CORONAVIRUS - ACTUALITEIT - 11.06.2020

Liquidatiereserves aanleggen en/of opnemen in coronatijden: een goed idee?

Overweegt u om naar goede gewoonte voor het afgelopen boekjaar liquidatiereserves aan te leggen en/of kunt u voor het eerst liquidatiereserves uitkeren, vraag u dan af of dit het geschikte moment is. Corona dreigt immers voor velen roet in het eten te gooien. Waarop moet u dan letten?

Nu liquidatiereserves aanleggen?

Cash-out

Afzonderlijke aanslag van 10%. De beslissing om bij de afsluiting van het voorbije boekjaar liquidatiereserves aan te leggen, heeft tot gevolg dat er in hoofde van de vennootschap een afzonderlijke aanslag van 10% gevestigd wordt. De betaling daarvan is nog niet voor meteen (tenzij u reeds anticipeert middels de voorafbetalingen), maar komt uiterlijk op de vervaldag van het aanslagbiljet. De beslissing om al dan niet liquidatiereserves aan te leggen, moet wel ‘nu’ genomen worden. Komt uw vennootschap in liquiditeitsproblemen tegen dat de belastingaanslag betaald moet worden, dan kunt u niet meer terugkrabbelen. Hoe dan ook zullen er liquide middelen uit uw vennootschap wegvloeien.

Risico op definitief verlies

Wat verwacht u voor 2020? Minstens even belangrijk is het risico dat boekjaar 2020 (of later) als gevolg van de coronacrisis – en in het zog daarvan een wereldwijde economische crisis – afsluit met een verlies waardoor de aangelegde liquidatiereserves geheel of gedeeltelijk aangetast worden. De betaling van de afzonderlijke aanslag van 10% heeft dan niet alleen een cash-out teweeggebracht, maar blijkt achteraf ook nog eens nutteloos geweest te zijn. U kunt die belasting niet terugvorderen wanneer u naderhand oordeelt dat het aanleggen van de liquidatiereserves niet verstandig was. Dit is geen materiële vergissing op basis waarvan u een ontheffing kunt vragen.

Liquidatiereserves aj. 2015 uitkeren?

Wachttermijn van vijf jaar is voorbij!

Eerste uitkeringen tegen 5%. Niettegenstaande de benaming ‘liquidatiereserves’ en het feit dat er geen bijkomende belastingen meer verschuldigd zijn als de liquidatiereserves pas uitgekeerd worden op het ogenblik van de vereffening, blijkt het stelsel populair om een fiscaal gunstige dividendpolitiek te voeren, zeker voor dividenden verbonden aan aandelen die niet in aanmerking komen voor de verlaagde roerende voorheffing van 15% onder het VVPR-bis-statuut. Mits naleving van een wachttermijn kunnen de liquidatiereserves uitgekeerd worden tegen een globaal tarief van 13,64% (10% afzonderlijke aanslag ten laste van de vennootschap + 5% roerende voorheffing voor rekening van de aandeelhouder).

Wachttermijn van vijf jaar. Het tarief van 5% geldt in de mate dat de toekenning of betaalbaarstelling voortkomt uit een aantasting van de liquidatiereserves nadat deze ten minste vijf jaar, te rekenen vanaf de laatste dag van het betreffende boekjaar, behouden gebleven zijn. Aangezien er voor het eerst liquidatiereserves aangelegd konden worden over aanslagjaar 2015 (boekjaar 31.12.2014 en later), kan de eerste uitkering tegen het tarief van 5%, dus met naleving van de wachttermijn van vijf jaar, gebeuren sinds 01.01.2020.

Hoe die vijf jaar tellen? Aanvankelijk was er commotie over hoe deze wachttermijn geïnterpreteerd moet worden wanneer de beslissing tot uitkering genomen wordt door de jaarvergadering. Veronderstel een vennootschap met afsluitdatum 31.12 die in de jaarrekening 31.12.2014 liquidatiereserves aangelegd heeft. Indien op de jaarvergadering van 2020 (die beslist over de resultaatsbestemming van boekjaar 2019) beslist wordt tot uitkering van de betrokken liquidatiereserves, dan wordt dit reeds uitgedrukt in de jaarrekening 31.12.2019. Is daarmee dan voldaan aan de wachttermijn van vijf jaar?

Vooreerst vereist de wet enkel dat de liquidatiereserves op een afzonderlijke rekening van het ‘passief’ behouden worden, niet dat de afzonderlijke rekening tot het eigen vermogen behoort. Het overboeken van de liquidatiereserve naar de rekening ‘uit te keren dividend’ stelt op dat punt strikt genomen geen probleem. Bovendien is het pas bij de goedkeuring door de algemene vergadering in 2020, het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt, dat de onaantastbaarheidsvoorwaarde niet langer als nageleefd beschouwd wordt (vraag nr. 1553 van de heer Van Biesen, 16.03.2017) .

