Circulaire bevestigt provisies vakantiegeld 2021
Voor het vakantiegeld dat u in 2021 moet betalen voor de prestaties van 2020, mag uw boekhouder een provisie aanleggen. Voor de boekjaren die afsluiten vanaf 31 december 2020, werd uiteindelijk beslist dat het om dezelfde percentages als de vorige drie jaren (2020, 2019 en 2018) zou gaan. Dat werd nu ook officieel bevestigd door de fiscus in een recent gepubliceerde circulaire (circ. 2021/C/14, 22.02.2021) . Het gaat dus meer bepaald om:
- 18,20% van de in 2020 toegekende vaste en variabele lonen (excl. vakantiegeld en eindejaarspremie) van de bedienden die aan het einde van het boekjaar nog in dienst waren en voor wie er geen zgn. decemberafrekening betaald werd, verminderd met het in 2020 toegekende aanvullende vakantiegeld;
- 10,27% van 108/100 van in 2020 toegekende lonen aan de arbeiders die recht hebben op vakantiegeld én voor wie u bijdragen betaalt aan de vakantiekas.
Als het percentage van 18,20% voor de gelijkgestelde dagen van werkloosheid van bedienden (als gevolg van COVID-19) onvoldoende blijkt om ook de meerkost (als gevolg van de gelijkstelling van de dagen van werkloosheid in 2020) van het vakantiegeld van de bedienden te dekken, dan kunt u die eventueel in mindering brengen als aftrekbare beroepskost in het jaar 2020. Dat moet dan wel gebeuren op basis van een werkelijke individuele berekening per bediende.