afnemer van de dienst die gehouden is om de btw van zijn lidstaat te voldoen, wanneer de dienstverrichter er niet gevestigd is. Bij dergelijke diensten voor niet-belastingplichtigen (b2c) worden deze geacht plaats te vinden alwaar de diensten materieel gezien plaatsvinden.

Voorbeeld. Stel, een in België gevestigde belastingplichtige A belast een in Canada gevestigde belastingplichtige B met de uitvoering van een maakloonwerk aan goederen die hem toegezonden worden. Het maakloonwerk wordt materieel verricht in de lokalen van B. Na het maakloonwerk blijft het afgewerkt product in Canada, aangezien A het er doorverkocht heeft aan een klant C. De Canadese dienstverrichter B heeft geen vaste inrichting in België.

Plaats van de dienst verricht door onderneming B = de plaats waar de ontvanger van de dienst (A) gevestigd is, dus België.

Schuldenaar van de Belgische btw = de ontvanger van de dienst A aangezien de dienstverrichter niet in België gevestigd is.

Verplichtingen: Indien A gehouden is tot het indienen van btw-periodieke aangiften , neemt hij deze dienstverrichting op in rooster 82, alsook in rooster 87 van zijn periodieke btw-aangifte. De verschuldigde btw wordt opgenomen in rooster 56 van dezelfde periodieke btw-aangifte en kan in aftrek gebracht worden in rooster 59 overeenkomstig de gewone regeling. Indien A gehouden is tot het indienen van bijzondere btw-aangiften , neemt A de dienstverrichting op in rooster 76 van zijn bijzondere btw-aangifte. De verschuldigde btw wordt opgenomen in rooster 80 van diezelfde bijzondere btw-aangifte.

Er is dus ook verlegging bij het ontvangen van een factuur van een leverancier van buiten de EU. Vergeet deze verlegging niet, zodat dit geen aanleiding kan geven tot boetes!

Regels ‘use and enjoyment’ niet toepasselijk!

De regels inzake het gebruik en genot werden in België enkel weerhouden voor bepaalde goederenvervoerdiensten en de daarmee samenhangende diensten. Zij zijn niet toepasselijk voor de diensten aan roerende goederen.

Wie roerende goederen van de klant bewerkt of verwerkt, verricht geen levering maar een dienst. In intracommunautaire context zijn dan de b2b- of b2c-regels van toepassing en niet deze inzake de intracommunautaire levering.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878