Toegegeven, het antwoord van een minister op een parlementaire vraag is strikt juridisch geen garantie, maar politiek zou het wel gevoelig liggen om terug te krabbelen. Wie het zaakje niet vertrouwt, kan nog altijd zijn toevlucht nemen tot een tussentijds dividend of de uitkering uitstellen tot de jaarvergadering van 2021.

Balans- en liquiditeitstest

Met de invoering van het WVV werd het concept maatschappelijk kapitaal (en daarmee ook het wettelijk minimumkapitaal) afgeschaft voor de BV en de CV. In de plaats daarvan kwamen strengere eisen voor het financieel plan bij oprichting alsook strengere voorwaarden voor uitkeringen aan aandeelhouders (bv. dividenden, kapitaalverminderingen, terugbetaling inbreng, inkoop eigen aandelen) en bestuurders (tantièmes).

Balanstest. Beslist de algemene vergadering om over te gaan tot uitkering, dan zal zij eerst de balanstest (ook wel nettoactieftest) moeten uitvoeren om na te gaan of het nettoactief als gevolg van de uitkering niet negatief wordt. Die test gebeurt op basis van de laatst goedgekeurde jaarrekening of een recentere staat van activa en passiva.

Liquiditeitstest. Indien de algemene vergadering op basis van de balanstest oordeelt dat de uitkering toegelaten is, dan moet het bestuursorgaan nog de liquiditeitstest toepassen alvorens effectief tot uitkering over te gaan. Meer bepaald moet nagegaan worden of de vennootschap na de uitkering nog steeds in staat zal zijn om haar schulden te betalen die in de periode van ten minste 12 maanden na de uitkering opeisbaar worden. Dit wordt opgenomen in een omstandig gemotiveerd verslag. Draait de test negatief uit, dan mag het bestuursorgaan niet tot uitkering overgaan.

Cashplanning in coronatijden. Het spreekt voor zich dat in deze bijzondere tijden heel wat vennootschappen een moeilijke periode beleven en de nabije toekomst hoogst onzeker is. In die omstandigheden kan men maar beter zorgvuldig omspringen met de liquide middelen. Kortom, heeft uw vennootschap vanaf het begin liquidatiereserves aangelegd waarvoor de wachttermijn intussen verstreken is, vraag u dan eerst af of dit het goede moment is om tot uitkering over te gaan.

Waarom misschien nog niet uit te keren?

Coronamaatregelen. Wereldwijd zijn regeringen in de bres gesprongen om ondernemingen te ondersteunen tijdens deze ongeziene crisis. Om hiervoor politiek draagvlak te creëren, worden daar in sommige gevallen voorwaarden aan gekoppeld: bv. geen vertakkingen hebben naar belastingparadijzen, geen bonussen en dividenden uitkeren, ...

Voorafbetalingen. De concrete vertaling daarvan vinden we momenteel terug in de wijziging van de percentages voorafbetalingen ( T&A Verantwoordelijke voor de boekhouding, jg. 4, nr. 1, p. 1, 10.04.2020 ). Om voor de vennootschappen minder druk te zetten op het belang van de voorafbetalingen van 10.04 en 10.07 (zodat zij hun cash langer aan boord kunnen houden), werden de percentages van de voordelen van de voorafbetalingen van 10.10 en 20.12 verhoogd met 0,75%, althans voor zover de vennootschap tussen 12.03.2020 en 31.12.2020 geen dividenden uitkeert, geen kapitaalverminderingen doet en niet overgaat tot inkoop van eigen aandelen.

Wetsontwerp carry-back. Momenteel ligt er een wetsontwerp (nr. 1309) op tafel waardoor u de winst van boekjaar 2019 (gedeeltelijk) zou kunnen vrijstellen met het verwachte verlies voor 2020. Om deze maatregel te genieten, zou u echter ook hier o.a. tussen 12.03.2020 en 31.12.2020 geen dividend mogen uitkeren.

U gaat uw vennootschap liquideren. Denkt u eraan om uw vennootschap binnenkort te liquideren, dan keert u zich beter nu nog geen dividend uit tegen 5%. Bij de definitieve vereffening betaalt u immers 0% op deze reserves.

De uitkering van een liquidatiereserve uit boekjaar 2014 is een voordelige manier om geld uit uw vennootschap te halen. Wie echter wil gebruikmaken van de coronamaatregel in verband met voorafbetalingen of winsten van 2019 wil vrijstellen met verliezen van 2020, moet nog een jaar wachten. Ook wie weldra zijn vennootschap vereffent, keert beter geen dividend uit. Keert u toch een dividend uit, neem dan de nieuwe balans- en liquiditeitstest voldoende ernstig.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878