Het kapitaal van een holding belastingvrij verminderen?
Holding opgericht via inbreng aandelen
Holding. Dat is een vennootschap die aandelen van een of meerdere andere vennootschappen aanhoudt. Die aandelen verwerft ze door ze te kopen of via een inbreng. In het tweede geval zorgt dat voor de holding voor een groot kapitaal.
Interne meerwaarde. Dat is het verschil tussen de waarde waarvoor de inbrenger van de aandelen de aandelen aangeschaft heeft, en de prijs waarvoor ze aan de holding verkocht worden of de waarde waarvoor ze in de holding ingebracht worden. Als de inbreng geen ‘normale verrichting van het beheer van een privévermogen’ is, kan de fiscus die interne meerwaarde belasten tegen 33%.
Oud standpunt Rulingdienst. Een jaar of tien geleden heeft de Rulingdienst een ‘standpunt’ gepubliceerd over interne meerwaarden. Daarin stelde hij dat die meerwaarde, in geval van een inbreng van de aandelen, niet belastbaar was als er bepaalde engagementen nageleefd werden, o.a. dat de holding de eerste drie jaar na de inbreng haar kapitaal niet zou verminderen.
Toepassing van de AMB
Herschreven AMB. De zgn. algemene AMB werd al in de jaren 1990 ingevoerd, maar werd in 2012 herschreven (art. 344, §1 WIB 92) . Deze herschreven AMB is in werking getreden vanaf aanslagjaar 2013 of aanslagjaar 2012 (voor boekjaren afgesloten vanaf 06.04.2012 maar vóór 31.12.2012). Ze kan zowel op aparte belastingontwijkende rechtshandelingen toegepast worden als op een geheel van zulke rechtshandelingen. Volgens de fiscus volstaat het in het tweede geval dat minstens één rechtshandeling verricht werd na de inwerkingtreding van de AMB (Ci.RH. 81/616.207, 04.05.2012) .
Toepassing op holdings. Na de invoering van de nieuwe versie van de AMB schrapte de DVB zijn ‘standpunt’ over holdings, omdat de fiscus interne meerwaarden bij inbreng van aandelen voortaan zou kunnen aanpakken met de AMB. Latere kapitaalverminderingen bij de holding zou hij ten belope van de interne meerwaarde in dividenden kunnen herkwalificeren en aan roerende voorheffing onderwerpen. De kapitaalvermindering zou immers de laatste stap zijn van een geheel van rechtshandelingen waarvan de oprichting van de holding de eerste zou zijn. Voor de herkwalificatie van de kapitaalvermindering in een dividend zou het volstaan dat die vermindering na de inwerkingtreding van de AMB plaatsvindt.
Kan dat?
Wat vindt de rechtspraak? De rechtspraak is terecht van oordeel dat de AMB maar op ‘een geheel van rechtshandelingen’ toegepast kan worden als die rechtshandelingen allemaal verricht werden na de inwerkingtreding van de AMB (Gent, 03.12.2019) . Wanneer een holding voordien opgericht is, kan het dus niet (Gent, 28.04.2020) .
Let op! Voor holdings opgericht sinds 01.01.2017 met een inbreng van aandelen wordt het deel van het kapitaal boven de aanschaffingswaarde van de ingebrachte aandelen voor de inbrenger wettelijk beschouwd als een reserve (art. 184, lid 4 WIB 92) . Als zo’n holding later haar kapitaal vermindert, wordt dit deel sowieso als uitgekeerd dividend aan roerende voorheffing onderworpen, zonder dat de fiscus nog de AMB moet toepassen.