AANDEELHOUDERS - 26.06.2020

Geschillenregeling aandeelhouders 2.0: de vlag dekt nu een veel bredere lading...

Als een ernstig conflict tussen de aandeelhouders de vennootschap of hun belangen schaadt of dreigt te schaden, dan kunnen zij een beroep doen op de geschillenregeling. Het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) geeft aan die regeling een ruimer toepassingsgebied.

Welke andere geschillen dan de loutere overdracht van aandelen kunnen nu in die procedure betrokken worden? Kunnen vruchtgebruikers voortaan ook een vordering tot uittreding of tot uitsluiting stellen? Sinds wanneer zijn de nieuwe regels in werking getreden?

Geschillenregeling

Ruimer toepassingsgebied

Voortaan kan elke titularis die een deel of het geheel van het eigendomsrecht op effecten bezit (met uitzondering van het eigendomsrecht dat tot zekerheid strekt), de geschillenregeling opstarten.

Dit betekent concreet dat, in tegenstelling tot vroeger, ook vruchtgebruikers of onverdeelde eigenaars van deze procedure kunnen gebruikmaken. De overige titularissen van het eigendomsrecht (bij de vruchtgebruiker is dat de blote eigenaar, bij een onverdeeld eigenaar is/zijn dat de mede-eigenaar(s)) moeten, voor zover zij niet reeds procespartij zijn (eiser of verweerder), in de procedure betrokken worden.

Vorderen vruchtgebruiker en blote eigenaar bv. van een andere aandeelhouder (volle eigenaar) de uitsluiting, dan kan de voorzitter beslissen rechten van dezelfde aard (dus opgesplitst tussen vruchtgebruik en blote eigendom) op de over te dragen effecten toe te kennen als deze die de eisers op het moment van de inleiding van de vordering op hun eigen effecten bezaten (dus in dezelfde verhouding).

Uitsluiting (art. 2:63 e.v. WVV)

Bij de uitsluiting vordert de ene aandeelhouder dat de andere uit de vennootschap uitgesloten wordt en dus verplicht zijn aandelen aan de eiser moet verkopen.

Net zoals vroeger kunnen één of meerdere aandeelhouders van een BV of NV die gezamenlijk effecten bezitten die 30% vertegenwoordigen van de stemmen verbonden aan het geheel van de bestaande effecten, of (in de BV) waaraan 30% van de winstrechten zijn verbonden of (in de NV) waarvan de nominale of fractiewaarde 30% van het kapitaal vertegenwoordigt, om gegronde redenen in rechte vorderen dat een andere aandeelhouder zijn effecten aan de eiser(s) overdraagt. In de regeling voor de BV wordt nu verwezen naar de winstrechten en niet langer naar het kapitaal, omdat het kapitaalbegrip in de BV verdwijnt.

Zodra het WVV op een BV van toepassing is, kunt u de stem- en winstrechten verbonden aan aandelen soepel regelen. Het is dus mogelijk dat iemand met 10% van de aandelen 30% van de stemrechten heeft. Een dergelijke aandeelhouder kan dan een vordering tot uitsluiting stellen. De vordering kan niet gesteld worden door de vennootschap zelf of haar dochtervennootschappen.

Uittreding (art. 2:68 e.v. WVV)

Iedere aandeelhouder (daarin inbegrepen dus ook de vruchtgebruiker, de blote eigenaar of de onverdeelde mede-eigenaar) kan om gegronde redenen ook in rechte vorderen dat zijn effecten overgenomen worden door de aandeelhouders (daarin inbegrepen dus ook de vruchtgebruiker, de blote eigenaar of de onverdeelde mede-eigenaar) op wie deze gegronde redenen betrekking hebben.

Procedure

Zoals vroeger is de voorzitter van de (territoriaal bevoegde) ondernemingsrechtbank zetelend zoals in kort geding bevoegd om kennis te nemen van deze vorderingen. Ook de vennootschap moet gedagvaard worden en zij moet de overige aandeelhouders verwittigen (art. 2:62 WVV) .

Overnameprijs

De voorzitter is slechts gebonden door de contractuele of statutaire prijsbepalingsclausules voor zover deze bepalingen specifiek betrekking hebben op de hypothese van een gerechtelijke uitsluiting of uittreding en voor zover deze overeenkomsten niet leiden tot een kennelijk onredelijke prijs.

