Uw vennootschap zelf financieren of via de bank?
Uw vennootschap heeft geld nodig
Bij de bank aankloppen. Uw vennootschap kan uiteraard altijd naar de bank stappen en een krediet onderhandelen. Het tarief dat zij dan aangeboden krijgt, is o.a. afhankelijk van haar kredietwaardigheid, de soort lening (kaskrediet, investeringskrediet, ...), de termijn, ... Voor een kaskrediet hanteren banken courant een tarief van 8% of meer!
Waarom dan niet bij u aankloppen? Uw spaarboekje brengt toch niets op. Bij de grootbanken krijgt u nog amper 0,11% (getrouwheidspremie inbegrepen). In mei bedroeg de inflatie in België 0,48% op jaarbasis. Een sluipende verarming voor uw spaarcenten dus... Leent u uw geld, dat nu nog op een spaarboekje staat, uit aan uw vennootschap, dan kunt u uw brutorendement erop alvast verhogen. Maar wat zijn dan de fiscale spelregels?
De fiscale spelregels: twee grenzen
Bedrag van de lening. Het bedrag van de lening mag niet hoger zijn dan de belaste reserves bij het begin van het boekjaar plus het gestorte kapitaal op het einde van het boekjaar (art. 18, 4° WIB 92) . Voor vennootschappen zonder vennootschapsrechtelijk kapitaal, zoals de BV, is het fiscaal gestort kapitaal het eigen vermogen van de vennootschap voor zover dat gevormd wordt door werkelijk gestorte inbrengen in geld of in natura, andere dan inbrengen in nijverheid, en voor zover er geen terugbetaling of vermindering plaatsgevonden heeft (art. 2, §1, 6° en 184 WIB 92) . Indien uw rc-tegoed toch die grens zou overschrijden, worden de interesten die betrekking hebben op het gedeelte dat die grens overschrijdt, geherkwalificeerd in dividenden, die wel onderworpen worden tegen in principe hetzelfde tarief roerende voorheffing, maar niet aftrekbaar zijn bij uw vennootschap.
Interest marktconform... Een tweede regel die u moet respecteren, houdt in dat u nooit meer rente mag vragen dan de marktrente. Vraagt u interesten die hoger liggen dan die marktrente, dan wordt het overdreven deel fiscaal gezien ook geherkwalificeerd in niet-aftrekbare dividenden (art. 18, lid 1, 4° WIB 92) .
... volgens zomerakkoord. Als gevolg van het zomerakkoord moet u sinds 2020 rekening houden met de door de NBB bekendgemaakte MFI-rentevoet voor leningen < € 1.000.000 met variabel tarief en initiële rentebepaling tot één jaar aan niet-financiële instellingen ( http://stat.nbb.be/Index.aspx?DataSetCode=MIRCCO&lang=nl , tweede lijn). U neemt dan het tarief van november van het voorgaande jaar, verhoogd met 2,5% . Het tarief van november 2019 bedraagt 1,56%. De interest die u voor 2020 kunt toepassen is dus marktconform zolang u zich bepekt tot 4,06% (1,56% + 2,5%).
Per saldo bent u toch beter af. Op de interesten uit uw vennootschap betaalt u vanaf de eerste euro wel belastingen, nl. roerende voorheffing. Die bedraagt sinds 1Â januari 2017, zoals u weet, 30%.Vraagt u bv. 4,06% interesten aan uw vennootschap, dan houdt u daar netto nog 2,842% (tegen 30% rv) van over. Dat is dus 26Â maal meer dan de 0,11% dat u op uw spaarboekje krijgt.