TWEEDE VERBLIJF - 30.06.2020

Hoe uw buitenlands vastgoed aangeven?

Hoe geeft u binnenkort in uw aangifte personenbelasting uw buitenlands vakantieverblijf correct aan? Wanneer wordt u op die buitenlandse inkomsten in België belast en wanneer niet? Moet u een ander bedrag aangeven wanneer u het pand verhuurt en wanneer u het enkel zelf gebruikt? Welke gevolgen hebben de verschillende arresten daarover van het Europees Hof van Justitie?

Tweede verblijf. Als u in België een tweede verblijf heeft dat u niet verhuurt of niet voor professionele doeleinden verhuurt, dan wordt u slechts belast op het geïndexeerd ki (art. 7, §1, 2°, a WIB 92) . Als u daarentegen een vakantiewoning in het buitenland heeft, dan moet u de huurwaarde (art. 7, §1, 2°, b WIB 92) of de werkelijk ontvangen huur (art. 7, §1, 2°, d WIB 92) aangeven. U moet de huurinkomsten of de huurwaarde vermelden in Vak III, code 1130/2130 (of code 1123/2123 als het pand gelegen is in een land waarmee België geen dubbelbelastingverdrag heeft). De huurwaarde vertegenwoordigt volgens de fiscus (Comm. IB 13/8) de gemiddelde jaarlijkse brutohuur die u, in geval van verhuring, volgens de gebruiken van het land en de ligging van het goed, had kunnen krijgen. Aangezien de Belgische ki’s zwaar verouderd zijn, worden buitenlandse onroerende goederen dus veel zwaarder belast dan Belgische.

Progressievoorbehoud. U bent in België echter meestal geen belasting verschuldigd op uw buitenlands onroerend goed, vermits België met de meeste courante vakantielanden een dubbelbelastingverdrag gesloten heeft op grond waarvan België de buitenlandse onroerende inkomsten moet vrijstellen. Die vrijgestelde inkomsten worden echter wel meegerekend voor het bepalen van de toepasselijke tarieven, omwille van het zgn. progressievoorbehoud. Zo worden uw andere belastbare inkomsten in België mogelijk zwaarder belast. Voor landen waarmee België geen dubbelbelastingverdrag gesloten heeft (bv. Liechtenstein), kunt u in België een belastingvermindering van 50% genieten.

Europees Hof. Het Europees Hof van Justitie (HvJ, C-489/13, 11.09.2014) veroordeelde België reeds in 2014 voor de discriminatie tussen niet-verhuurde onroerende goederen in België en elders in Europa. In 2018 heeft het Europees Hof (HvJ, C-110/17, 12.04.2018) ook uitdrukkelijk bevestigd dat het feit dat in België gelegen verhuurde onroerende goederen belast worden op basis van het ki terwijl u voor in het buitenland gelegen verhuurde onroerende goederen de werkelijk ontvangen huur moet aangeven, strijdig is met het vrij verkeer van kapitaal.

Niet verhuurd. Naar aanleiding van het arrest van 2014 werd de commentaar op het Wetboek Inkomstenbelastingen aangepast. Daarin staat nu uitdrukkelijk dat het door een buitenlandse overheid vastgesteld of uitdrukkelijk goedgekeurd fictief inkomen als huurwaarde kan gelden (Comm. IB 13/8) . U mag dat fictief inkomen in uw aangifte personenbelasting gebruiken. Dit principe werd in 2016 ook bevestigd in een circulaire (circ. AAFisc. nr. 22/2016, 29.06.2016) .

Frankrijk. Een in Frankrijk gelegen buitenverblijf mag u aangeven volgens de valeur locative brute . Deze waarde verkrijgt u door de waarde op het aanslagbiljet van de taxe foncière , de valeur locative cadastrale , te verdubbelen (voor gebouwde onroerende goederen). Op het aanslagbiljet van de taxe d’habitation vindt u wel de daadwerkelijke valeur locative brute . U mag de buitenlandse belasting nog in mindering brengen van deze valeur locative brute . Voor Frankrijk gaat het dan om de taxe foncière .

Spanje en Italië. Voor een Spaanse vakantiewoning kunt u zich baseren op de valor catastral . Van dat bedrag neemt u 2% of 1,1% ( valor catastral bepaald in 1994 of later). De Spaanse onroerende voorheffing (IBI) mag u in mindering brengen. In Italië verhoogt u de rendita catastrale met 5% en u vermenigvuldigt dat bedrag vervolgens met 4/3. U mag de lokale vastgoedbelastingen (IMU) aftrekken.

Nederland. In Nederland wordt u belast op een forfaitair rendement (tussen 1,935% en 5,6%) berekend op de WOZ-waarde verminderd met de schulden. Die WOZ-waarde wordt jaarlijks door de gemeente vastgelegd en ligt relatief dicht bij de werkelijke waarde van het pand. In België kunt u het forfaitaire rendement aangeven verminderd met de Nederlandse belasting.

Verhuurd. Ten gevolge van het arrest van het Europees Hof kunt u nu in uw aangifte personenbelasting ook voor verhuurde onroerende goederen in principe het buitenlands forfaitair inkomen aangeven. De Europese Commissie heeft in een persbericht bovendien gesteld dat de discriminatie in de Belgische wetgeving van een grootteorde is dat in België gelegen onroerende goederen slechts op 20% tot 25% van hun marktwaarde belast worden. Dit geeft Belgische eigenaars van Europese onroerende goederen een argument om slechts 22,5% van de werkelijke huurprijs aan te geven. Het hof van beroep te Luik gaf reeds een belastingplichtige gelijk die voor een in Luxemburg gelegen, aan een privépersoon verhuurd onroerend goed slechts 22,5% van de huur aangaf (Luik, 28.06.2017) . Als uw buitenlands vakantieverblijf in een land ligt waar geen forfaitair inkomen vastgelegd wordt, zou u er zich dus kunnen toe beperken om 22,5% van de huurwaarde (niet-verhuurde panden) of van de ontvangen huur aan te geven. Discussies met de fiscus zijn echter niet uit te sluiten.

Sinds 2016 staat het vast dat u voor niet-verhuurde panden het buitenlands forfaitair inkomen mag gebruiken om uw tweede verblijf aan te geven in uw Belgische aangifte personenbelasting. Voor verhuurde onroerende goederen moest u volgens de fiscus nog steeds de werkelijk ontvangen huur aangeven. Volgens het Europees Hof is die visie echter in strijd met het vrij verkeer van kapitaal. Het buitenlands forfaitair inkomen aangeven, volstaat dus in principe. De buitenlandse belasting mag u van het aan te geven bedrag aftrekken.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878