Uw boekhouder vraagt naar uw huisvestingskosten... ?!

Gehuurd onroerend goed

Niet alleen de huur. De meest voor de hand liggende huisvestingskost is de huur die u betaalt voor een pand dat u beroepsmatig gebruikt. Dat is echter lang niet het enige. Alle kosten die verband houden met het gebruik en onderhoud van het pand vormen ook aftrekbare beroepskosten. Denk dan aan nutsvoorzieningen zoals gas, elektriciteit en water, evenals herstellingskosten, kosten van een poetsfirma, enz. Vergeet ook de premie van uw brandverzekering en de factuur van de beveiliging niet door te geven aan uw boekhouder.

Inrichtingskosten. Laat u werken uitvoeren om het pand beter geschikt te maken voor de uitoefening van uw zaak, bv. het leggen van nieuwe vloeren of schilderwerken, dan zijn dat uiteraard ook volledig aftrekbare beroepskosten.

Eenmalige aftrek? Neen, inrichtingskosten betreffen eerder investeringen, die u niet in één keer in kosten moet nemen, maar gespreid over een termijn. Die termijn wordt meestal gelijkgesteld met de resterende duurtijd van de huurovereenkomst, tenzij de economische gebruiksduur korter zou zijn.

Let op 1! Huurt u een pand dat u zowel privé als beroepsmatig gebruikt, dan kunt u enkel het gedeelte van de huur en van de overige kosten aftrekken dat betrekking heeft op het beroepsgedeelte. Voor sommige kosten zal u zelf een verdeelsleutel moeten toepassen voor privé- versus zakelijk gebruik.

Let op 2! Sommige verhuurders verbieden dat u de gehuurde woning voor uw beroepsactiviteit gebruikt, omdat zij daardoor zwaarder belast zullen worden op de ontvangen huur. Kijk de overeenkomst steeds goed na voor wat betreft de panden die u zowel privé als zakelijk kunt gebruiken.

Gekocht onroerend goed

Geen huur om af te trekken. Vanzelfsprekend betaalt u zelf geen huur voor het pand of het gedeelte van de woning dat u zelf in eigendom heeft. Wel beschikt u in dat geval over de mogelijkheid om jaarlijks een deel van de aankoopprijs af te trekken als beroepskosten in de vorm van een afschrijving. Voor een kantoor of gebouwen is dat doorgaans gespreid over 33 jaar. Voor industriële gebouwen beschouwt de fiscus 20 jaar als een redelijke afschrijvingstermijn.

Let op!  Neemt u afschrijvingen op uw bedrijfsgebouw of een gedeelte van uw eigen woning in aftrek als beroepskosten, dan wordt u bij een latere verkoop ervan wel belast op de gerealiseerde meerwaarde. Het voordeel dat u al die jaren genoten heeft, wordt zo dus vaak in één keer tenietgedaan. Overweeg dus goed de pro’s en contra’s alvorens u een afschrijving in kosten neemt.

Overige kosten? Vergeet niet om de aanslag onroerende voorheffing te bezorgen aan uw boekhouder. In geval van een gemengd gebruikte woning moet daar uiteraard wel een verdeelsleutel op toegepast worden. Dat geldt eveneens voor kosten van elektriciteit, gas, water, enz. Verdeelsleutels kunnen echter wel afwijken per kost. Het is niet omdat u uw woning bv. 60% beroepshalve gebruikt, dat u de kosten van elektriciteit ook maar ten belope van 60% kunt inbrengen. Heeft u bv. zware machines draaien, dan is het perfect te verantwoorden dat u daarop een hoger percentage laat toepassen.