SCHENKING - 12.01.2021

Schenking blote eigendom aandelen vennootschap: voor wie is liquidatiereserve?

Veel ondernemers leggen met hun winst een liquidatiereserve aan, omdat ze het geld op die manier achteraf fiscaal voordelig uit hun vennootschap kunnen halen. Aan wie komen de op die manier opgebouwde reserves dan toe, als u in het kader van een successieplanning de aandelen in uw vennootschap met voorbehoud van vruchtgebruik aan uw kinderen schenkt?

Liquidatiereserve

Even opfrissen

De liquidatiereserve is een fiscaal interessante manier om geld uit uw vennootschap te halen. Het aanleggen van een liquidatiereserve is onder meer heel populair bij vrije beroepers, kmo’s en management- of patrimoniumvennootschappen. Uw vennootschap betaalt op de winst die ze naar de liquidatiereserve overboekt eerst de gewone vennootschapsbelasting van in principe 25% of slechts 20% in de mate waarin u onder het verlaagd tarief valt. Daarna is uw vennootschap ook nog een bijzondere aanslag verschuldigd van 10% op het bedrag dat u naar de liquidatiereserves overboekt. U kunt die liquidatiereserves dan later uit uw vennootschap halen als liquidatiebonus zonder rv of na vijf jaar als dividend met slechts 5% rv.

Vijf jaar wachten

Veel aandeelhouders van kmo’s halen de liquidatiereserves systematisch na de wachttijd van vijf jaar als dividend tegen 5% rv uit hun vennootschap. De wachttermijn van vijf jaar start op de eerste dag die volgt op het boekjaar waarvoor de liquidatiereserve aangelegd wordt. De laatste dag van het boekjaar, de zgn. balansdatum, bepaalt dus de start van de wachttermijn. Stemt het boekjaar van uw vennootschap overeen met het kalenderjaar, dan mag u de liquidatiereserve voor 2016 uitkeren vanaf 1 januari 2021. Eindigt het boekjaar op 30 juni, dan mag u de reserve pas uitkeren vanaf 1 juli 2021.

Blote eigendom schenken

Behoud inkomsten én controle

Als ouders de aandelen van hun vennootschap schenken aan de volgende generatie, dan behouden ze graag nog een tijdje de controle, alsook de inkomsten (dividenden). Vaak schenken de ouders dan de aandelen met voorbehoud van vruchtgebruik. Zo behouden de ouders volgens het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen het stemrecht in de algemene vergadering, tenzij de statuten anders zouden bepalen, wat doorgaans niet het geval is. Verder kunnen ze zich als bestuurder in de vennootschap onafzetbaar maken én blijven ze de vruchten (dividenden) genieten. Daarnaast kunnen ze zich eventueel een bezoldiging uitbetalen, als dat nodig zou zijn.

Maatschap

Zelfs als de ouders nog alle aandelen in vruchtgebruik hebben en dus alles te zeggen hebben in de algemene vergadering, kunnen ze de aandelen niet verkopen zonder goedkeuring van de blote eigenaars (de kinderen). Opdat dit wel mogelijk zou zijn wanneer er een interessant bod komt op het bedrijf, wordt ook vaak een maatschap boven de vennootschap geplaatst. De zaakvoerders van de maatschap (de ouders) kunnen dan de onderhandelingen doen en autonoom over de verkoop beslissen.

Vaak zonder schenkbelasting

Voor familiebedrijven die aan bepaalde voorwaarden voldoen, kan de schenking trouwens tegen 0% schenkbelasting gebeuren. Anders, bv. voor vastgoed- of managementvennootschappen, is de schenking aan de kinderen mogelijk tegen het vlak tarief van 3% voor een Belgische notaris (3,3% in Wallonië). Het schenken van een vennootschap voor de Nederlandse notaris heeft nog weinig zin, omdat sinds 15 december 2020 deze akten ook geregistreerd moeten worden en daarop dus 3% (3,3%) schenkenbelastingen betaald moeten worden.

Opgelet met liquidatiereserves

Vruchtgebruik

Doorgaans wordt ervan uitgegaan dat de vruchtgebruiker recht heeft op ‘alle vruchten’ van de vennootschap, dus op ‘alle opbrengsten’. Over het feit dat de dividenden uitgekeerd worden aan de vruchtgebruiker, bestaat geen enkele discussie.

