Nood aan verjonging, dus moet ú stoppen?
Automatisch einde, verlenging vragen
De toegepaste praktijken... In vele algemene regelingen en/of individuele overeenkomsten staat een leeftijdsclausule op grond waarvan de overeenkomst ‘van rechtswege’ beëindigd wordt bij het bereiken van bv. de leeftijd van 65 jaar. Vaak wordt daaraan meteen ook de mogelijkheid gekoppeld om een nieuwe, in tijd en/of activiteiten beperkte, overeenkomst aan te gaan.
... moeten legitiem doel hebben. Als het ziekenhuis de leeftijd inroept om een bestaande samenwerking te beëindigen of een nieuwe te weigeren, is dat in principe echter een niet-toegestane discriminatie in de zin van de wet. Die stelt immers dat men niet mag discrimineren op basis van leeftijd, tenzij daar een zgn. legitiem doel voor is. In een recente zaak betwistte een ziekenhuisarts dat er zo’n legitiem doel voorhanden was...
Wat is er gebeurd?
De feiten. Een arts (op de dienst fysische geneeskunde en revalidatie) die 65 jaar zou worden, richtte enkele maanden vooraf een verzoek aan de beheerder om na haar 65 jaar verder te kunnen werken. De dienst adviseerde negatief en na advies van de medische raad besliste de beheerder om de samenwerking definitief stop te zetten.
De betwisting. De arts betwistte deze beslissing, hierbij verwijzend naar het discriminerend karakter van de bepaling uit de algemene regeling waarop het ziekenhuis zich gebaseerd had. Het ziekenhuis stelde daarop dat de arts in geen geval verder kon werken als zgn. senior-arts, daar de algemene regeling daarvoor een anciënniteit van tien jaar vereist en de betrokkene daar niet aan voldeed.
Wat heeft de rechter gezegd?
Het ziekenhuis kreeg gelijk (arbrb. Charleroi, 15.03.2019) . Enerzijds beantwoordde het door het ziekenhuis ingeroepen legitiem doel, de noodzakelijke verjonging van het korps, wel degelijk aan de realiteit volgens de rechter. Anderzijds oordeelde hij dat ook de beslissing om niet te verlengen niet-discriminerend was, vermits zij gestoeld was op criteria uit de algemene regeling (die niets met leeftijd te maken hadden), zoals een minimale anciënniteit en een positief advies van de dienst.
Wat moet u ervan onthouden?
Over ‘moeten stoppen’. Of een bepaling uit de algemene regeling die oplegt om te stoppen op 65 jaar, gelegitimeerd zal kunnen worden, is vooraf moeilijk te voorspellen. Wanneer de rechter moet oordelen of en in welke mate er een reële noodzaak aan verjonging was, betreft dat immers een eerder subjectief oordeel van de feiten waardoor de conclusie zelfs zou kunnen verschillen naargelang om welke dienst (specialisme) het gaat. Feit is wel dat de bewijslast bij het ziekenhuis ligt en dat de timing waarop men dit argument inroept, in uw voordeel kan spelen, bv. als men er pas achteraf, nadat u discriminatie ingeroepen heeft, mee afkomt.
Over ‘niet verlengen’. In principe heeft u nog een ‘tweede kans’ om leeftijdsdiscriminatie hard te maken, met name wanneer men (ook) uw vraag tot verlenging afwijst. Ook deze beslissing moet het ziekenhuis dus kunnen motiveren. In deze zaak was dat relatief eenvoudig, omdat de algemene regeling een anciënniteitsvereiste oplegde (die niet vervuld was), maar in de meeste ziekenhuizen kan men niet terugvallen op zo’n vereiste.