KAPITAAL - 17.11.2020

Kapitaalverhoging (NV) of uitgifte aandelen (BV): wat is er gewijzigd onder het WVV?

Het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) heeft enerzijds de uitgifte van nieuwe aandelen in de NV en de BV verregaand versoepeld. Anderzijds is bv. de verslagplicht van het bestuursorgaan verstrengd. Wat is er nog zoal gewijzigd inzake kapitaalverhogingen (NV) of de uitgifte van nieuwe aandelen (BV)? Wat houdt het wettelijke voorkeurrecht in? Is een beperking of opheffing van dat voorkeurrecht mogelijk? Onder welke voorwaarden?

Kapitaalverhoging (NV)

Verslagplicht bestuur

Voortaan moet het bestuursorgaan bij elke vorm van kapitaalverhoging een bijzonder verslag opmaken, dus niet alleen (zoals onder het W.Venn.) bij een inbreng in natura, maar ook bij een inbreng in geld. Ook bij de uitgifte van converteerbare obligaties en inschrijvingsrechten (de vroegere warrants) is een verslag verplicht.

Dat verslag moet aan de aandeelhouders ter beschikking gesteld worden. In dat verslag, dat ook ter griffie in het vennootschapsdossier neergelegd moet worden, moet de uitgifteprijs verantwoord worden, alsook de gevolgen voor de vermogensrechten (dividend en vereffeningsoverschot) en voor de lidmaatschapsrechten (waaronder de stemrechten) verbonden aan de bestaande aandelen (art. 7:179 WVV) . Het ontbreken van dat bijzondere bestuursverslag (uitgifteverslag genoemd) kan leiden tot de nietigheid van de beslissingen van de algemene vergadering.

Verslagplicht commissaris of revisor

Bij een uitgifte van nieuwe effecten (inclusief converteerbare obligaties en inschrijvingsrechten) moet de commissaris (of, bij gebrek aan een commissaris, een revisor) steeds een verslag opstellen over de getrouwheid van de boekhoudkundige en financiële gegevens die opgenomen zijn in het verslag van het bestuursorgaan. Ook dat verslag moet ter beschikking gesteld worden aan de aandeelhouders en moet neergelegd worden ter griffie.

Verzaking aan verslagplicht?

De aandeelhouders kunnen – enkel unaniem – aan de verslagverplichtingen verzaken, maar niet bij een inbreng in natura, en evenmin bij een uitgifte van converteerbare obligaties en inschrijvingsrechten.

Bijkomende inbreng (BV)

Geen kapitaal meer

In de BV is het kapitaalbegrip afgeschaft, dus een kapitaalverhoging in de strikte zin van het woord is niet meer mogelijk, maar het blijft uiteraard wel mogelijk om nieuwe effecten uit te geven.

Alle effecten mogelijk

Een BV kan voortaan alle effecten uitgeven die niet door of krachtens de wet verboden zijn (art. 5:18 WVV) . Die effecten zijn in principe steeds op naam, maar kunnen, indien de statuten dit toelaten, gedematerialiseerd zijn. Eigenaars van gedematerialiseerde effecten kunnen te allen tijde vragen dat die op hun kosten omgezet worden in effecten op naam (art. 5:19 WVV) .

Inbreng in nijverheid

Onder het WVV wordt in een BV het inbrengen van nijverheid (de verbintenis van een aandeelhouder om werk of diensten te verrichten) en de vergoeding daarvan in aandelen mogelijk (art. 1:8, §2, lid 3 WVV) . De controle door de commissaris of, bij gebrek aan een commissaris, een revisor, blijft behouden. Wanneer de inbrenger van nijverheid in de definitieve onmogelijkheid verkeert om zijn verbintenissen tot het verrichten van arbeid na te komen, komen de aandelen die hij in ruil voor zijn inbreng verkreeg, te vervallen (art. 5:10 WVV) . De statuten kunnen van die regeling afwijken.

Quasi-inbreng

De regels inzake quasi-inbreng, een verkoop door een oprichter van een actiefbestanddeel (roerend of onroerend, materieel of immaterieel) aan de vennootschap binnen de twee jaar na oprichting, worden afgeschaft in de BV. Let wel, bij een inbreng in natura bij oprichting geldt wel een dubbele verslaggeving (bestuur en bedrijfsrevisor). Ook de regels inzake belangenconflict blijven uiteraard van toepassing, voor het geval de inbrenger ook bestuurder is (of rechtstreeks met een bestuurder verbonden is, bv. de echtgenote, ...).

