AANDELEN - 21.12.2020

Een andere prijs voor de aandelen van een ‘bad leaver’?

Als één van de vennoten de vennootschap wil (of moet) verlaten, dan moet de prijs voor zijn aandelen bepaald worden. Kunnen de vennoten dan onderling bepalen hoe hoog de prijs zal zijn? Hoe wordt de prijs vastgesteld als de overdracht ‘gedwongen’ gebeurt door de rechtbank? Welke nieuwe mogelijkheid van uittreding voorziet de nieuwe Vennootschapswet en welke vergoeding krijgt de uittredende aandeelhouder dan? Welke afspraken kunnen de vennoten op dit vlak maken in een aandeelhoudersovereenkomst? Wat houdt een ‘bad leaver’-clausule in een dergelijke overeenkomst in en waarover denkt een aandeelhouder maar beter goed na voor hij zo’n clausule ondertekent?

Wettelijke regels

Onderling akkoord

Als een aandeelhouder zijn aandelen wil verkopen (en de overname wordt wettelijk of statutair niet uitgesloten), dan wordt de prijs vastgelegd in overleg tussen de koper en de verkoper. De wet stelt aan deze prijs geen grenzen.

Rechtbank

Als er daarvoor een gegronde reden bestaat, dan kan een aandeelhouder door de rechtbank ook verplicht worden om zijn aandelen over te dragen aan een andere aandeelhouder. Als de rechter deze vordering inwilligt, dan zal die rechter meestal meteen een deskundige aanstellen om de prijs te bepalen waartegen de aandelen overgedragen moeten worden. Hoewel de bevindingen van de deskundige dan niet bindend zijn voor de rechtbank, zal die daar uiteindelijk wel vaak in belangrijke mate naar teruggrijpen om de uiteindelijke prijs te bepalen.

Uittreding

De nieuwe Vennootschapswet (WVV) voorziet dat de BV in haar statuten kan voorzien in de mogelijkheid van uittreding van vennoten ten laste van het vennootschapsvermogen, net zoals dat vroeger mogelijk was in de coöperatieve vennootschap. Als dat gebeurt, krijgt de uittredende aandeelhouder recht op een scheidingsaandeel. Het bedrag daarvan is, behoudens een andersluidende bepaling in de statuten, maximaal gelijk aan de nettoactiefwaarde van de aandelen volgens de laatst goedgekeurde jaarrekening en wordt betaald vanuit het vennootschapsvermogen. De overgekochte aandelen worden daarna vernietigd door de vennootschap.

Een gelijkaardige regeling is ook mogelijk voor de uitsluiting van een vennoot, waarbij deze laatste verplicht wordt om zijn aandelen te verkopen aan de vennootschap tegen betaling van een scheidingsaandeel.

De louter boekhoudkundige (niet-gecorrigeerde) nettoactiefwaarde is vaak een minimale waarde, dus partijen kunnen er belang bij hebben om hieromtrent andersluidende statutaire bepalingen vast te leggen.

Aandeelhoudersovereenkomst

Prijsafspraken?

Tussen de aandeelhouders in het bedrijf kan er ook een aandeelhoudersovereenkomst gesloten worden. In die overeenkomst kunnen bv. afspraken gemaakt worden over een recht van voorkoop dat de aandeelhouders hebben als één van hen zijn aandelen wil verkopen. Er kan bv. ook een volgrecht en volgplicht afgesproken worden voor het geval bepaalde aandeelhouders hun aandelen willen verkopen. Ook kunnen allerhande afspraken gemaakt worden over de prijs van de aandelen als een aandeelhouder wil uittreden of uitgesloten wordt.

Wettelijk gezien is de opmaak van een dergelijke overeenkomst hoegenaamd niet verplicht. Het gaat om een louter vrijblijvende mogelijkheid om een dergelijke overeenkomst op te stellen. Deze afspraken zijn in principe ook geldig (tenzij het WVV specifiek voorziet dat er enkel van de facultatieve wettelijke regels afgeweken kan worden in de statuten, dan volstaat zo’n aandeelhoudersovereenkomst niet), zoals hierboven bij de uittreding of uitsluiting lastens het vennootschapsvermogen. Ook als er een aandeelhoudersovereenkomst is, blijft de mogelijkheid nog altijd bestaan om de gedwongen overdracht van de aandelen te vragen aan de rechtbank.

