VERMOGEN - 18.02.2021

De nieuwe effectentaks: geen ontsnappen meer aan?

Sinds 1 januari 2021 bent u jaarlijks een belasting van 0,15% verschuldigd op uw effectenrekening, indien die een drempel van € 1.000.000 overschrijdt. Deze nieuwe taks wordt geheven op de effectenrekening zelf, en niet op de titularis(sen). Dat nieuwe criterium heeft het voordeel van de eenvoud, maar heeft wel bizarre gevolgen naargelang van de concrete situatie. Ontkomen aan de nieuwe effectentaks is moeilijk, wegens de antimisbruikbepalingen. Is uw situatie aanpassen om zo weinig mogelijk onder het toepassingsgebied van de heffing te vallen nu effectief zo goed als onmogelijk?

Effectentaks 2.0

Belastbare grondslag

De nieuwe belasting is een bijgewerkte versie van de vorige effectentaks, ingevoerd onder de regering-Michel I, die vernietigd werd door het Grondwettelijk Hof (GwH, 17.10.2019) . Na een grondige studie van dit arrest en de kritiek op de onvolmaaktheden van de vorige effectentaks, komt de huidige regering-De Croo I nu met een nieuwe versie, die alvast de toets van de Raad van State relatief goed doorstaan heeft. Desalniettemin bereiden vermogensadvocaten al duchtig argumenten voor om ook deze effectentaks 2.0 onderuit te halen.

De nieuwe effectentaks zal geheven worden op de effectenrekeningen met een hoger saldo dan € 1.000.000. Deze nieuwe drempel ligt dubbel zo hoog is als die van de vernietigde effectentaks (€ 500.000), maar het toepassingsgebied van de nieuwe taks is wel een stuk ruimer én de ontsnappingsroutes werden zorgvuldig gedicht, om uiteindelijk tot hogere inkomsten te komen.

Welke effecten?

Voor de berekening van de overschrijding van de drempel van € 1.000.000 wordt rekening gehouden met alle activa op de effectenrekening. Het gaat dan onder meer om aandelen (beursgenoteerd of niet), certificaten van aandelen, obligaties, rechten van deelneming in gemeenschappelijke beleggingsfondsen of aandelen van beleggingsvennootschappen (bevek, bevak, ...), kasbons, warrants, enz. De nieuwe effectentaks gaat nog verder en treft ook afgeleide instrumenten, zoals speeders, turbo’s, trackers, enz., in tegenstelling tot de vorige effectentaks.

Initieel bestond nog discussie over het lot van de geldmiddelen, maar finaal bepaalt de wet expliciet dat ook geldmiddelen meetellen voor zover deze aangehouden worden op een effectenrekening. Geldbeleggingen die niet op een effectenrekening aangehouden worden, zoals spaar- of termijnrekeningen, zullen bijgevolg niet meegerekend worden voor de heffing van de nieuwe effectentaks.

Berekening

De berekening zal nog steeds gebeuren via de saldi op de vier zgn. referentietijdstippen (31 december, 31 maart, 30 juni en 30 september), maar bijkomende tijdstippen bij opening of afsluiting van de effectenrekening worden niet meer meegeteld. De referentieperiode zal wel ingekort worden als de titularis de effectenrekening vroegtijdig afsluit. Het maakt voorts geen verschil hoeveel titularissen de effectenrekening heeft (een koppel, vijf broers/zussen in onverdeeldheid, ...). Ook met een gesplitste eigendomsverhouding vruchtgebruik-blote eigendom wordt geen rekening gehouden.

Beleggingsverzekeringen

Bijzonder aan de nieuwe effectentaks is dat ook (Belgische) Tak 23-verzekeringen onderworpen kunnen zijn, zelfs voor kleine bedragen, omdat de verzekeringsmaatschappijen de fondsen meestal bundelen op een of meerdere grote effectenrekeningen, waarvan de som de drempel van € 1.000.000 (ruim) overschrijdt. Bijgevolg zullen de kleine beleggers die opteerden voor een beleggingsverzekering met onderliggende effecten indirect ook onderworpen zijn aan de effectentaks, zelfs al komt hun aandeel niet in de buurt van de grens van € 1.000.000. Volgens de minister kon dit juridisch gezien niet anders en zijn de verzekeringsmaatschappijen niet verplicht om de effectentaks door te rekenen aan hun klanten. Buitenlandse (Luxemburgse) Tak 23-verzekeringen blijven wel buiten schot.

Voor wie?

De effectentaks treft zowel Belgische inwoners als niet-inwoners. Voor Belgische rijksinwoners is de effectentaks zowel op de Belgische effectenrekening verschuldigd, via afhouding door de instelling, als op hun buitenlandse effectenrekeningen, (meestal) via aangifte. Voor niet-inwoners is er daarentegen slechts effectentaks verschuldigd als zij een effectenrekening bij een Belgische financiële instelling of tussenpersoon aanhouden.

