Pensioenvoorziening overhevelen naar een groepsverzekering

Een pensioenvoorziening externaliseren

Voor en na 01.01.2012. Tot en met 2011 kon uw vennootschap een aanvullend pensioen voor u niet enkel via een verzekering opbouwen, maar ook ‘intern’. Uw vennootschap beloofde u dan om u bij uw pensionering een bepaald kapitaal uit te keren. Zij mocht daartoe een in principe fiscaal vrijgestelde voorziening aanleggen. Sinds 01.01.2012 kunt u echter geen fiscaal vrijgestelde interne pensioenvoorzieningen meer aanleggen of vergroten.

Externaliseren. Voor bestaande voorzieningen hebben vennootschappen de keuze om ze te behouden of te externaliseren, lees: ze omzetten in een groepsverzekering of individuele pensioenverzekering (IPT). Zo’n externalisering wordt niet als de betaling of de toekenning van een pensioen aangemerkt, zelfs niet als die overdracht op uw verzoek gebeurt (art. 515septies WIB 92) .

Tip.  De premies voor de externalisering zijn vrijgesteld van de premietaks van 4,4% en van de zgn. Wijninckx-bijdrage.

Wanneer zeker doen? Externalisering is zeker aan te raden als u van plan bent om na uw pensioen bestuurder of zaakvoerder te blijven. De uitkering van een intern pensioen op de pensioenleeftijd zal immers wegens het zgn. attractiebeginsel belast worden als loon tegen de progressieve tarieven in plaats van als pensioen tegen in principe 16,5%. Voor het kapitaal van een groepsverzekering of IPT speelt dat attractiebeginsel niet.

Hoe zit het dan met de 80%-regel?

80%-regel. Zoals u weet, zijn de premies voor een aanvullende pensioenverzekering maar aftrekbaar voor uw vennootschap in de mate dat het totaal van uw wettelijke en aanvullende pensioen niet meer bedraagt dan 80% van uw laatste normale brutoloon (art. 52, 3°b, 59 en 195 WIB 92) . Deze zgn. 80%-regel geldt ook voor de premies om een pensioenvoorziening te externaliseren en de wet verbindt aan de niet-naleving in dat geval ook nog een ander negatief fiscaal gevolg.

Premies belastbaar! De premies van een groepsverzekering of IPT zijn bij u in principe niet belastbaar (art. 38, §1, 19 WIB 92) . Wat premies voor de externalisering betreft, geldt de vrijstelling echter maar voor zover de 80%-grens nageleefd is tot op het ogenblik van de overdracht (art. 515septies, lid 4 WIB 92) . Dit betekent volgens een arrest dat de fiscus de premies bij u privé kan belasten als loon in de mate dat ze de 80%-grens overschrijden (Antwerpen, 27.10.2020) .

Let op!  Of aan de 80%-regel voldaan is, wordt beoordeeld op het moment van de overdracht. Stel dat u in 2021 een pensioenvoorziening externaliseert, dan zijn de premies niet aftrekbaar in de mate dat ze voor een pensioen zorgen dat hoger is dan 80% van (in principe) uw loon van 2021.

Tip 1. Zorg ervoor dat u in het jaar waarin u wilt externaliseren en de jaren voordien een voldoende groot loon opneemt om met de 80%-regel in orde te zijn.

Tip 2. Er moet wel rekening gehouden worden met uw laatste ‘normale’ brutoloon. In deze zaak had de controleur de grens berekend op het loon van 2013, het jaar van de overdracht, en dan overschreden alle premies de 80%-grens. De bedrijfsleider kon de fiscus echter ervan overtuigen dat het laatste jaar waarin hij een ‘normaal’ loon gekregen had 2007 was, zodat voor een groot deel van de premies toch voldaan was aan de 80%-regel.