Tijdelijke werkloosheid: wat is het gevolg voor belastingen?

Uitkering nog belastbaar in 2021

Uitkeringen zijn niet ‘netto’. Werknemers die tijdelijk werkloos waren, kregen een uitkering met (soms) nog een extra bijpassing van de RVA en/of hun werkgever. Alleen is die uitkering helemaal geen nettobedrag. Ze moeten die inkomsten ook aangeven in hun belastingaangifte in 2021.

Er ging maar 15% bedrijfsvoorheffing af. De wetgever heeft het tarief van de bedrijfsvoorheffing verlaagd op de wettelijke uitkeringen die tijdens de periode van 1 mei 2020 tot en met 31 december 2020 betaald of toegekend worden aan tijdelijk werklozen. Het tarief daalt van 26,75% naar 15%. Dat is dus wellicht lager dan het tarief dat er op hun loon af gaat.

Definitieve afrekening in 2021. De bedrijfsvoorheffing is echter een voorschot op de belasting, wat betekent dat die niet noodzakelijk de verschuldigde belasting dekt, aangezien het tarief van de bedrijfsvoorheffing niet noodzakelijk overeenkomt met het belastingtarief. Afhankelijk van de fiscale situatie van de belastingplichtige kan deze correctie ofwel een belastingteruggave, ofwel een te betalen toeslag zijn.

Een speciaal tarief voor vervangingsinkomsten. Werkloosheidsuitkeringen behoren, net als ziekte-uitkeringen en pensioenbedragen, tot de fiscale categorie van de vervangingsinkomsten. De fiscus past voor die categorie bij de berekening van de belasting een belastingvermindering toe. De belastingvermindering voor 2020 bedraagt maximaal € 1.828,41. Door die belastingvermindering kan het in de uiteindelijke belastingen van sommige werknemers die tijdelijk werkloos waren nog wel meevallen of krijgen ze zelfs meer terug dan anders.

Goed om te weten. De fiscus beperkt de vermindering wel proportioneel volgens het deel dat het vervangingsinkomen uitmaakt in het totale inkomen. Stel dus dat de werknemer 50% loon kreeg en 50% werkloosheidsuitkering, dan zal de vermindering nog slechts de helft bedragen.

Voor wie is dat nadelig?

Belastingvermindering geldt niet voor iedereen. Zijn er andere inkomsten, dan wordt de belastingvermindering almaar kleiner zodra het totale inkomen een bepaalde drempel overschrijdt.

Niet meer voor belastbaar inkomen > € 29.600. Voor de werkloosheidsuitkeringen blijft er vanaf een totaal inkomen van meer dan € 29.600 immers niets meer over van de vermindering. Dan zullen de werkloosheidsuitkeringen als een gewoon loon belast worden en kan de hoogste schijf dan aan een aanslagvoet van 50% onderworpen worden. De bedrijfsvoorheffing van 15% zal dus ruim onvoldoende zijn.

Dat dit jaar compenseren? De werknemers kunnen aan hun werkgever in dat geval vragen om dit jaar al bijkomende bedrijfsvoorheffing in te houden en (deels) voorafbetalingen te doen, om een te zware belastingafrekening volgend jaar te vermijden.

Hoeveel precies? Een precieze simulatie zal pas in de loop van het voorjaar 2021 (bv. via Tax-Calc) mogelijk zijn voor de inkomsten van het jaar 2020, aanslagjaar 2021. Ook nu kan uw werknemer – op basis van de berekening van 2019, aanslagjaar 2020 – wel een goede schatting maken.

Goed om te weten. De werkloosheidsuitkering en de aanvullende vergoedingen zal hij moeten aangeven in vak IV, rubriek D. Vervangingsinkomsten bij de code 1271/2271.