CONTRACTEN - 27.11.2020

Uw klant annuleert het contract: heeft u recht op een schadevergoeding?

Als uw klant een contract annuleert of een wanprestatie begaat, dan kunt u vaak een schadevergoeding vragen. Kunt u in de overeenkomst of in uw algemene voorwaarden meteen afspreken welke schadevergoeding de klant u dan verschuldigd is? Kan de rechtbank die vergoeding verminderen als ze overdreven is? Geldt dat ook als er geen sprake is van een schadebeding, maar van een opzegbeding? Wat moet u weten over het verschil daartussen?

Algemene regels

Getekend is getekend

Als u met uw klant een overeenkomst sluit om bv. bepaalde goederen of diensten te leveren, dan is uw klant daardoor ook gebonden. Een overeenkomst strekt de partijen nu eenmaal tot wet. Uw klant kan het contract dan in principe niet zomaar eenzijdig beëindigen, tenzij hij u een wanprestatie zou kunnen verwijten of tenzij er bijvoorbeeld een opschortende voorwaarde in de overeenkomst staat. Annuleert uw klant het contract toch, dan kunt u een schadevergoeding vragen. Hetzelfde geldt als uw klant een contractuele wanprestatie begaat.

Schade bewijzen

Als u een schadevergoeding vraagt, dan moet u het bedrag van uw schade in principe kunnen bewijzen. U zal dus bv. moeten aantonen welke winst u gemaakt zou hebben op het contract, welke diensten u al leverde, welke zaken u al bestelde (die u niet zomaar aan iemand anders kunt verkopen), welke schade u verder leed door de wanprestatie, enz. Weet dat dit niet altijd eenvoudig is. U riskeert dan ook om uiteindelijk van een kale reis thuis te komen of uw werkelijke schade niet helemaal te kunnen recupereren.

Schadebeding

Vooraf overeenkomen?

Het is dus aangewezen om de omvang van de schadevergoeding die uw klant u moet betalen, al overeen te komen in het contract dat u met hem sluit. U doet dat door een schadebeding in de overeenkomst op te nemen. De wet zegt dat zo’n schadebeding een beding is waarbij een persoon zich bij niet-uitvoering van de overeenkomst verbindt tot betaling van een forfaitaire vergoeding van de schade die geleden kan worden ten gevolge van de niet-uitvoering van de overeenkomst (art. 1226 BW) .

U kunt zo’n beding ook opnemen in uw algemene voorwaarden. Zorg er dan wel voor dat u kunt aantonen dat uw klant uw algemene voorwaarden aanvaard heeft.

Gedwongen uitvoering

Weet trouwens dat het niet is omdat u een schadebeding overeenkwam, dat u meteen ook verplicht bent om u daarop te beroepen. U kunt er als leverancier of dienstverlener ook nog altijd voor kiezen om de gedwongen uitvoering van de hoofdverbintenis te vragen (art. 1228 BW) . Beide tegelijk vorderen kunt u daarentegen niet, tenzij het schadebeding louter voor de vertraging bedongen is.

Hoeveel schadevergoeding?

De schadevergoeding zelf mag niet overdreven zijn. Ze moet afgestemd zijn op de reële schade die u zou kunnen lijden als uw klant het contract annuleert of een wanprestatie begaat. Verkoopt u bijvoorbeeld zeer specifieke goederen (die u maar moeilijk aan iemand anders kunt verkopen) of gaat het om maatwerk, dan kunt u veelal een hogere schadevergoeding vragen dan wanneer u standaardproducten verkoopt die goed in de markt liggen en die u dus nog opnieuw kunt verkopen.

De rechter kan matigen

Als de schadevergoeding overdreven is, dan kan uw klant ze betwisten. De rechtbank kan de overeengekomen schadevergoeding dan matigen en ze dus reduceren tot een lager bedrag. De rechter zou dit zelfs op eigen initiatief kunnen beslissen, dus ook als uw klant het zelf niet vraagt (art. 1231 BW) . Kwam u bv. overeen dat uw klant u een bepaald percentage van de waarde van het contract moet betalen als hij het contract annuleert, dan kan de rechter dat percentage dus verminderen.

Weet dat de rechter de vergoeding niet onbeperkt kan matigen. Hij kan uw klant namelijk niet veroordelen tot een kleinere geldsom dan deze die hij bij gebrek aan strafbeding verschuldigd geweest zou zijn. Het schadebeding kan door de rechter ook verminderd worden wanneer de hoofdverbintenis gedeeltelijk uitgevoerd is.

Andere afspraken maken?