De voorzitter kan zich, al dan niet bijgestaan door een gerechtsdeskundige, in de plaats stellen van elke partij of elke derde die in de statuten of in de overeenkomst wordt aangeduid om de prijs te bepalen.

Andere geschilpunten

Bevoegdheid voorzitter

Waar voorheen de voorzitter enkel en alleen bevoegd was om de overdracht van effecten, in de ene of de andere richting, te bevelen, of de gevorderde overdracht af te wijzen, is het vanaf de inwerkingtreding van de nieuwe geschillenregeling ook mogelijk om andere daarmee verbonden geschilpunten op te lossen.

Eigendomsrechten en zekerheden

Artikel 2:62, §2 WVV bepaalt dat de voorzitter elk geschil over een deel of het geheel van het eigendomsrecht mag beslechten “in zoverre dit noodzakelijk is voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van de rechtsvordering” .

Daarnaast laat het WVV aan de voorzitter toe om aan de overnemende aandeelhouder(s) de verplichting op te leggen om de zakelijke en persoonlijke zekerheden die de overdragende aandeelhouder(s) heeft gesteld ten voordele van de vennootschap (bv. borgstelling, pand, hypotheek, ...), op te heffen of te laten opheffen, of daarvoor een gepaste tegengarantie te geven.

Niet-concurrentie

Het is tevens mogelijk een deel van de prijs te koppelen aan de instemming van de partij die de vennootschap verlaat met de naleving van een niet-concurrentiebeding of met de verstrenging van een bestaand niet-concurrentiebeding. Omgekeerd is het ook mogelijk een partij te ontheffen van een bestaand niet-concurrentiebeding, dan wel een dergelijk beding te beperken, al dan niet gekoppeld aan een vermindering van de prijs. Het laat zich raden dat zich hieromtrent een volledig nieuw contentieux zal ontwikkelen.

Rekening-courant

De voorzitter kan ook geschillen beslechten over de financiële betrekkingen tussen de partijen en de vennootschap, en zelfs de met deze verbonden vennootschap(pen) of personen. Daarmee worden vooral geschillen bedoeld met betrekking tot leningen of een rekening-courant. Voor de inwerkingtreding van het WVV moest de aandeelhouder die zijn rekening-courantvordering wenste te innen, een afzonderlijke procedure voor de ondernemingsrechtbank opstarten.

Gerechtelijke ontbinding

De voorzitter van de ondernemingsrechtbank, zetelend zoals in kort geding, is voortaan ook bevoegd om de vordering tot gerechtelijke ontbinding wegens wettige redenen te beslechten (art. 2:73 WVV) .

Inwerkingtreding

De nieuwe geschillenregeling is van toepassing sinds 1 mei 2019, ook op bestaande BVBA’s (die vanaf dan automatisch BV’s worden genoemd) en bestaande NV’s. Procedures die op 1 mei 2019 reeds liepen, blijven onderworpen aan de (oude) artikelen van het W.Venn. Het is uiteraard best mogelijk dat een of meerdere procedures die vóór en een of meerdere procedures die na 1 mei 2019 werden opgestart, tussen dezelfde aandeelhouders, samen aanhangig zullen zijn.

  • Ook vruchtgebruikers, blote eigenaars en onverdeelde mede-eigenaars kunnen een vordering tot uitsluiting of uittreding stellen. Met de uitsluiting of uittreding samenhangende geschillen (eigendomsrechten, zekerheden, leningen en rekening-courant) kunnen eveneens aan bod komen in deze procedure.
  • De rechter is enkel gebonden door contractuele of statutaire clausules tot bepaling van de prijs als zij specifiek betrekking hebben op de gerechtelijke geschillenregeling én als zij niet leiden tot een kennelijk onredelijke prijs. De door de rechter vastgelegde overnameprijs kan nu ook beïnvloed worden door het aanvaarden van een niet-concurrentiebeding of het opheffen van een bestaand beding.
  • Deze nieuwe geschillenregeling geldt voor alle procedures ingeleid sinds 1 mei 2019, ook voor vennootschappen die hun statuten nog niet aangepast hebben aan het nieuwe WVV.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878