AANDELEN - 30.03.2021

Afspraken tussen aandeelhouders: statuten vs. aandeelhoudersovereenkomst

Zowel aandeelhoudersovereenkomsten als statuten worden gebruikt als instrumenten om afspraken tussen aandeelhouders (en de vennootschap) te formaliseren. Aangezien beide instrumenten een verschillende status en werking hebben, is het belangrijk om voor elke afspraak na te gaan of deze in de aandeelhoudersovereenkomst en/of in de statuten opgenomen moet worden. Volgende overwegingen staan onder meer centraal in deze oefening: de werking van het instrument, de mate van confidentialiteit en de invloed van het nieuwe WVV.

Begrip en werking

Aandeelhoudersovereenkomst

Een aandeelhoudersovereenkomst is een overeenkomst en is daarom onderhevig aan de gemeenrechtelijke bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek. Dit wil zeggen dat de aandeelhoudersovereenkomst enkel de partijen verbindt en dat enkel zij uit de aandeelhoudersovereenkomst rechten kunnen putten. Derden moeten louter het bestaan van de aandeelhoudersovereenkomst erkennen en kunnen daaruit, in principe, geen rechten putten.

Statuten

De statuten van de vennootschap vormen de ‘basisakte’ van de vennootschap. De statuten zijn hét instrument dat de meest essentiële gegevens bevat van de vennootschap inzake haar identiteit, organisatie en werking. Enerzijds legt het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (‘WVV’) op dat bepaalde vermeldingen minimaal opgenomen moeten worden in de statuten (bv. de vennootschapsnaam, de datum en het uur van de jaarvergadering, enz.). Anderzijds bevat het WVV een groot aantal aanvullende bepalingen die van toepassing zijn op de vennootschap, tenzij hiervan afgeweken wordt in haar statuten (bv. overdraagbaarheid van aandelen, meervoudig stemrecht, enz.).

Statuten kunnen aldus niet beschouwd worden als louter een overeenkomst, maar eerder een bijzondere overeenkomst met vennootschapsrechtelijke werking die onderhevig is aan de bepalingen van het WVV. Twee overwegingen duiden deze bijzondere vennootschapsrechtelijke werking: (i) aandelenoverdrachtsbeperkingen en (ii) de besluitvorming in de vennootschapsorganen.

Specifieke aandachtspunten

Aandelenoverdrachtsbeperkingen?

Een aandelenoverdracht in strijd met de statuten wordt niet tegenwerpelijk geacht aan de vennootschap en aan derden. Een overdracht in strijd met een aandeelhoudersovereenkomst is echter in principe wel tegenwerpelijk aan de vennootschap en aan derden en geeft louter aanleiding tot contractuele aansprakelijkheid in hoofde van de aandeelhouder-overdrager.

Als de overdracht in strijd is met een aandeelhoudersovereenkomst, dan zal de belanghebbende aandeelhouder of derde actie moeten ondernemen om de overdracht aan te vechten. Als de overdracht in strijd is met de statuten, zal dit niet nodig zijn. De overdracht wordt dan ten aanzien van de vennootschap immers geacht niet plaatsgevonden te hebben.

Verder zal het moeilijk zijn om de derde-verkrijger aan te spreken op basis van derde-medeplichtigheid aan contractbreuk, ingeval de overdrachtsbeperking enkel in de aandeelhoudersovereenkomst opgenomen werd. De derde-verkrijger heeft in principe immers geen inzage in die aandeelhoudersovereenkomst. Eén van de voorwaarden om zich op derde-medeplichtigheid te beroepen, is dat de derde kennis moest hebben van de (aandeelhouders)overeenkomst en de niet-nakoming ervan.

Wanneer de derde-verkrijger dus niet op de hoogte was van de overdrachtsbeperking, kan de medewerking aan de niet-nakoming van de aandeelhoudersovereenkomst hem moeilijk verweten worden.

Statutaire overdrachtsbeperkingen daarentegen zijn, als onderdeel van de statuten, openbaar en door eenieder raadpleegbaar (vennootschapsdossier ter griffie, statutendatabank en eventueel bijlagen bij het Belgisch Staatsblad), waardoor ze tegenwerpelijk zijn aan de derde-verkrijger (en de vennootschap). De derde-verkrijger wordt in dit geval dus geacht op de hoogte te zijn van eventuele overdrachtsbeperkingen.

Besluiten van vennootschapsorganen

Besluiten genomen door het bestuursorgaan of de algemene vergadering in strijd met een aandeelhoudersovereenkomst zijn geldig, maar kunnen aanleiding geven tot contractuele aansprakelijkheid. Besluiten genomen in strijd met de statuten zijn nietig (of beter, kunnen nietig verklaard worden).