U moet er wel voor zorgen dat deze overeenkomst voor onbepaalde duur gesloten wordt (met een mogelijkheid van opzegging) of voor een welbepaalde duur. Het gevolg hiervan is dat de vennoten die een aandeelhoudersovereenkomst sluiten, verplicht kunnen worden om de door hen in de aandeelhoudersovereenkomst gemaakte afspraken om de zoveel tijd te herevalueren. Bij uitsluiting en uittreding is de rechter in principe gebonden door de contractuele of statutaire bepalingen over de vaststelling van de waarde van de aandelen, voor zover deze bepalingen specifiek betrekking hebben op de hypothese van de geschillenregeling (en dus niet wanneer zij in algemene termen, bv. op alle mogelijke overdrachten, van toepassing zijn) en op voorwaarde dat deze bepalingen niet leiden tot een kennelijk onredelijke prijs (art. 2:67 WVV) .

Good leaver

In de aandeelhoudersovereenkomst kan een ‘good leaver’-clausule opgenomen worden, die aangeeft onder welke omstandigheden een aandeelhouder kan beslissen om uit de vennootschap te treden, bv. omdat hij op pensioen wenst te gaan, door een langdurige ziekte arbeidsongeschikt geworden is, of omdat er een einde komt aan de samenwerking met de manager in het bedrijf die ook over aandelen in de vennootschap beschikt.

De overeenkomst zal dan meteen ook aangeven wat er met de aandelen van de vertrekkende vennoot zal gebeuren. Allicht wordt meteen ook de prijs opgenomen waartegen de overname van de aandelen zal gebeuren. Hierbij zal vaak gewerkt worden met een formule waarvan de parameters die gebruikt worden, gehaald moeten worden uit de laatste balans.

Bad leaver

De aandeelhoudersovereenkomst kan ook een ‘bad leaver’-clausule bevatten. In deze clausule worden dan de omstandigheden aangegeven waaronder een uitgesloten vennoot verplicht zijn aandelen moet overdragen (vaak via een call-optie). Het kan daarbij bv. gaan om gevallen waarin de vennoot zich bezondigde aan bepaalde zware fouten of onfrisse praktijken in het bedrijf die een negatief gevolg hebben voor de vennootschap. Zo’n clausule kan verder o.a. ook toepassing vinden als de manager-aandeelhouder van het bedrijf een einde ziet gesteld worden aan de managementovereenkomst wegens bepaalde wanprestaties. Als een dergelijke clausule opgenomen wordt in de aandeelhoudersovereenkomst, zal er allicht meteen ook aangegeven worden welke prijs de uitgesloten aandeelhouder krijgt voor zijn aandelen. Die prijs zal (meestal opmerkelijk) lager liggen dan de prijs die men krijgt in het geval er een uittreding is in goede verstandhouding.

Aandachtspunten

Willen de vennoten een dergelijke ‘bad leaver’-clausule opnemen in de aandeelhoudersovereenkomst, dan is het aangewezen om ervoor te zorgen dat ze ook op alle aandeelhouders betrekking heeft. Bekijk tevens grondig de omstandigheden waarin de ‘bad leaver’-clausule toepassing kan vinden en zorg ervoor dat die gevallen niet te uitgebreid zijn. Overweeg ook goed welke prijs of welke prijsbepalingsformule u opneemt voor de aandelen in een dergelijke situatie. De aandeelhouders op wie een dergelijke clausule van toepassing is, hebben er belang bij ervoor te zorgen dat de prijs die zij desgevallend zouden krijgen, niet te laag is.

  • Als een aandeelhouder door de rechtbank gedwongen wordt om zijn aandelen over te dragen (uitsluiting), of als de andere aandeelhouders gedwongen worden de aandelen van hun collega over te nemen (uittreding), dan wordt de prijs door de rechtbank vastgesteld. De rechtbank zal daarvoor ook vaak een deskundige aanstellen, maar moet in principe rekening houden met eventuele specifiek m.b.t. de geschillenregeling gemaakte contractuele afspraken van partijen omtrent de prijsbepaling.
  • In de BV kunnen de statuten ook voorzien in een uittreding en uitsluiting ten laste van het vennootschapsvermogen. De vennootschap moet dan zelf het scheidingsaandeel betalen. Tenzij de statuten het anders voorzien, is het bedrag van het scheidingsaandeel gelijk aan de werkelijk door de aandeelhouder gestorte inbreng, maar beperkt tot de nettoactiefwaarde van de aandelen. Hiervan afwijken bij aandeelhoudersovereenkomst is onvoldoende.
  • In een aandeelhoudersovereenkomst kunnen afspraken opgenomen worden over de voorwaarden waaronder een aandeelhouder het recht heeft zijn aandelen te verkopen of uitgesloten kan worden. Bij de bepaling van de prijs voor de aandelen en de betalingsmodaliteiten kan een onderscheid gemaakt worden naargelang de aandeelhouder vertrekt wegens een ‘good’ dan wel een ‘bad leaver’-event.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878