CONTROLE & GESCHILLEN - SANCTIES - 08.10.2020

Wanneer belast op een forfaitaire minimumwinst?

Een vennootschap wordt belast op een forfaitaire winst van € 19.000 omdat ze geen belastingaangifte ingediend heeft. Volgens de vennootschap heeft ze voor het jaar in kwestie geen belastbare winst gehad, maar de fiscus acht dit niet bewezen. Hoe oordeelde de rechter hierover?

Een vennootschap dient geen belastingaangifte in. De fiscus vestigt een aanslag van ambtswege (AVA) op een zgn. forfaitaire minimumwinst van € 19.000. De vennootschap dient daarop alsnog een aangifte in met een belastbaar resultaat van € 0 en gaat in bezwaar.

Standpunt Administratie

De fiscus blijft bij zijn taxatie. Volgens hem weerlegt de aangifte het belastbaar inkomen van € 19.000 niet. Er zouden immers een aantal significante gebreken in de boekhouding zitten waardoor die niet bewijskrachtig is.

Standpunt rechter

De fiscus krijgt ongelijk. De AVA is terecht, maar de belasting op de forfaitaire minimumwinst niet. Volgens de rechter is de boekhouding van de vennootschap wel bewijskrachtig en vormt ze dus het vereiste tegenbewijs van de forfaitaire minimumwinst.

Download het arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 10.03.2020 van http://tipsenadvies-belastingen.be/download  – code BT 26.22.06.

Commentaar

Aanslag van ambtswege. De fiscus kan in vijf gevallen een AVA vestigen (art. 351 WIB 92) . Eén ervan is wanneer er geen of een te late aangifte ingediend wordt.

Omkering van bewijslast. In een procedure van AVA wordt de bewijslast omgedraaid. Normaal gezien ligt die bij de fiscus, maar bij een AVA is het aan u om het juiste bedrag van de belastbare inkomsten te bewijzen (art. 352, lid 1 WIB 92) .

Minimumwinst. Het niet of te laat indienen van de aangifte heeft niet enkel gevolgen voor de bewijslast, maar ook voor de bewijsmiddelen van de fiscus. Hij kan dan immers het wettelijk vermoeden van de forfaitaire minimumwinst toepassen (art. 342, §3 WIB 92) .

Let op! Voor de toepassing van dit vermoeden volstaat het dat er geen of een te late aangifte ingediend werd. De fiscus is niet verplicht om aan te tonen of aannemelijk te maken dat uw onderneming in het betrokken aanslagjaar winst maakte.

Hoeveel? Voor aanslagjaar (aj.) 2014, waarover deze zaak ging, bedroeg de minimumwinst € 19.000. Dat is in 2020 nog altijd het bedrag voor eenmanszaken. Voor vennootschappen heeft de wet tot de hervorming van de vennootschapsbelasting het bedrag verhoogd. Voor de aanslagjaren 2019 en 2020 was het € 34.000, voor aj. 2021 is het € 40.000, en vanaf aj. 2022 wordt dit bedrag jaarlijks geïndexeerd (art. 342, §4 WIB 92) .

Let op! Bovendien wordt dit bedrag in geval van een tweede, derde, vierde of volgende inbreuk verhoogd met 25%, 50%, 100% of 200% (art. 342, §4, lid 2 WIB 92 en 182, §2/1 WIB 92) .

Hoe reageren? Het vermoeden van de forfaitaire minimumwinst is weerlegbaar. Het bewijs van de werkelijke belastbare winst kan geleverd worden met een bewijskrachtige boekhouding. Dat is wat de vennootschap in deze zaak gedaan heeft en waardoor ze uiteindelijk het pleit won.

Tip. Een boekhouding is bewijskrachtig wanneer ze volledig is en wanneer het geheel van de vermeldingen controleerbaar, nauwkeurig en overeenstemmend is en gestaafd door bewijsstukken. Het feit dat de boekhouding niet volledig volgens de wettelijke regels gevoerd wordt, is daarbij van ondergeschikt belang.

De fiscus kan uw vennootschap van ambtswege belasten op een forfaitaire minimumwinst van € 40.000 (voor aanslagjaar 2021) als de aangifte niet of te laat ingediend wordt. U kunt het vermoeden dat dit de belastbare winst is echter weerleggen met een bewijskrachtige boekhouding.


Uw volgende stap


Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878