Tijdskrediet of ouderschapsverlof vroeger stopzetten?

Kan hij dat vroeger stopzetten?

Op zich kan dat wel... Een stopzetting van een tijdskrediet of thematisch verlof, zoals ouderschapsverlof of verlof om medische bijstand, op vraag van de werknemer is op zich wel mogelijk.

... als u daarmee akkoord gaat. Hij heeft uiteraard wel uw akkoord als werkgever nodig. Het kan immers zijn dat het u niet uitkomt dat hij terugkomt. Aan de ene kant kunt u dat dus wel weigeren zonder dat u daarvoor een reden moet opgeven. Aan de andere kant kan zijn extra hulp u misschien ook wel goed uitkomen.

Wat zijn de gevolgen?

De restperiode verliest hij. Er zit wel een addertje onder het gras voor de werknemer: hij kan een deel van het aangevraagde maar niet opgebruikte saldo niet meer op een ander moment inzetten. Dat is hij dus kwijt. Ouderschapsverlof wordt bv. in principe per schijf aangevraagd, die bij een voltijds ouderschapsverlof één maand bedraagt, bij halftijds ouderschapsverlof twee maanden, bij 1/5-ouderschapsverlof vijf maanden en bij 1/10-ouderschapsverlof – wat alleen mogelijk is met uw toestemming als werkgever – tien maanden.

Voorbeeld. Een werknemer zet het 1/5-ouderschapsverlof na twee maanden stop. Die werknemer is drie maanden van zijn saldo aan ouderschapsverlof voor dat kind kwijt. Die maanden kunnen niet meer op een ander moment opgenomen worden.

Minimumduur bij tijdskrediet! Bij tijdskrediet speelt er nog iets anders: de RVA mag immers de uitkeringen die al uitbetaald zijn in het kader van dit tijdskrediet terugvorderen van de werknemer wanneer de minimumduur van dit tijdskrediet nog niet bereikt werd. Iedere vorm van loopbaanonderbreking moet immers aangevraagd worden voor een bepaalde, minimale periode. Die verschilt naargelang van de vorm (‘het regime’) waarin de loopbaanonderbreking opgenomen wordt én het soort loopbaanonderbreking dat genomen wordt. Gaat een werknemer bv. in tijdskrediet met motief voor de zorg van een kind jonger dan acht jaar door de prestaties met 1/5 te verminderen, dan is de minimumduur zes maanden. Voor een voltijds of halftijds tijdskrediet is dat drie maanden. De werknemer kan de minimumduur per vorm en type loopbaanonderbreking terugvinden op de website van de RVA of bij zijn plaatselijke RVA-kantoor.

Voorbeeld. Een werknemer wilde zijn lopende 1/5-tijdskrediet stopzetten en de werkgever ging daarmee akkoord. Hij was echter vergeten dat de wettelijke minimumduur van zo’n 1/5-tijdskrediet zes maanden bedraagt. Het tijdskrediet werd na vijf maanden stopgezet, waardoor de RVA de uitkeringen die al betaald werden, terugvorderde van de werknemer. Eén maand wachten met de stopzetting van de loopbaanonderbreking had hier een wereld van verschil kunnen maken.

Tip 1. De directeur van het RVA-kantoor heeft in zo’n situaties wel de mogelijkheid om de terugvordering niet te laten doorgaan als hij er bv. begrip voor heeft in een bepaalde situatie.

Tip 2. Er geldt wel een tijdelijke coronaregeling waarbij het mogelijk is om in onderling akkoord het tijdskrediet of het thematisch verlof van de werknemer op te schorten, tussen 1 april 2021 en 30 juni 2021 (wet van 02.04.2021, BS van 13.04.2021) . De werknemer krijgt dan tijdelijk geen uitkeringen meer. Na de schorsing herneemt de werknemer zijn tijdskrediet voor de resterende periode.