Uw vennootschap privé ‘bijspringen’
Meer rendement via uw vennootschap dan op uw spaarboekje. Dat een spaarboekje eigenlijk niets opbrengt, dat weet u al langer... Leent u dus uw geld, dat nu nog op een spaarboekje staat, uit aan uw vennootschap, dan kunt u uw brutorendement erop alvast verhogen.
Ook gemakkelijk te regelen. Een lening sluiten tussen u en uw vennootschap kan via een eenvoudig contract en het bedrag kan geboekt worden als een ‘echte’ lening of gewoon via uw rekening-courant (rc). U hoeft ervoor dus absoluut niet naar de notaris te gaan.
Let op! Sluit u een leningsovereenkomst, dan is er ook nog wat extra juridisch papierwerk inzake het zgn. tegenstrijdig belang.
Tip. Uw boekhouder zal hiervoor desgevallend het nodige kunnen doen.
Wel roerende voorheffing, maar toch per saldo privé meer voordeel. Akkoord, de interesten op een spaarboekje zijn tot € 990 vrijgesteld van belastingen en op de interesten uit uw vennootschap betaalt u vanaf de eerste euro wél belastingen, nl. 30% roerende voorheffing. Echter, als u zich houdt aan de sinds 2020 jaarlijks wettelijk bepaalde marktrente, dan houdt u van uw brutorentevoet van 4,06% (marktrente voor 2020) netto nog 2,842% (tegen 30% rv) over. Ruimschoots meer dus dan de pakweg 0,11% (inclusief getrouwheidspremie) op uw spaarboekje.
Wat bij uw vennootschap dan? Voor haar zijn de interesten die ze aan u privé betaalt in principe aftrekbaar, behalve als ze ‘overdreven’ zouden zijn en dus fiscaal gezien zgn. geherkwalificeerd moeten worden in een dividend. Dividenden zijn voor uw vennootschap immers niet aftrekbaar.
Hoe die herkwalificatie vermijden? Door vooreerst niet meer interesten te vragen dan de marktrente, lees: dus niet meer dan 4,06%. Verder mag het bedrag van de lening niet hoger zijn dan het zgn. eigen vermogen van uw vennootschap (de belaste reserves bij het begin van het boekjaar plus het gestorte kapitaal aan het einde van het boekjaar). Dit checkt u het best even af met uw boekhouder.