KAPITAAL - INBRENG - 19.08.2020

Voordeel voor inbreng in vennootschap met omzetverlies

Een wet van 15.07.2020 voert een fiscaal voordeel in voor inbrengen in vennootschappen die door de coronacrisis omzet verloren hebben. Het voordeel is gebaseerd op de bestaande regeling voor inbrengen in startende en groeiende vennootschappen. Wat zijn de voornaamste verschillen en gelijkenissen?

Gelijkenissen met bestaande regeling

Fiscaal voordeel. Net zoals de bestaande regeling voor startende of groeiende vennootschappen (art. 145/26 en 145/27 WIB 92) gaat het om een privébelastingvermindering in ruil voor de inbreng in een vennootschap. De vermindering is gelijk aan een percentage van de inbreng.

Voorwaarden inbreng. Het moet gaan om een inbreng in geld. Per vennootschap kan via deze regeling maximaal € 250.000 ingebracht worden. Per inbrenger kan de belastingvermindering gebruikt worden voor een totale inbreng, in één of meerdere vennootschappen, van maximaal € 100.000, en voor een maximale participatie per vennootschap van 30% van het kapitaal.

Tip 1.  De belastingvermindering geldt per belastingplichtige. De maximale inbreng voor een koppel is dus € 200.000.

Tip 2.  De maxima van € 250.000, € 100.000 en 30% gelden apart voor de bestaande regeling en de nieuwe regeling. Beide regelingen kunnen gecombineerd worden.

Let op!  De inbreng mag niet gebruikt worden voor de uitkering van dividenden, de aankoop van aandelen, een kapitaalvermindering of het verstrekken van leningen.

Voorwaarden vennootschap. De inbreng moet gebeuren in een kleine vennootschap (art. 1:24, §§1-6 WVV) . Inbrengen in bepaalde soorten vennootschappen, bv. vastgoed- en managementvennootschappen, of ondernemingen in moeilijkheden, zijn bovendien uitgesloten.

Voorwaarden aandelen. In ruil voor de inbreng moeten nieuwe aandelen op naam uitgegeven worden. De inbrenger moet deze aandelen een bepaald aantal maanden behouden, anders wordt de belastingvermindering pro rata de ontbrekende maanden teruggenomen.

Verschillen met bestaande regeling

Tijdelijke regeling. De regeling voor startende en groeiende vennootschappen is permanent. De nieuwe regeling geldt maar voor inbrengen van 14.03.2020 tot en met 31.12.2020.

Omzetverlies. De bestaande regeling is bedoeld voor inbrengen in startende en groeiende vennootschappen. De tijdelijke regeling is bedoeld voor inbrengen in vennootschappen, waarvan de omzet in de periode van 14.03.2020 tot 30.04.2020 met minstens 30% gedaald is ten opzichte van dezelfde periode in 2019.

Welk voordeel? De privébelastingvermindering bedraagt 20% van de gedane inbreng. Dat is minder dan de vermindering voor de inbreng in starters (30% of 45%) of groeiers (25%).

Termijn. In de permanente regeling moeten de aandelen minstens 48 maanden behouden worden. In de tijdelijke regeling is dat 60 maanden.

Ook voor bedrijfsleiders! De belastingvermindering inzake starters en groeiers kan niet voor de inbreng in een vennootschap waarvan u zelf bedrijfsleider bent, of later bezoldigd bedrijfsleider wordt. Deze uitsluiting geldt echter niet in de tijdelijke regeling. U heeft dus als bestuurder in principe ook recht op het voordeel voor extra inbreng in uw eigen BV.

Let op!  Die extra inbreng mag u uiteraard niet financieren met een lening van uw vennootschap!

De extra geldinbreng, uiterlijk op 31.12.2020, in een vennootschap die tussen 14.03.2020 en 30.04.2020 minstens 30% minder omzet heeft dan in dezelfde periode in 2019, geeft in principe recht op een privébelastingvermindering van 20%. Anders dan in de bestaande regeling, mag u als bedrijfsleider ook die inbreng doen.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878