BUITENLAND - 02.04.2020

Buitenlands dividend: belastingkrediet?

Het hof van beroep te Antwerpen (Antwerpen, 17.12.2019) bevestigde recent nog een keer dat beleggers in bepaalde omstandigheden recht kunnen hebben op een verrekening van buitenlandse bronheffing. Voorlopig wijzigt er in de praktijk weinig omdat de fiscale Administratie (opnieuw) wacht op het Hof van Cassatie. Wat onderneemt u intussen het best om uw rechten veilig te stellen?

Dubbele bronheffing? Voor dividenden van buitenlandse oorsprong wordt naast de Belgische rv van 30% meestal ook nog buitenlandse bronheffing ingehouden. Die kan oplopen tot 30% in Frankrijk en de USA en 35% in Zwitserland. In de meeste door België ondertekende dubbelbelastingverdragen (DBV) is 15% echter de maximale bronheffing op dividenden. Indien de ingehouden bronheffing meer bedraagt dan het tarief zoals bepaald in het DBV, kunt u vragen om de vermindering van bronheffing toe te passen. Bij veel banken is dit mogelijk voor dividenden van bv. Frankrijk, Australië, Canada, Finland, Noorwegen, Zweden, Italië en de USA, maar die service is niet altijd gratis. Een bronheffing van 15% in het buitenland leidt echter nog steeds tot een totale fiscale kost van 40,5%.

Recupereren? Voor een aantal landen zoals Duitsland, Luxemburg, Oostenrijk, Zwitserland, Denemarken en Ierland is het mogelijk om achteraf een deel van de ingehouden bronheffing te recupereren. De procedure is echter omslachtig en uw bank zal altijd kosten aanrekenen. Een teruggave van buitenlandse bronheffing is ook mogelijk wanneer er discriminatie is tussen een aandeelhouder-inwoner en een aandeelhouder-niet-inwoner. Zo werd geoordeeld dat Franse resp. Nederlandse bronheffing terugbetaald moest worden aan een Belgische belegger, omdat die gediscrimineerd werd t.o.v. een Franse resp. Nederlandse belegger (Conseil d’État, 07.05.2014, nr. 356760; Hoge Raad, 04.03.2016) . Om zo de teruggave van de buitenlandse bronheffing te bekomen, moet u dan zelf ter plaatse een gerechtelijke procedure instellen.

Belastingkrediet. Wereldwijd bieden heel wat landen ook een mildering aan ten aanzien van dergelijke dubbele heffing, door een ‘credit’ te voorzien voor de buitenlandse belasting. Dit komt er de facto op neer dat enkel de hoogste heffing van de twee landen betaald wordt (bv. 30% voor een Frans dividend, wat nog altijd minder is dan de 40,5% die u momenteel betaalt als de vermindering van bronheffing toegepast wordt), maar het heeft alleszins tot gevolg dat er geen dubbele belasting ontstaat. België past dit systeem internrechtelijk evenwel al enige tijd niet meer toe voor niet-beroepsmatig verkregen roerende inkomsten.

Dubbelbelastingverdrag? In sommige belastingverdragen vindt u echter wel een grondslag om België te verplichten om buitenlandse bronheffing te verrekenen. Dit is bijvoorbeeld het geval met Frankrijk. Het (huidige) Belgisch-Franse verdrag schrijft voor dat de Belgische belasting verminderd moet worden met het zogenaamde FBB (forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting), weliswaar onder “de door de Belgische wetgeving vastgestelde voorwaarden”. Gezien de verwijzing in het verdrag naar de interne Belgische wetgeving en de afschaffing van het interne FBB voor particuliere beleggingen, oordeelt de fiscus traditioneel dat geen FBB verleend moet worden. Die lezing lijkt echter te kort door de bocht. Het verdrag met Frankrijk stelt immers ook dat het FBB niet minder mag bedragen dan 15% van het nettodividend. De fiscus is er altijd van uitgegaan dat die regel zonder voorwerp geworden is door de afschaffing van het FBB in België. De rechtsleer pleit daarentegen in het voordeel van de belastingplichtige voor verrekening. Daarbij wordt niet alleen verwezen naar het verdrag met Frankrijk, maar onder meer ook naar dat met Italië, Australië, ...

Rechtspraak. Het Hof van Cassatie oordeelde in een belangrijk arrest van 16 juni 2017 reeds in het voordeel van de belastingplichtigen. Het stelde dat België in elk geval een FBB van 15% moet verrekenen, ook al bestaat het FBB niet meer in de interne wetgeving. Op die manier wordt de Belgische roerende voorheffing eigenlijk beperkt tot een bijkomende 15% i.p.v. 30%. Met dit arrest had het Hof van Cassatie een arrest verbroken van het hof van beroep te Gent, dat initieel geweigerd had de verrekening van het FBB toe te staan. In zijn verbrekingsarrest besloot het Hof van Cassatie de zaak voor verder gevolg te verwijzen naar het hof van beroep te Antwerpen. In navolging van dit arrest vorderden heel wat belastingplichtigen onterecht betaalde belasting terug, maar de fiscus liet weten te wachten op de tussenkomst van de hoven van beroep. Met het arrest van het hof van beroep te Antwerpen van eind 2019 is die tussenkomst nu een feit.

Minister van Financiën. In principe kan de fiscus nu dus niet anders dan toegeven. Kort vóór de tussenkomst van het hof van beroep te Antwerpen had de minister van Financiën echter al laten weten dat de fiscus voorlopig zijn standpunt sowieso handhaaft. Er is namelijk nog een tweede zaak hangende voor het Hof van Cassatie, na een arrest van het hof van beroep te Brussel. De fiscus wil eerst wachten op die tweede uitspraak van Cassatie alvorens eventueel het standpunt bij te stellen (vr. en antw. Kamer 2019, nr. 55-002, 22) . Naar verluidt zou er ten vroegste in 2021 ook een nieuw dubbelbelastingverdrag in werking treden, waarin voorzien wordt dat de Belgische beleggers in België 30% rv moeten betalen, ook als ze in Frankrijk al roerende voorheffing betaald hebben. In afwachting daarvan stellen de belastingplichtigen niettemin het best hun rechten veilig door bezwaar in te dienen en te veel geheven belasting voor het verleden terug te vorderen.

Op buitenlandse dividenden betaalt u vaak een buitenlandse bronheffing (tot 35%), boven op de Belgische roerende voorheffing van 30%. Die bronheffing kan verminderd worden, meestal tot 15%, op grond van het dubbelbelastingverdrag. Vraag na of uw bank die mogelijkheid aanbiedt. Daarnaast is er in sommige verdragen, zoals dat met Frankrijk, ook een grondslag om België te verplichten om de (resterende) buitenlandse bronheffing (gedeeltelijk) te verrekenen met de rv. Die visie vindt steun in de rechtspraak. Aangezien de fiscus die verrekening voorlopig blijft weigeren, stelt u in een dergelijk geval het best uw rechten veilig door bezwaar in te dienen.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878