U kunt de matigingsmogelijkheid waarover de rechter beschikt, niet contractueel uitsluiten. De wet zegt immers dat ieder beding dat strijdig is met de bepalingen van artikel 1231 voor niet-geschreven gehouden wordt (art. 1231, §3 BW) . Wat u wel kunt overwegen, is bv. zelf in het contract een matiging afspreken van het schadebeding, voor het geval de overeenkomst gedeeltelijk uitgevoerd wordt door uw klant. U kunt uw eis tot schadevergoeding ook vrijwillig matigen. Uw advocaat zal dat bv. vaak doen als u een overdreven schadevergoeding opnam in uw algemene voorwaarden voor het geval uw klant te laat betaalde.

Uw klant is een consument

Is uw klant een consument, dan geldt er nog eens een bijkomende regel. Meer bepaald moet u er in dat geval ook nog eens voor zorgen dat het schadebeding dat u opneemt in uw contract of in uw algemene voorwaarden, wederkerig is. Dat betekent dat u meteen ook moet afspreken dat u een gelijkaardige vergoeding verschuldigd bent aan uw klant voor het geval u de overeenkomst annuleert. Doet u dat niet, dan is het schadebeding ongeldig. U kunt er zich dan niet op beroepen en zal uw werkelijke schade moeten bewijzen. De rest van het contract blijft dan uiteraard wel overeind.

Geen matiging bij een opzegbeding

De regels die zo’n matiging toelaten, gelden alleen als er sprake is van een echt schadebeding. Dat is iets anders dan een opzegbeding. Er is sprake van een opzegbeding als het contract uw klant toelaat om een overeenkomst eenzijdig te beëindigen tijdens die overeenkomst, op voorwaarde dat hij een vergoeding betaalt. Een vergoeding die overeengekomen wordt als ‘opzegvergoeding’, is moeilijker in vraag te stellen. Uw klant zou al moeten argumenteren dat u zich bezondigt aan rechtsmisbruik of dat de clausule strijdig is met de openbare orde. Als hij daarin slaagt, dan kan de clausule nietig verklaard worden.

Hoe het onderscheid maken?

Of een bepaalde clausule een schadebeding dan wel een opzegbeding is, is niet altijd even eenvoudig uit te maken. Theoretisch gezien zijn er tussen opzeg- en schadebedingen weliswaar een aantal verschillen. Zo is een opzegvergoeding verschuldigd als tegenprestatie voor het feit dat de schuldenaar de overeenkomst eenzijdig kan opzeggen, terwijl bij schadebedingen een contractuele wanprestatie vereist is. Het opzegbeding vereist dus geen contractuele wanprestatie.

Daarnaast kan bij een schadebeding de schuldeiser ook opteren voor het laten uitvoeren van de hoofdverbintenis, terwijl bij een opzegbeding de schuldeiser niet meer de keuze heeft om de uitvoering van de hoofdverbintenis te vragen.

In de praktijk is het lang niet altijd even eenvoudig om dit onderscheid te maken. De rechter heeft hieromtrent het laatste woord. Het is dan ook belangrijk uw contract of algemene voorwaarden op dit vlak juist te formuleren. Doe eventueel een beroep op een specialist om u hierbij te helpen.

Nieuwe wetgeving

Op 1 december 2020 treedt een nieuwe wet (Wet van 04.04.2019 houdende wijziging van het Wetboek van Economisch Recht met betrekking tot misbruiken van economische afhankelijkheid, onrechtmatige bedingen en oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen, BS 24.05.2019) in werking die bepaalde clausules verbiedt in een b2b-relatie. Daarbij wordt een beding waarbij, in geval van niet-uitvoering of vertraging in de uitvoering van de verbintenissen van de andere partij, schadevergoedingen vastgesteld worden die kennelijk niet evenredig zijn aan het nadeel dat door de onderneming geleden kan worden, vermoed onrechtmatig te zijn (en dit behoudens bewijs van het tegendeel).

  • U kunt in uw overeenkomsten of algemene voorwaarden een schadebeding opnemen, waarin u een forfaitaire schadevergoeding vastlegt voor het geval dat uw klant zijn verplichtingen uit hoofde van het contract niet nakomt. U vermijdt zo uw schade zelf te moeten bewijzen.
  • De overeengekomen vergoeding mag echter niet overdreven zijn en moet afgestemd zijn op de reële schade die u zou kunnen lijden. Overdrijft u toch, dan kan de rechter de vergoeding matigen.
  • Staat er een opzegbeding in uw contract of algemene voorwaarden, dan is zo’n matiging in beginsel niet aan de orde. Enkel in eerder extreme gevallen zal uw klant zo’n opzegbeding toch nog nietig kunnen laten verklaren.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878