GRONDIG ONDERZOCHT - ZIEKENHUISARTS - 09.06.2020

Re-integratie vragen niet meer mogelijk?

Een ziekenhuisarts werd afgezet om dringende reden, maar meende dat dit ontslag zowel onregelmatig als onrechtmatig was. Hij stapte naar de rechter in kort geding en vorderde zijn zgn. re-integratie, zodat hij toch voort zou kunnen werken. In een recent vonnis werd dit afgewezen als onmogelijk. Hoe kwam dat?

Eerst even situeren

Onregelmatig of onrechtmatig. Een ontslag is onregelmatig als de procedure niet correct gevolgd werd. Denk bv. aan het niet-vragen van het advies van de medische raad. Ook al werd de procedure correct gevolgd, het kan ook nog zijn dat er niet aan de inhoudelijke vereisten voldaan is. Denk bv. aan een afzetting om dringende reden waarbij de ingeroepen feiten de samenwerking niet ‘onmiddellijk en definitief onmogelijk’ maken.

Schadevergoeding of re-integratie. Zowel bij onregelmatig als bij onrechtmatig ontslag kan de ziekenhuisarts schadevergoeding eisen voor de rechtbank. De ziekenhuisarts kan er in principe ook voor kiezen zijn re-integratie te vorderen om – in afwachting van een uitspraak ten gronde – aan het werk te kunnen blijven. Dan moet hij een procedure in kort geding opstarten. Dit laatste werd echter betwist in een recente zaak ...

Wat is er gebeurd?

De feiten. Tegen een ziekenhuisarts (met veel jaren dienst) werden diverse klachten geformuleerd wegens grensoverschrijdend gedrag. Bovendien werd hij ervan verdacht het medisch dossier van een van de klagers te hebben ingekeken, buiten elke therapeutische relatie met deze patiënt. Uiteindelijk werd hij na het plaatsvinden van een intern overleg afgezet om dringende reden.

De betwisting. De arts dagvaardde het ziekenhuis in kort geding, waar de opschorting van de beslissing gevraagd werd, op straffe van een dwangsom. De arts was nl. van mening dat de beslissing zowel onregelmatig als onrechtmatig was, dat de rechtbank ten gronde dat moest onderzoeken en dat het ontslag in afwachting van dat onderzoek opgeschort moest worden in kort geding.

Wat heeft de rechter gezegd?

De voorzitter van de ondernemingsrechtbank van Kortrijk, handelend in kort geding, heeft de vordering in een vonnis van 20 januari 2020 afgewezen. De kortgedingrechter erkende wel de hoogdringendheid van de vordering, maar was van mening dat hij niet bevoegd was om de re-integratie van de arts uit te spreken. Op die manier de overeenkomst doen herleven kan hij niet, zo vond de rechter, net zoals de rechtbank ten gronde dit – volgens dezelfde kortgedingrechter – niet kan. Bovendien maakte de rechter de vergelijking met het arbeidsrecht, waar re-integratie ook niet kan.

Wat moet u ervan onthouden?

Principieel onmogelijk? Al komt de re-integratie van ziekenhuisartsen niet vaak voor, het feit dat dit principieel niet zou kunnen, is een opmerkelijke conclusie. Niet alleen zegt de wet – meer bepaald artikel 1184 Burgerlijk Wetboek – dat er een keuze moet zijn tussen de ‘uitvoering in natura’ en ‘schadevergoeding eisen’, ook de rechtspraak (van het Hof van Cassatie) ondersteunt dit. Of dit vonnis tot vaste rechtspraak zal leiden, is dus zeer de vraag.

Of eerder weinig kans? In de praktijk is de slaagkans van een vordering tot re-integratie echter zeer klein. Zelfs al acht de kortgedingrechter die principieel mogelijk en zich ertoe bevoegd, dan nog kan hij een belangenafweging maken en van mening zijn dat de re-integratie niet proportioneel is, en dat de arts maar schadevergoeding moet vorderen voor de rechter ten gronde.

De rechter in casu oordeelde dat de re-integratie van een ontslagen ziekenhuisarts ‘naar het principe’ niet mogelijk is, terwijl dat toch in strijd lijkt te zijn met de wet (art. 1184 BW) en de cassatierechtspraak. Re-integratie bekomen is hoe dan ook vaak moeilijk, daar men zo’n maatregel als te verregaand voor kort geding beschouwt.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878