Uw volgende stap

Gent, 27.10.2020

[Rechtspraak]

Wanneer is een borgstelling als bedrijfsleider aftrekbaar?

A is meerderheidsaandeelhouder en zaakvoerder van een BVBA. In 2009 stelt hij zich borg voor de handelshuurovereenkomst en twee leningen van zijn vennootschap. In 2011 wordt de BVBA failliet verklaard en in 2013 wordt het faillissement afgesloten met een ontoereikend actief. In zijn aangifte in de personenbelasting voor 2013 brengt de man als werkelijke beroepskosten ± € 140.000 in die hij als uitgewonnen borg betaald zou hebben aan de verhuurder en de banken.

Standpunt Administratie

De fiscus weigert de aftrek. A zou noch de betaling van de kosten bewezen hebben, noch dat hij de kosten gedaan of gedragen heeft om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden.

Standpunt rechter

De rechter geeft de fiscus gelijk. Ten eerste heeft A in 2009, het jaar waarin hij de borgstellingen is aangegaan, geen enkel inkomen als zaakvoerder genoten. Ten tweede heeft hij niet aangetoond hoe hij tot de bedragen komt die hij in aftrek genomen heeft. Hij legt geen afschrift voor van de vonnissen waarin hij tot de betaling aan de verhuurder en de banken veroordeeld zou zijn. Tot slot bewijst hij ook niet dat hij in 2013 de afgetrokken bedragen betaald heeft.

Commentaar

Betaling borg als beroepskost? De rechtspraak aanvaardt al heel lang dat indien een bedrijfsleider als zgn. uitgewonnen borg de resterende schuld van zijn vennootschap betaalt, die betaling een aftrekbare beroepskost kan zijn (Cass., 30.01.1962; Brussel, 10.11.1995; Luik, 04.06.1986) . Er gelden geen bijzondere voorwaarden. Het volstaat dat de algemene voorwaarden voor de aftrek van beroepskosten vervuld zijn. U moet dus aantonen dat u de betaling als uitgewonnen borg gedaan heeft om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden.

Wanneer beoordelen? De intentie om belastbare inkomsten te behouden of te verkrijgen, moet beoordeeld worden op het moment van de borgstelling. Concreet betekent dit dat u in het jaar dat u zich borg stelt, en liefst ook nog de daaropvolgende jaren, een loon uit uw vennootschap moet halen (Gent, 19.06.2001 en 28.06.2001; Antwerpen, 10.04.2007; ruling nr. 2014.037, 25.03.2014) . De betaling als uitgewonnen borg moet u bewijzen in het jaar dat u de aftrek claimt.

Tip 1. Het is dus niet van belang dat u op het moment dat u de schuld betaalt, bv. na het faillissement van de vennootschap, geen loon meer uit uw vennootschap haalt of zal halen.

Let op! Bent u op het moment dat u zich borg stelt geen bedrijfsleider maar enkel aandeelhouder, dan is de betaling bij de uitwinning niet aftrekbaar.

Tip 2. Neemt u op het moment van de borgstelling geen loon op uit de vennootschap waarvoor u zich borg stelt, omdat u die bestuurt met een managementvennootschap, dan kan de aftrek van de betaling als uitgewonnen borg toch aanvaard worden als u aantoont dat via de managementvennootschap inkomsten van de eerste vennootschap naar u privé doorstromen in ruil voor het werk dat u via uw managementvennootschap verricht (Gent, 08.01.2019) .

Download het arrest van het hof van beroep te Gent van 27.10.2020 van https://www.tipsenadvies.be , Downloadzone, jaargang 27, nr. 7.