Het is een gangbare praktijk dat de vennootschap de aandeelhoudersovereenkomst ondertekent als partij of louter om kennis te nemen van de inhoud ervan. Merk op dat enkel de statuten een bijzondere vennootschapsrechtelijke werking hebben, en dat dit nu net het wezenlijke onderscheid is tussen de werking van statuten en aandeelhoudersovereenkomsten.

Zo zal het ondertekenen door de vennootschap van een aandeelhoudersovereenkomst de vennootschap (en haar organen) niet binden voor wat betreft overdrachtsbeperkingen en besluitvorming.

Confidentialiteit

De verhoogde confidentialiteit is de voornaamste drijfveer om afspraken vast te leggen in een aandeelhoudersovereenkomst in plaats van in de statuten. Zo zal een financiële investeerder bij een overname van een targetvennootschap – waar het bestaande management mee investeert – niet willen dat bijvoorbeeld de (commerciële) voorwaarden gekoppeld aan een (georganiseerde) exit publiek gemaakt worden.

Gelet op de beperktere werking van de aandeelhoudersovereenkomst, kan het in de praktijk soms lonen om een deel van de (niet-confidentiële) afspraken tevens op te nemen in de statuten. Financiële investeerders hanteren immers vaak dezelfde strategie met betrekking tot hun participaties. Aangezien de ‘menukaart’ dus vaak dezelfde voorwaarden bevat (voorkooprecht, volgrecht, gekwalificeerde meerderheidsbeslissingen, enz.), is er in de praktijk dan ook vast te stellen dat het confidentiële karakter van deze (quasi standaard) afspraken in een aandeelhoudersovereenkomst sterk ingeboet heeft aan belang.

Flexibiliteit van het WVV

Verder biedt de verhoogde flexibiliteit geïntroduceerd door het WVV nieuwe opportuniteiten bij de redactie van statuten. Vóór de invoering van het WVV was het onmogelijk om bepaalde overwegingen in de statuten op te nemen. Bijgevolg moesten deze bepalingen opgenomen worden in een aandeelhoudersovereenkomst. Het betrof bijvoorbeeld het toekennen van ontslagvergoedingen aan bestuurders, wat in strijd was met het intussen verlaten principe van ad nutum afzetbaarheid. Gelet op de verruimde vrijheid die geïntroduceerd is door het WVV, kunnen heden dus meer afspraken verwerkt worden in de statuten dan dat dit voorheen het geval was.

Praktisch

Het verdient dus aanbeveling om voor iedere afspraak af te toetsen of de integratie ervan moet gebeuren in de statuten en/of in de aandeelhoudersovereenkomst. Zo zal er steeds een balans gevonden moeten worden tussen de pro’s en de contra’s zoals het bewaren van het confidentiële karakter van de afspraak en het verbinden van een bijzondere vennootschapsrechtelijke werking aan de afspraak.

Het omstandig verwijzen in de statuten naar bepalingen uit de aandeelhoudersovereenkomst kan een pragmatische manier zijn om hiermee om te gaan. De diligente jurist zal evenwel steeds adviseren om beide instrumenten zo complementair mogelijk op te stellen, om mogelijke discussies, interpretatieproblemen en problemen inzake de uitoefening/afdwingbaarheid te vermijden.

  • Overdrachtsbeperkingen in de statuten zijn in principe tegenstelbaar aan derden. Als die beperkingen enkel in een aandeelhoudersovereenkomst opgenomen zijn, dan kan de derde-verkrijger van de aandelen enkel aangesproken worden wegens derde-medeplichtigheid aan contractbreuk, als hij kennis had van de aandeelhoudersovereenkomst en de niet-naleving ervan.
  • Besluiten van de vennootschapsorganen in strijd met de statuten zijn nietig. Besluiten in strijd met een aandeelhoudersovereenkomst zijn geldig, maar kunnen aanleiding geven tot contractuele aansprakelijkheid.
  • Het WVV laat nu ruimere afspraken in de statuten toe, o.m. over ontslagvergoedingen voor bestuurders.
  • De confidentialiteit is het grote voordeel van een aandeelhoudersovereenkomst. Overweeg voor elke afspraak of u deze omwille van die confidentialiteit het best in de aandeelhoudersovereenkomst opneemt, of ze daarentegen beter in de statuten opneemt, omwille van de bijzondere vennootschapsrechtelijke werking en de tegenstelbaarheid.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878