Niet enkel natuurlijke personen zullen de effectentaks verschuldigd zijn, ook vennootschappen en andere rechtspersonen kunnen onderworpen zijn. Hiermee heeft de wetgever meteen een van de meest heikele punten van de vorige effectentaks in de nieuwe regelgeving vermeden. Enerzijds worden grote beleggers, die vaak beleggen via (complexe) vennootschapsstructuren, niet gespaard. Anderzijds is er geen ontsnappingsroute (meer) via het in de vennootschap onderbrengen van de beleggingen (tenzij uw vennootschap natuurlijk de drempel van € 1.000.000 niet overschrijdt).

Antimisbruikbepaling

Waarover gaat het?

De wet voorziet een specifieke antimisbruikbepaling die toepassing vindt op de handelingen die u stelt sinds 30 oktober 2020. De antimisbruikbepaling bevat twee vermoedens van fiscaal misbruik: een onweerlegbaar vermoeden voor enkele evidente situaties en een weerlegbaar vermoeden voor de iets meer genuanceerde gevallen.

Onweerlegbaar vermoeden

Het onweerlegbaar vermoeden van fiscaal misbruik dient om de duidelijkste ontwijkingen van de effectentaks toch te belasten. Indien u na 30 oktober 2020 nog een effectenrekening opsplitst in meerdere effectenrekeningen bij dezelfde instelling of indien u belastbare financiële instrumenten op een effectenrekening omzet naar financiële instrumenten op naam, die op zich niet onderworpen zijn aan effectentaks, dan kan de Belastingdienst deze verrichtingen eenvoudigweg negeren en toch de effectentaks heffen alsof de handelingen nooit gesteld werden. U als belegger kunt geen tegenbewijs leveren dat u andere motieven had voor deze verrichtingen: u zal de effectentaks verschuldigd zijn alsof u de handelingen niet gesteld heeft.

Weerlegbaar vermoeden

Daarnaast is er nog een meer uitgebreid vermoeden van fiscaal misbruik, dat wel weerlegbaar is. Dit vermoeden speelt onder meer als u, om de taks te vermijden, een bestaande effectenrekening opsplitst bij verschillende instellingen of een bijkomende effectenrekening opent bij een andere bank om onder de drempel van € 1.000.000 te blijven, als u een aan de taks onderworpen effectenrekening onderbrengt in een buitenlandse rechtspersoon die de effecten overplaatst naar een buitenlandse effectenrekening, met het oogmerk de taks te vermijden, of een aan de taks onderworpen effectenrekening onderbrengt in een fonds waarvan de deelbewijzen op naam geplaatst worden, enz.

In die gevallen kunt u het vermoeden van fiscaal misbruik wel weerleggen. Welke argumenten aanvaard zullen worden, is nog onduidelijk. Er zijn talrijke niet-fiscale motieven denkbaar: risicospreiding, een bepaald type beleggingen dat een bepaalde instelling aanbiedt (bv. ‘ethisch’ beleggen), enz.

In ieder geval zal het vermoeden niet spelen indien de handelingen het gevolg zijn van een scheiding/relatiebreuk of een overlijden met beëindiging van een gedwongen onverdeeldheid tot gevolg. Stel dat u met uw broers en zussen een effectenrekening geërfd heeft, dan kunt u de effectenrekening in voorkomend geval toch splitsen, zonder dat de Belastingdienst het onweerlegbaar vermoeden van fiscaal misbruik zal inroepen.

Adviezen

  • De nieuwe effectentaks van 0,15% is van toepassing op de volledige waarde van alle effectenrekeningen die de drempel van € 1.000.000 overschrijden, ongeacht de aard van de effecten en het aantal titularissen. In tegenstelling tot de vorige versie van de effectentaks blijven effectenrekeningen van vennootschappen niet langer buiten schot.
  • Belgische beleggingsverzekeringen (Tak 23) bieden ook niet langer een oplossing om aan de taks te ontsnappen. Luxemburgse verzekeringen vallen wel buiten het toepassingsgebied van de nieuwe taks.
  • Behoudens tegenbewijs geldt het na 30 oktober 2020 opsplitsen van een effectenrekening om onder de drempel van € 1.000.000 te blijven, als fiscaal misbruik. Als u vóór die datum reeds meerdere effectenrekeningen bezat, dan worden de saldi voor de toepassing van de effectentaks niet langer geglobaliseerd.
  • Voor het sinds die datum opsplitsen van een effectenrekening op meerdere rekeningen bij dezelfde financiële instelling of omzetten in effecten op naam is dat vermoeden onweerlegbaar.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878