Uw IPT vóór uw 65ste opnemen?

Wettelijk pensioen. Sinds 2019 kunt u nog met vervroegd pensioen vanaf 63 jaar, zodra u ook een loopbaan van 42 jaar opgebouwd heeft. Wie een extra lange loopbaan heeft, kan mogelijk toch vroeger uitstappen. Met pensioen gaan vanaf 60 of 61 jaar is enkel mogelijk voor wie respectievelijk 44 en 43 jaar gewerkt heeft. Op die regel geldt er wel een uitzondering. In 2016 kon u met vervroegd pensioen op 62 jaar, als u een loopbaan van 37 jaar opgebouwd had. Wie geboren is in 1956 of 1957, kan nog altijd met pensioen volgens de regels die van toepassing waren op 31 december 2016, met een verhoging met één jaar. Wie geboren is vóór 1956 en een loopbaan van minstens 37 jaar heeft, kan met pensioen op 62, 63 of 64 jaar.

Bedrijfspensioenverzekering. Uw groepsverzekering of IPT of VAPZ opvragen is sinds 1 januari 2016 (wet van 18.12.2015, BS 24.12.2015) enkel mogelijk vanaf het moment waarop u effectief met pensioen gaat. Een opname vóór uw 65ste is dus in principe enkel nog mogelijk als u ook effectief vervroegd met pensioen kunt gaan. U mag de opname ook enkel uitstellen als u blijft werken na de wettelijke pensioenleeftijd zonder opname van uw wettelijk pensioen, of als u aan de voorwaarden voor vervroegd pensioen voldoet, maar toch verder blijft werken.

Vervroegde opname. Als u in 2016 minstens 55 jaar werd, dan kunt u wel een overgangsmaatregel genieten. U kunt dan de uitkering ook vragen vooraleer u daadwerkelijk met pensioen gaat. U hoeft daarvoor niet te stoppen met werken. Dat is wel enkel mogelijk als uw pensioenverzekering in een uitkering op 60 jaar voorziet, of in ieder geval in een uitkering vóór uw pensioendatum. Nu de uitkeringsdatum nog vervroegen is niet meer mogelijk. Als u geboren bent vóór 1959, dan kunt u uw kapitaal opvragen op uw 60ste. Die leeftijd stijgt naar 61 voor wie geboren is in 1959 en naar 62 en 63 voor wie respectievelijk geboren is in 1960 en 1961.

Fiscaal. Uw pensioenkapitaal vervroegd opvragen, wordt echter fiscaal afgestraft. Wie tot 65 jaar beroepsmatig actief blijft, betaalt immers slechts een belasting van 10% (plus gemeentebelasting) naast een RIZIV-bijdrage van 3,55% en in de meeste gevallen ook nog een solidariteitsbijdrage van 2%. Op de winstdeelname betaalt u geen belasting. Als u uw kapitaal op uw 60ste opvraagt, dan betaalt u 20% belastingen. Dat tarief daalt naar 18% zodra u 61 bent en naar 16,5% zodra u 62 bent. Neemt u uw kapitaal pas op uw 65ste op, terwijl u toch vroeger stopt met werken, dan betaalt u eveneens 16,5%.

Rendabel? Als u geboren bent in 1959, dan kunt u dus in principe uw pensioenkapitaal nu in 2020 opnemen, als uw contract tenminste in een uitkering op 60 jaar voorziet. U betaalt dan 20% belastingen. Uw wettelijk pensioen kunt u pas in 2024 opnemen. Als u wacht tot 2024 en tot dan blijft werken, betaalt u slechts 10%. Tenzij u het geld om een of andere reden vandaag nodig heeft, doet u aan een vervroegde opname dus meestal geen goede zaak. Wegens de hogere belasting alleen al verliest u zo’n 2% per jaar. Omdat veel oudere contracten daarnaast gemakkelijk een gemiddeld gegarandeerd rendement van 3% opleveren, moet u uw kapitaal dus al tegen meer dan 5% kunnen beleggen. Als u de uitkering verdaagt, verliest u wel het gegarandeerd rendement uit het verleden, maar enkel voor toekomstige stortingen. Als u dan ook nog rekening houdt met het feit dat uw IPT een uiterst veilige belegging is, zien we weinig financiële redenen om uw kapitaal vervroegd op te vragen.

Alternatief. Als u dat kapitaal wilt gebruiken om een tweede verblijf of een beleggingspand aan te kopen, heeft u trouwens een goed alternatief. U kunt uw contract dan in pand geven en bij de bank lenen om vastgoed aan te kopen. Op een ‘bulletlening’ (geen aflossingen, enkel interesten) betaalt u tegenwoordig minder dan 1%. Als u een beleggingspand aankoopt, verhoogt u op die manier het rendement van uw pensioenverzekering, omdat uw huurrendement (2% à 3%) hoger ligt dan de interesten op uw lening. Wanneer u met pensioen gaat, wordt het kapitaal van uw bedrijfspensioenverzekering dan (deels) gebruikt om uw krediet af te lossen.

Overlijden. Let wel op als u een pensioen opbouwt binnen de groepsverzekering waarin het bedrijf ook voor uw personeel premies stort. In oudere groepsverzekeringen gebeurt de pensioenopbouw nogal eens volgens de UKZT-formule, waardoor er bij vroegtijdig overlijden niets uitgekeerd wordt. Als u dan na uw 60ste, maar vóór de datum waarop u met pensioen kunt gaan, overlijdt, dan heeft u jarenlang voor niets premies gestort. U kunt uw pensioenverzekering dan het best laten omvormen naar een moderne versie waarin bij overlijden de opgebouwde reserves uitgekeerd worden. Veel groepsverzekeringen voorzien naast zo’n UKZT wel in een aparte dekking overlijden, maar als de polis op 60 stopt, dan stopt ook die dekking.