VRUCHTGEBRUIK - 26.11.2020

Nieuwe regels vruchtgebruik op komst

Het nieuwe goederenrecht bevat een aantal wijzigingen in de wettelijke regeling rond vruchtgebruik op onroerende goederen. Wat verandert er zoal? Wat zegt de nieuwe wet over de maximale duurtijd van het vruchtgebruik en de mogelijkheid tot omzetting daarvan? Wie moet welke herstellingen aan het onroerend goed betalen? Over welke controlemogelijkheden beschikt u voortaan als blote eigenaar? Kan een blote eigenaar nu eisen dat de vruchtgebruiker het onroerend goed verzekert?

Belang. De wettelijke regels m.b.t. vruchtgebruik zijn van belang wanneer de langstlevende na het overlijden van zijn partner het vruchtgebruik heeft over de goederen in de nalatenschap, terwijl de kinderen de blote eigendom bezitten. Daarnaast zijn die regels bv. ook relevant als u de blote eigendom van een pand aankoopt, terwijl uw kinderen of uw vennootschap het vruchtgebruik verwerven.

Inwerkingtreding. Het nieuwe Wetboek Goederenrecht brengt heel wat wijzigingen aan in de wettelijke regels inzake vruchtgebruik op onroerende goederen. De nieuwe regels treden in werking op 1 september 2021. Ze zijn dus van toepassing op vruchtgebruiken die vanaf die datum ontstaan. De nieuwe wet is niet van toepassing op de toekomstige gevolgen van rechtshandelingen en rechtsfeiten die hebben plaatsgevonden voor haar inwerkingtreding en geldt dus niet voor reeds vóór 1 september 2021 bestaande relaties tussen vruchtgebruikers en blote eigenaars.

Duurtijd. Onder de nieuwe wet kan het vruchtgebruik voortaan maximaal 99 jaar duren, behalve als de natuurlijke persoon op wiens hoofd het vruchtgebruik gevestigd is langer zou leven. Werd het vruchtgebruik voor een kortere duur aangegaan, dan kan het verlengd worden, tot maximaal 99 jaar. Het vruchtgebruik van een rechtspersoon eindigt ook bij zijn faillietverklaring of de vrijwillige, wettelijke of gerechtelijke ontbinding, maar niet in geval van fusie, splitsing of een gelijkgestelde verrichting.

Omzetting. De vruchtgebruiker en de blote eigenaar kunnen steeds vorderen dat vruchtgebruik geheel of ten dele omgezet wordt, in de volle eigendom van een deel van de met vruchtgebruik belaste goederen, in een geldsom, of in een gewaarborgde en geĂŻndexeerde rente. Dit recht is persoonlijk en kan niet uitgeoefend worden door de schuldeisers van de rechthebbende. Het is uiteindelijk de rechtbank die het laatste woord heeft. Die kan de omzetting geheel of gedeeltelijk toestaan, rekening houdend met de belangen van alle partijen. Er gelden ook specifieke regels inzake de omzetting wanneer de vruchtgebruiker de langstlevende echtgenoot is.

Herstellingen. Zoals vroeger wordt ook in het nieuwe wetboek nog steeds een onderscheid gemaakt tussen onderhoudswerken en grove herstellingen aan het onroerend goed. Onderhoudsherstellingen zijn herstellingen die, op korte of lange termijn, nodig zijn om de waarde van het goed te vrijwaren, onder voorbehoud van normale slijtage, ouderdom of overmacht. Denk bv. aan schilderwerken, het plaatsen van een nieuwe vloer, enz. De wet geeft nu wel duidelijker aan wat grove herstellingen zijn: herstellingen die betrekking hebben op de structuur van het goed of van zijn inherente bestanddelen of waarvan de kosten manifest de vruchten van het goed te boven gaan (art. 3.154 nieuw BW) , zoals het plaatsen van een nieuw dak.

Wie betaalt? De onderhoudsherstellingen blijven ten laste van de vruchtgebruiker. Voor grove herstellingen komt er wel een nieuwe regeling. Het is de blote eigenaar die deze herstellingen moet (laten) uitvoeren, in overleg met de vruchtgebruiker. De blote eigenaar moet wel niet meebetalen in herstellingen (zelfs grove) die nodig zijn aan gebouwen die de vruchtgebruiker opgericht heeft of voor herstellingen die uitsluitend aan de vruchtgebruiker te wijten zijn. De blote eigenaar kan bovendien eisen dat de vruchtgebruiker proportioneel meebetaalt voor de kosten van grove herstellingen, in verhouding tot de waarde van het vruchtgebruik tegenover de waarde van de volle eigendom. Om de waarde van het vruchtgebruik te bepalen gebruikt u het best de tabellen die jaarlijks gepubliceerd worden in het Staatsblad.

Controle. Bij de start van het vruchtgebruik wordt er door de blote eigenaar en vruchtgebruiker een beschrijving opgemaakt van het onroerend goed. Bij gebrek aan akkoord hierover wordt een beschrijving en schatting opgesteld door een deskundige die zij gezamenlijk aanstellen of, bij gebreke van akkoord, laten aanstellen door de rechtbank. Zolang een dergelijke beschrijving niet is opgemaakt, heeft de blote eigenaar voortaan recht op de vruchten en kan hij veelal de afgifte van het bezwaarde goed aan de vruchtgebruiker opschorten. Weet wel dat er ook hier andere regels gelden als de vruchtgebruiker van rechtswege in het bezit van de goederen treedt, bv. naar aanleiding van een overlijden. De blote eigenaar heeft verder het recht om eenmaal per jaar het onroerend goed te bezichtigen.

Verzekering. De vruchtgebruiker is verplicht om het goed in volle eigendom te verzekeren voor de gebruikelijke risico’s (brand, stormschade, ...) en hiervoor de premies te betalen. De vruchtgebruiker moet de bewijsstukken op eerste verzoek voorleggen aan de blote eigenaar. Indien de vruchtgebruiker niet aan deze verplichtingen voldoet, mag de blote eigenaar zelf een verzekering nemen en is de vruchtgebruiker verplicht om hem de kosten daarvan onmiddellijk te vergoeden.

Het nieuwe Wetboek Goederenrecht dat op 1 september 2021 in werking treedt, bevat een reeks nieuwe spelregels rond vruchtgebruik. Zo duurt een vruchtgebruik in de toekomst in principe maximaal 99 jaar (nu 30) en loopt het af bij het faillissement van de rechtspersoon-vruchtgebruiker. Bovendien kan in de loop van de rit de omzetting door beide partijen gevraagd worden. De grove herstellingen moeten deels door de vruchtgebruiker en deels door de blote eigenaar betaald worden. Verder krijgt de blote eigenaar een jaarlijks bezoekrecht aan het pand en wordt de verplichting om het pand te verzekeren bij de vruchtgebruiker gelegd.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878