Een aftrekbaar loon voor de zoon van een bedrijfsleider?
De heer X is bestuurder van de NV V, een groothandel in vlees. Voor de inkomstenjaren 2011 en 2012 brengt hij van zijn bestuurdersbezoldiging werkelijke beroepskosten in mindering waaronder € 6.000 als loon voor zijn zoon.
Standpunt Administratie
De fiscus stuurt een bericht van wijziging waarin hij de aftrek van het loon voor de zoon weigert. Volgens de controleur heeft de zoon niet gewerkt voor zijn vader, maar voor de NV. De heer X heeft dus het loon niet ten laste genomen om zijn eigen beroepsinkomsten te verkrijgen of te behouden, en dus is het loon geen aftrekbare beroepskost.
Standpunt rechter
De rechter geeft de fiscus gelijk. Het werk van de zoon bestaat o.a. uit het ontwerpen van folders, het afhandelen van bestellingen en het leveren van goederen. Dit zijn taken die louter operationeel van aard zijn en inherent zijn aan de activiteiten van de vennootschap. De bedrijfsleider heeft niet aangetoond dat hij door de hulp van zijn zoon minder gewerkt heeft voor hetzelfde loon.
Commentaar
Zelfstandige helpers. Wanneer een inwonend kind u helpt bij u werkt en u hem/haar daarvoor betaalt, kan dat loon voor u een aftrekbare beroepskost zijn (art. 52, 4° WIB 92) . Uw kind wordt fiscaal beschouwd als een zgn. helper, zodat het loon bij hem/haar belast wordt als een werknemersloon. Voor de sociale zekerheid is uw kind echter geen werknemer, maar een zelfstandige.
Let op! Uw kind is niet meer ten laste voor het jaar dat u er een als beroepskost afgetrokken loon aan toekent (art. 145, lid 1, 1° WIB 92) .
Ook voor bedrijfsleiders? In principe wel. De wet maakt immers geen onderscheid of u via een eenmanszaak dan wel via vennootschap werkt. In 2013 heeft hetzelfde hof van beroep als dat in deze zaak in negen zaken de aftrek van een helpersloon door een bedrijfsleider aanvaard (Gent, 17.12.2013) . De rechters oordeelden toen dat de taken van een bedrijfsleider niet beperkt zijn tot het eigenlijke leiding geven in een vennootschap, maar ook bestaan uit werk dat tot de activiteiten van de vennootschap behoort.
Wat heeft Cassatie beslist? De fiscus was het niet eens met die arresten uit 2013 en trok naar Cassatie. In een van die zaken kreeg hij gelijk. Het hoogste gerechtshof besliste in 2016 dat een bedrijfsleider maar een loon aan zijn kinderen in aftrek kan nemen als beroepskost als hij bewijst dat het werk van de kinderen hemzelf ten goede komt in plaats van zijn vennootschap (Cass., 07.04.2016) .
Doen of niet? Meestal is het af te raden. De kans dat de fiscus moeilijk zal doen en dat u ook van de rechter ongelijk zal krijgen is immers zeker sinds dat cassatiearrest, erg groot. Doe dit dus enkel als u gemakkelijk kunt aantonen dat uw kind u helpt bij uw werk als bedrijfsleider i.p.v. uw vennootschap.
Wat dan wel? Een alternatief is om uw kind te benoemen tot medebestuurder van de vennootschap. Het loon is dan in principe een aftrekbare kost voor uw vennootschap, uw kind blijft ten laste zolang zijn totale zgn. nettobestaansmiddelen niet hoger zijn dan € 3.380 (bedrag voor 2020) en voor de sociale zekerheid is uw kind een zelfstandige.
Download het arrest van het hof van beroep te Gent van 18.02.2020 van http://tipsenadvies-belastingen.be/download  – code BT 27.03.06.