Liquidatiereserves zijn echter winsten waarvan beslist werd om ze niet onmiddellijk uit te keren en dus over te gaan tot het aanleggen van een liquidatiereserve. Noch in het Burgerlijk Wetboek, noch in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen wordt bepaald aan wie de uitkering van de liquidatiereserve moet toekomen.

Fiscaal gezien

Als u de zaken louter fiscaal bekijkt, dan lijkt het logisch dat uitkeringen uit de liquidatiereserve eigenlijk dividenden zijn. Artikel 18, §1 WIB 92 beschouwt immers als dividenden ”alle voordelen toegekend door een vennootschap aan aandelen en winstbewijzen hoe ook genaamd”. Dat is dus op het eerste gezicht duidelijk. Het is echter niet omdat de fiscale wetgever dit bepaald heeft, dat dit ook doorwerkt in het burgerlijk recht.

Juridisch gezien

Volgens een minderheid van de juristen komen deze dividenden uit de liquidatiereserves automatisch toe aan de vruchtgebruiker. Het was immers de bedoeling om de winst later fiscaal vriendelijk uit te keren en dus niet te ‘kapitaliseren’.

Meer en meer wordt echter aangenomen dat de liquidatiereserve toekomt aan de blote eigenaar. Want als de winsten niet uitgekeerd worden als dividenden en toegevoegd worden aan de reserves – wat het geval is bij de liquidatiereserves – maken ze vanaf dat moment deel uit van het kapitaal. Als de algemene vergadering na bv. vijf jaar beslist om die reserve uit te keren met 5% rv, dan maken deze uitkeringen deel uit van het kapitaal. Het zijn dan dus geen vruchten meer of dividenden.

Sommige juristen stellen zelfs dat wat uitgekeerd wordt aan de blote eigenaars voor hen is, maar ‘bezwaard’ is met vruchtgebruik. Om alles dan correct te laten verlopen, moeten de uitkeringen dus gestort worden op een gezamenlijke rekening van blote eigenaar(s) en vruchtgebruiker(s) of krijgen ze elk de waarde van hun respectievelijke vruchtgebruik of blote eigendom. Echt praktisch is dat allemaal niet.

Er is dus geen eensgezindheid onder juristen, maar wat belangrijk is, is dat slechts een minderheid vindt dat de uitkering van liquidatiereserves toekomt aan de vruchtgebruiker. Genoeg stof dus voor eindeloze discussies tussen ouders en kinderen.

Hoe oplossen?

Het beste is om duidelijk overeen te komen wat als vrucht beschouwd moet worden. Voor schenkingen die nog moeten gebeuren, zet u dit het best uitdrukkelijk in de schenkingsakte. Het volstaat dan dat men bv. in de schenkingsakte zet dat “elke uitkering van de aangelegde liquidatiereserves opgebouwd conform artikel 184quater WIB 92 kwalificeert als vrucht en toekomt aan de vruchtgebruiker”.

Is de schenking al gebeurd, dan kunt u het probleem oplossen door uitdrukkelijk in de statuten te zetten dat de uitkering van de liquidatiereserves toekomt aan de vruchtgebruiker. Nu u toch de statuten van uw vennootschap tegen eind 2023 moet aanpassen om conform te zijn met het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, is het wellicht een goed idee om zo’n bepaling door uw notaris in uw statuten te laten opnemen. Deze bepaling komt dan trouwens ook van pas voor het geval de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik krijgt door het overlijden van de eerststervende echtgenoot.

ADVIEZEN

  • Als u uit de winst van uw vennootschap liquidatiereserves aanlegt, dan betaalt u een bijkomende heffing van 10%. U kunt die liquidatiereserves dan na vijf jaar tegen slechts 5% rv als dividend uitkeren.
  • Veel ondernemers overwegen vroeg of laat in het kader van een successieplanning om de aandelen van hun vennootschap met voorbehoud van vruchtgebruik te schenken aan hun kinderen.
  • Het lijkt logisch dat de uitkering van de liquidatiereserves dan toekomt aan de vruchtgebruiker en niet aan de blote eigenaar. Juridisch gezien is er daarover echter geen eensgezindheid en neemt een meerderheid van de juristen aan dat de liquidatiereserves deel uitmaken van het kapitaal, en dus toekomen aan de blote eigenaar.
  • Bepaal daarom in de schenkingsakte en/of in de statuten van de vennootschap dat de liquidatiereserve toekomt aan de vruchtgebruiker, om zo elke discussie te vermijden.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878