Hoe de (definitieve) Wijninckx-bijdrage berekenen?
Wijninckx-bijdrage
Voorlopige fase
Tot 2019 werd de Wijninckx-bijdrage berekend zodra de premies die in een bepaald jaar gestort werden voor de opbouw van een aanvullend pensioen, meer bedroegen dan € 30.000 (jaarlijks te indexeren) per jaar per aangeslotene. De bijdrage van aanvankelijk 1,5% was het daaropvolgende jaar (het zgn. bijdragejaar) verschuldigd op het deel van de premies dat € 30.000 overschreed. Sinds 2018 is de bijdrage verdubbeld naar 3%.
Definitieve fase
Sinds 2019 is de definitieve fase in werking getreden. De bijdrage is sinds bijdragejaar 2019 verschuldigd voor een werknemer (of zelfstandige) als de som van zijn wettelijk én aanvullend pensioen hoger is dan de wettelijke pensioendoelstelling. Deze pensioendoelstelling is het maximale pensioenbedrag in de wettelijke pensioenregeling voor ambtenaren , vermenigvuldigd met de loopbaanbreuk. Het maximale pensioenbedrag voor ambtenaren bedraagt momenteel € 81.622,85 (sinds 1 maart 2020).
De bijdrage is dus van toepassing zodra de volledige pensioenopbouw hoger is dan de wettelijke drempel (pensioendoelstelling). Indien dit het geval is, is de bijdrage gelijk aan 3% van de aanvullende pensioenopbouw van het afgelopen jaar.
Berekening
De bijdrage is van toepassing indien de som van het wettelijk pensioen en het aanvullend pensioen groter is dan de pensioendoelstelling.
Wettelijk pensioen
Voor zelfstandigen wordt het wettelijk pensioen geraamd op 25% van het RSVZ-bijdragenplafond. Voor 2021 is dit € 15.159,62 (= € 60.638,46 × 25%). Voor loontrekkenden wordt het wettelijk pensioen geraamd op 50% van het loopbaanplafond voor de berekening van het wettelijk pensioen als loontrekkende. Voor 2021 is dit € 29.223,47 (= € 58.446,94 × 50%). Deze resultaten worden vermenigvuldigd met de loopbaanbreuk.
Aanvullende pensioenreserve
Het aanvullend pensioen wordt berekend op basis van de werkelijk opgebouwde verworven reserves op 1 januari.
Let op! Alle pensioenen moeten meegeteld worden, ongeacht het statuut. Dus groepsverzekeringen, IPT’s, VAPZ, RIZIV, POZ en interne pensioenen.
De totale aanvullende pensioenreserve wordt in deze berekening omgezet naar een rente door de pensioenreserve te delen door een factor die de levensverwachting op 65 jaar weerspiegelt. Deze omzettingscoëfficiënt wordt jaarlijks vastgelegd door de FOD Sociale Zekerheid en kan voor 2021 geschat worden op 28,513054.
Loopbaanbreuk
De loopbaanbreuk die toegepast moet worden, is het aantal loopbaanjaren die in rekening genomen worden voor de bepaling van het wettelijk pensioen, gedeeld door 45. Iemand die bijvoorbeeld 15 jaren als zelfstandige gewerkt heeft, heeft een loopbaanbreuk van 15/45.
Reservestijging
De Wijninckx-bijdrage wordt onder de definitieve regeling niet langer berekend op de premies, maar op de ‘rendementsgecorrigeerde aangroei’ van de reserves. Zodra het geschatte wettelijke pensioen, aangevuld met de aanvullende pensioenen, de pensioendoelstelling overschrijdt, is de Wijninckx-bijdrage van toepassing.
Voor 2021 wordt de Wijninckx-bijdrage berekend op de aangroei van de (verworven) reserves tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2021.
Rendementscorrectie
De rendementscorrectie gebeurt door de reserves op 1 januari 2020 te vermenigvuldigen met een factor in functie van de gemiddelde OLO-rentevoet tijdens de laatste zes kalenderjaren. Die zou voor bijdragejaar 2021 (voor premies gestort in 2020) 0,62% bedragen.
Voorbeeld
Jan werkt sinds 12 jaar als zelfstandige bedrijfsleider in zijn vennootschap. Voorheen heeft hij 8 jaar als loontrekkende gewerkt.
Hij heeft op 1 januari 2020 een totale reserve (groepsverzekering, IPT, VAPZ, ...) opgebouwd van € 790.000 en op 1 januari 2021 € 840.000.
Stap 1: werd de pensioendoelstelling overschreden?
Zijn wettelijk pensioen wordt als volgt geschat:
- Zelfstandige:
12/45 × 25% × € 60.638,46 = € 4.042,56
- Loontrekkende:
8/45 × 50% × € 58.446,94 = € 5.195,28
Totaal wettelijk pensioen = € 9.237,84
Zijn aanvullend pensioen wordt als volgt geschat: € 790.000 / 28,513054 = € 27.706,61
Totaal aanvullend pensioen = € 27.706,61
Wettelijk en aanvullend pensioen samen zijn: € 9.237,84 + € 27.706,61 = € 36.944,45
Het bedrag van de pensioendoelstelling is: 20/45 x € 81.622,85 = € 36.276,82
We stellen bijgevolg vast dat dit maximum overschreden wordt (nl. € 36.944,45 > € 36.276,82). Er moet dus een bijdrage betaald worden.
Stap 2: berekening van de bijdrage
Wijninckx-bijdrage is:
(reserves op 1 januari 2021 - reserves op 1 januari 2020 × (1 + gemiddelde OLO)) × 3%
De reserve is aangegroeid tot € 840.000 op 1 januari 2021.
De rendementsgecorrigeerde aangroei in 2020: € 840.000 - [€ 790.000 × (1 + 0,62%)] = € 45.102
De in 2021 te betalen bijdrage over de aangroei in 2020 is dan € 45.102 × 3% of € 1.353,06.
Let op! De Wijninckx-bijdrage wordt voortaan niet meer berekend op basis van de premie die gestort wordt, maar op basis van de reserveaangroei in een bepaald jaar. Houd hier rekening mee en kijk dit zeker na met uw makelaar of verzekeraar indien u een hoge premie wilt storten.
Concreet
Wie betaalt de bijdrage?
De bijdrage moet betaald worden door de bijdrageplichtige in verhouding tot hun aandeel in de reservestijging.
Sigedis zal, op basis van de gegevens die ze in haar databank DB2P heeft, vaststellen door wie de bijdrage verschuldigd is en hoe hoog die is. Ze bezorgt deze informatie aan de RSZ (voor werknemers) en de RSVZ (voor zelfstandigen) die in de loop van oktober betalingsuitnodigingen zullen versturen naar de betrokken werkgevers en vennootschappen.
Let op! Een VAPZ- of een RIZIV-overeenkomst wordt ook meegenomen om te berekenen of de drempel overschreden is, maar er moet geen bijdrage op betaald worden.