Inbreng in geld

Onder het W.Venn. was in de BVBA enkel een bijzonder bestuursverslag vereist bij een kapitaalverhoging via een inbreng in natura. Onder het WVV wordt een bijzonder bestuursverslag verplicht bij elke uitgifte van nieuwe aandelen, net zoals bij de NV. De regels inzake de inhoud van dat verslag en de neerleggingsverplichting zijn gelijklopend met die van de NV (zie hierboven) .

Bijkomende inbreng

Ook is het in de BV voortaan mogelijk om bijkomende inbrengen te verrichten zonder uitgifte van nieuwe aandelen, en dit zelfs met gewone meerderheid. Aangezien er geen nieuwe aandelen uitgegeven worden en het bedrag van het eigen vermogen van de BV (i.t.t. het vroegere kapitaal van de BVBA) niet in de statuten staat, vindt er immers geen statutenwijziging plaats. Nochtans moet u wél nog langs de notaris passeren voor de authentieke vaststelling van de bijkomende inbreng.

Uitgiftepremie verdwijnt

Een uitgiftepremie werd geboekt om het verschil aan te duiden tussen de uitgifteprijs van nieuwe aandelen en de nominale of fractiewaarde van de bestaande aandelen. Omdat het kapitaalbegrip in de BV afgeschaft is en de uitgifteprijs van nieuwe aandelen vrij bepaald kan worden, verdwijnt de uitgiftepremie.

Bevoegdheidsdelegatie aan bestuur

Zoals vroeger reeds mogelijk was in de NV (waar dit het ‘toegestane kapitaal’ genoemd werd), wordt het nu ook in de BV mogelijk dat de statuten voorzien in de mogelijkheid voor de algemene vergadering om de bevoegdheid om aandelen, converteerbare obligaties en inschrijvingsrechten uit te geven, te delegeren aan het bestuur.

Hieraan zijn diverse voorwaarden verbonden (art. 5:137 WVV) . Ook moet er op de eerstvolgende algemene vergadering verslag uitgebracht worden door het bestuur dat van die bevoegdheid gebruikgemaakt heeft.

Voorkeurrecht in de NV en de BV

Principe

Bij de uitgifte van aandelen, converteerbare obligaties en inschrijvingsrechten hebben de bestaande aandeelhouders steeds een wettelijk voorkeurrecht.

Per categorie en per soort

Het WVV bepaalt met betrekking tot inbrengen in geld dat het voorkeurrecht van bestaande aandeelhouders per categorie van effect en per soort van aandeel uitgeoefend moet worden. Wordt een nieuw soort aandelen uitgegeven, dan hebben alle bestaande aandeelhouders een voorkeurrecht m.b.t. de aandelen van die nieuwe soort (art. 5:128 WVV) . Die regeling is het gevolg van de beslissing om ook in de BV toe te laten dat effecten uitgegeven worden die niet door of krachtens de wet verboden zijn.

Geen beperking mogelijk?

Dat voorkeurrecht kan niet door de statuten beperkt of opgeheven worden (art. 5:130 en 7:190 WVV) . De algemene vergadering kan het voorkeurrecht echter wel beperken, in het belang van de vennootschap, volgens een in de wet voorziene procedure. Het voorstel daartoe moet dan in de agenda opgenomen worden en de beslissing kan slechts genomen worden met naleving van de aanwezigheids- en meerderheidsvereisten voor een statutenwijziging (en met naleving van enkele andere voorwaarden).

Adviezen

  • Wat de NV betreft, voorziet het WVV slechts in beperkte wijzigingen op het vlak van de kapitaalverhoging. Het bestuur moet nu bij elke kapitaalverhoging (ook in geld) een verslag opmaken, tenzij de aandeelhouders expliciet en unaniem aan die verplichting verzaken.
  • In de BV zijn de wijzigingen ingrijpender: inbreng in nijverheid, bijkomende inbreng zonder creatie van aandelen en een bevoegdheidsdelegatie aan het bestuursorgaan zijn voortaan mogelijk. Die bevoegdheidsdelegatie is vergelijkbaar met het ‘toegestane kapitaal’ in de NV en geeft het bestuur de bevoegdheid om nieuwe aandelen uit te geven.
  • Het voorkeurrecht van de bestaande aandeelhouders kan in de NV en in de BV niet door de statuten beperkt of opgeheven worden. De algemene vergadering kan daar in het belang van de vennootschap wel toe beslissen.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878