Oude belastingvrije reserves nu gunstig belast!
Belastingvrije reserves
Wat? Het gaat dan over reserves die uw vennootschap tijdelijk vrijgesteld heeft door deze in de belastingaangifte uit de belastbare winst te halen en te ‘verplaatsen’ naar de belastingvrije reserves. Die reserves zijn vervolgens vrijgesteld zolang ze op een aparte rekening van de balans blijven staan (zgn. onaantastbaarheidsvoorwaarde).
Interessant? Ja, omdat u zo een uitstel van belasting verkrijgt. Heeft u bv. in boekjaar 2015 winst ‘verplaatst’ naar de belastingvrije reserves, dan heeft u daar toen nog geen belasting, van in principe 33,33%, op moeten betalen. Keert u deze belastingvrije reserves bv. 10 jaar later uit, of neemt u ze dan vrijwillig op in de winst, dan betaalt u daar pas op dat moment vennootschapsbelasting op. U heeft in dat geval 10 jaar lang over extra geldmiddelen (namelijk de uitgespaarde belasting in bj. 2015) kunnen beschikken.
Tip. Naast het belastinguitstel geniet u intussen ook een tariefvoordeel door de tariefverlaging in het kader van de hervorming van de vennootschapsbelasting!
Nu extra voordelig opnemen!
Gunsttarief van 10% of 15%. Neemt u deze reserves nu op in het belastbaar resultaat, dan worden deze belast tegen een gunsttarief van 15%. In de mate dat u deze reserves tijdens hetzelfde boekjaar investeert in afschrijfbare activa kunt u deze zelfs laten belasten tegen een tarief van 10%.
Tijdelijk. Deze gunsttarieven van 10% of 15% zijn echter maar tijdelijk. Opdat u hier gebruik van kunt maken, moet u de vrijgestelde reserves belastbaar maken in de aangifte van ofwel het boekjaar dat ten vroegste gestart is op 01.01.2020 en verbonden is met het aanslagjaar 2021, ofwel het daaropvolgende boekjaar verbonden met het aanslagjaar 2020.
Welke reserves? Enkel de belastingvrije reserves die vóór 01.01.2017 aangelegd werden. Bovendien komen enkel de volgende reserves in aanmerking: (1) de investeringsreserves die men sinds aj. 2014 aangelegd en tijdig geïnvesteerd heeft; (2) de investeringsreserves aangelegd in 1982; (3) de reserves voor inschakelingsbedrijven; (4) vrijgestelde meerwaarden bij een inbreng vóór 1993 van een bedrijfstak of een algemeenheid van goederen; (5) de reserves m.b.t. de kosten die voor 120% aftrekbaar zijn (bv. elektrische voertuigen en beveiliging).
Let op! Andere reserves, bijvoorbeeld de belastingvrije reserves inzake meerwaarden op bedrijfsvoertuigen en gespreid belastbare meerwaarden, komen niet in aanmerking voor dit gunstregime.
Miminumbelasting. De afzonderlijke belasting tegen 10% of 15% vormt een minimaal belastbaar resultaat. U kunt dit resultaat dus niet verminderen met fiscale aftrekken of het verlies van het boekjaar. U kunt deze belasting evenmin verrekenen met voorheffingen of een belastingkrediet. Heeft uw vennootschap fiscale aftrekken of een verlies, dan laat u deze reserves dus mogelijk toch beter belasten tegen het gewone tarief.
Tip. Voor investeringsreserves kiest u het best altijd voor het gunsttarief van 10% of 15%. Deze vormen immers steeds een minimumbelasting, ook als u ze laat belasten tegen het normale tarief.
Combineren met liquidatiereserve? Ja, dat kan! Laat uw boekhouder in dat geval de belastingvrije reserves opnemen door een boeking via de resultatenrekening, zodat ze in het boekhoudkundig resultaat opgenomen worden.
Bepaal uw profiel om dit en vele andere adviezen te ontgrendelen.