Uw afschrijvingen nu bijsturen?
Meer afschrijven
Bijkomende afschrijvingen
Als de boekwaarde van een vast actief hoger is dan de gebruikswaarde ervan, dan moet u aanvullende of uitzonderlijke afschrijvingen boeken (als uitzonderlijke kost). Buiten gebruik gestelde activa of activa die niet meer duurzaam bijdragen tot de activiteit van het bedrijf, schrijft u af tot hun waarschijnlijke realisatiewaarde. Als aanvullende of uitzonderlijke afschrijvingen later niet langer verantwoord blijken, moeten ze teruggenomen worden via de uitzonderlijke opbrengsten.
Zowel de afschrijving naar de waarschijnlijke realisatiewaarde van buiten gebruik gestelde activa of van activa die niet meer duurzaam bijdragen tot de activiteit van de onderneming als uitzonderlijke afschrijvingen, wanneer de boekhoudkundige waarde van materiële vaste activa door een wijziging van economische of technologische omstandigheden boven hun gebruikswaarde voor de onderneming ligt, worden door de fiscus in principe aanvaard voor materiële vaste activa (Ci.RH 421/290.379 en Comm. IB nr. 61/209) , mits u ze verantwoordt.
Ander afschrijvingspercentage
In principe moet u het afschrijvingspercentage definitief vastleggen in het jaar van investering. Als u echter kunt verantwoorden dat een investering veel sneller of veel trager veroudert dan u eerst had ingeschat, dan mag u het afschrijvingspercentage voor bestaande investeringen aanpassen. Voor nieuwe investeringen heeft u iets meer speelruimte omdat u de afschrijvingsregels per individuele investering moet vaststellen. U moet wel kunnen verantwoorden waarom u soortgelijke investeringen nu anders afschrijft, bv. omdat de kwaliteit of het gebruik verschillen.
Minder afschrijven
Te veel afgeschreven?
Als blijkt dat het toegepaste afschrijvingsplan wegens gewijzigde economische of technologische omstandigheden tot een te snelle afschrijving geleid heeft, dan mag u de gewone afschrijvingen deels terugnemen.
U moet die terugname in resultaat nemen via de uitzonderlijke opbrengsten. Ze maakt dus deel uit van de belastbare winst. Daarenboven moet volgens de Administratie (Comm. IB nr. 61/99) de later toegepaste afschrijving ten belope van die terugname geweigerd worden, omdat het totaal van de afschrijvingen niet hoger mag liggen dan de aanschaffingswaarde van het betrokken actief. Dit standpunt houdt echter geen steek. Als u een afschrijving terugneemt en deze daarna weer boekt, heeft u immers nog steeds niet meer afgeschreven dan de totale aanschaffingswaarde van het actief.
Heeft een materieel vast actief een vaststaande en duurzame meerwaarde, dan mag u ook een herwaarderingsmeerwaarde boeken in plaats van een terugname van afschrijvingen (CBN-advies 2011/14) . Herwaarderingsmeerwaarden zijn fiscaal vrijgesteld als u aan de onaantastbaarheidsvoorwaarde voldoet. Boekhoudkundig wordt een herwaarderingsmeerwaarde afgeschreven, fiscaal gezien zijn die afschrijvingen niet aftrekbaar (Comm. IB nr. 185/13) .
Een jaar niet afschrijven?
U kunt ook beslissen om gedurende één jaar een of meerdere activa niet af te schrijven. U kunt die afschrijvingen dan gewoon later opnemen. De extra afschrijvingen moeten echter wel lineair zijn, niet degressief. De afschrijvingstermijn wordt dan met één jaar verlengd.
- Als u dat kunt verantwoorden, dan mag u nieuwe investeringen tegen een ander afschrijvingspercentage afschrijven dan het percentage dat u voor gelijkaardige bestaande activa nu al hanteert.
- Als u door gewijzigde economische of technologische omstandigheden eigenlijk te veel heeft afgeschreven, dan kunt u afschrijvingen terugnemen. Die uitzonderlijke opbrengst is belastbaar.
- Gedurende een of meerdere jaren niet afschrijven, bv. omdat de marktwaarde boven de boekwaarde ligt, kan strikt boekhoudkundig genomen niet. De fiscus aanvaardt dit echter wel. De overgeslagen afschrijving kunt u wel pas inhalen na afloop van de normale afschrijvingsperiode.
Bepaal uw profiel om dit en vele andere adviezen te ontgrendelen.