Begint u een vennootschap beter nog in 2020?
Wanneer vennootschapsbelasting?
Vennootschapsbelasting. Het belangrijkste fiscale voordeel van een vennootschap is dat haar inkomsten belast worden tegen lagere tarieven dan die van de personenbelasting. In dit laatste geval zijn uw inkomsten belastbaar tegen tarieven tot meer dan 50%. Werkt u met een vennootschap, dan is het tarief daarentegen 25% en meestal zelfs maar 20%.
Vanaf wanneer? Uw inkomsten worden in principe in de vennootschapsbelasting belast vanaf de dag dat u uw praktijk eraan overdraagt. Die overdracht valt normaal gezien samen met de oprichting van uw vennootschap. Stel dat u uw vennootschap op 1 december 2020 opricht, dan worden uw inkomsten van december 2020 in de vennootschapsbelasting belast. Op uw inkomsten van 1 januari 2020 tot en met 30 november 2020 betaalt u nog personenbelasting.
Tip. U kunt een vennootschap ook oprichten met terugwerkende kracht, zodat er meer inkomsten al in de vennootschapsbelasting belast worden. Overdrijf hier echter niet mee; de fiscus aanvaardt dat slechts voor ten hoogste enkele maanden.
Belasting op stopzettingsmeerwaarden
Wat is een stopzettingsmeerwaarde? Dat is het verschil tussen de waarde waarvoor u een investering of ander zgn. actief aan uw vennootschap overdraagt en de boekwaarde ervan. U heeft bv. een toestel dat nog in uw boekhouding staat voor € 1.000, maar dat u aan uw vennootschap overdraagt tegen de marktwaarde, die € 5.000 is. De stopzettingsmeerwaarde bedraagt dan € 4.000.
Belastbaar? Ja, u moet normaal gezien nog belasting betalen op stopzettingsmeerwaarden. Voor sommige stopzettingsmeerwaarden wordt de belasting berekend tegen de progressieve tarieven, maar voor zgn. vaste activa, dat zijn investeringen, gelden meestal aparte, lagere tarieven.
Tip. Wanneer u in ruil voor uw praktijk van uw vennootschap enkel aandelen krijgt, geen geld, kunt u ook kiezen om de stopzettingsmeerwaarde vrij te stellen van belasting. Meestal is dat echter niet zo interessant, o.a. omdat uw vennootschap dan verder moet afschrijven op de boekwaarde.
Tarieven. Stopzettingsmeerwaarden op ‘materiële’ vaste activa, dat zijn tastbare investeringen zoals meubilair, onroerende goederen, enz., zijn belastbaar tegen 16,5% + gemeentebelasting. Vergoedt uw vennootschap u echter ook voor het overgedragen cliënteel, dan is de stopzettingsmeerwaarde op dat zgn. immaterieel vast actief belastbaar tegen 33% tot de zgn. 4x4-grens, en daarboven tegen het progressief tarief.
Overstap in 2020 of in 2021?
4x4-grens. Deze grens is gelijk aan de netto-inkomsten van uw praktijk in de vier jaren vóór het jaar van stopzetting. Het gaat hier om kalenderjaren. Stopt u in 2020, dan moet u dus rekening houden met de netto-inkomsten van 2016 tot en met 2019. Stopt u in 2021, dan gaat het om de netto-inkomsten van 2017 tot en met 2020.
Belang? Als u dit jaar wegens de coronacrisis minder inkomsten gehad heeft dan de vorige jaren, wacht u normaal gezien beter niet tot in 2021 met de overstap naar een vennootschap. De 4x4-drempel zal dan immers lager liggen dan wanneer u al in 2020 stopt, en er zal dus een groter gedeelte van de prijs voor het cliënteel belast worden tegen het progressief tarief in plaats van tegen 33%.