Uren van jobstudenten tellen niet allemaal mee

Specifieke coronaregeling jobstudenten

Uren tweede kwartaal 2020 tellen niet mee. Tijdens de eerste COVID-19-golf van dit voorjaar bleek er in bepaalde sectoren een grotere nood aan arbeidskrachten te zijn. Om de inzet van jobstudenten mogelijk te maken, kwamen de uren die zij in het tweede kwartaal presteerden niet in aanmerking voor de berekening van het contingent van 475 uur per kalenderjaar.

Voorbeeld. Een student die 50 uur gepresteerd heeft tijdens het tweede kwartaal 2020, zal zijn pot van 475 uur hiermee niet verminderd zien worden. Die komen dus simpelweg niet voor op het attest.

Geldt voor alle werkgevers. Hoewel de maatregel vooral bedoeld was om het gebruik van extra arbeidskrachten mogelijk te maken in kritieke sectoren zoals de verkoop in supermarkten, was deze maatregel in het tweede kwartaal voor alle werkgevers van toepassing.

Hoe zit dat in het vierde kwartaal? De uren die als jobstudent gepresteerd worden tijdens het vierde kwartaal 2020 en het eerste kwartaal 2021 tellen niet mee voor de berekening van het contingent van 475 uur per kalenderjaar, dus op het contingent van resp. 2020 en 2021.

Nu enkel zorgsector en onderwijs. Dat is het verschil met de regeling in het tweede kwartaal. Nu kan dit enkel in de zorgsector en in het onderwijs, toen kon het in alle sectoren. Voor de zorgsector gaat het om de volgende paritaire comités: PC 318 (diensten voor gezins- en bejaardenhulp), PC 319 (opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten), PC 330 (gezondheidsinrichtingen en -diensten), PC 331 (Vlaamse welzijns- en gezondheidssector) en PC 332 (Franstalige en Duitstalige welzijns- en gezondheidssector).

Tip. Ook indien het contingent reeds opgebruikt is in de voorafgaande kwartalen van 2020, kan toch de solidariteitsbijdrage toegepast worden voor de prestaties van jobstudenten in de zorgsector en in het onderwijs (dus boven op het contingent van 475 uur).

Automatische toepassing. Het contingent van 475 uur wordt opgevolgd via de Dimona-aangifte, die specifiek is voor studenten (Dimona ‘STU’). Voor de bedoelde sectoren en kwartalen wordt de Dimona ‘STU’ gekoppeld aan een specifieke opvolging door de RSZ. Bij de registratie van een Dimona STU controleert de Dimona-database of de indiener een werkgever van de lijst ‘zorg/onderwijs’ is. Indien JA verschijnt, dan worden de uren niet afgetrokken van het contingent van 475 uur.

Hoe weet u of student kan werken?

Student@work. In de online teller met het beschikbare contingent worden de uren in de zorgsector en het onderwijs geneutraliseerd, d.w.z. dat het contingent van 475 uur niet vermindert met de aangegeven uren in het vierde kwartaal 2020 of het eerste kwartaal 2021 door werkgevers in deze sectoren.

Attest blijft belangrijk. Het grootste deel van de kerstvakantie situeert zich in 2020 en dus bestaat de kans dat de 475 uur reeds bereikt werden en u niet meer in aanmerking komt voor het voordelige RSZ-tarief. Vraag dus steeds vóór u een studentenovereenkomst ondertekent een recent Student@work-attest van de student en doe tijdig een Dimona-aangifte.