VASTE ACTIVA - 01.06.2021

Boekhoudkundige, financiële en fiscale aspecten van herwaarderingsmeerwaarden

Wanneer materiële vaste activa en sommige financiële vaste activa meer waard zijn dan het bedrag waarvoor ze in de boekhouding staan, kunnen er eventueel herwaarderingsmeerwaarden op geboekt worden. Welke voorwaarden moeten daarvoor vervuld zijn? Hoe moeten herwaarderingsmeerwaarden geboekt worden? Welke financiële en fiscale gevolgen heeft die boeking?

Boekhoudkundige aspecten

Welke activa?

Herwaarderingsmeerwaarden kunnen enkel geboekt worden op materiële vaste activa en deelnemingen en aandelen die onder de financiële vaste activa voorkomen. In de praktijk worden ze vooral gebruikt voor gebouwen, omdat daarvoor het verschil tussen de werkelijke waarde en de boekwaarde na pakweg 15 of 20 jaar afschrijven vaak groot is.

Welke voorwaarden?

Een actief mag maar geherwaardeerd worden als de waarde ervan voor de vennootschap duurzaam en vaststaand boven de boekwaarde uitstijgt (art. 3:35, §1, lid 1 KB/WVV) . Volgens de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN) is dat voor afschrijfbare activa maar het geval als het betrokken actief voldoende rentabiliteit genereert die toelaat de hogere afschrijvingskost ingevolge de herwaardering te dragen (CBN-advies, 2011/14) . Gaat het om activa die noodzakelijk zijn voor de voortzetting van de onderneming, dan moet de herwaarderingsmeerwaarde bovendien verantwoord worden door de rentabiliteit van de vennootschap, en dus niet enkel van het actief zelf.

De herwaarderingen zijn specifiek voor de actiefbestanddelen waarop ze betrekking hebben. Voor actiefbestanddelen met volkomen identieke technische of juridische kenmerken mogen echter globale herwaarderingen geacteerd worden (art. 3:34 KB/WVV) . Er geldt geen wettelijke verplichting om de herwaardering te laten controleren door bv. een bedrijfsrevisor of een landmeter, maar dat verdient wel aanbeveling aangezien de geherwaardeerde waarde verantwoord moet worden in de toelichting bij de jaarrekening waarin de herwaardering voor het eerst toegepast werd (art. 3:35, §1, lid 2 KB/WVV) .

Merk op dat als de vermelde voorwaarden vervuld zijn, er herwaarderingsmeerwaarden mogen, maar niet geboekt moeten worden. Wegens het voorzichtigheidsbeginsel is de boeking van nog niet gerealiseerde meerwaarden nooit verplicht.

Boeking van de herwaarderingsmeerwaarde

Een verwezenlijkte meerwaarde bij een verkoop of andere vervreemding van een actief wordt geboekt als een opbrengst, maar voor de boeking van herwaarderingsmeerwaarden wordt de resultatenrekening niet gebruikt. Het verschil tussen de geherwaardeerde waarde en de boekwaarde wordt enerzijds toegevoegd aan een subrekening van het geherwaardeerde actief, en anderzijds rechtstreeks toegerekend aan de rubriek III van het passief ‘Herwaarderingsmeerwaarden’ (art. 3:35, §3, lid 1 KB/WVV) , op de rekening 121 voor herwaarderingsmeerwaarden op materiële vaste activa en de rekening 122 voor herwaarderingsmeerwaarden op financiële vaste activa.

De herwaarderingsmeerwaarden moeten op die reserverekeningen behouden blijven zolang de activa waarop ze betrekking hebben, niet vervreemd worden. Ze mogen echter overgebracht worden naar een reserve tot het beloop van de op de meerwaarde geboekte afschrijvingen, en bij een latere vastgestelde minderwaarde mogen ze afgeboekt worden tot het beloop van het nog niet afgeschreven gedeelte van de meerwaarde (art. 3:35, §3, lid 1 KB/WVV) . Wat niet mag, is het nog niet afgeschreven gedeelte van een herwaarderingsmeerwaarde rechtstreeks of onrechtstreeks aanwenden om overgedragen verliezen geheel of gedeeltelijk aan te zuiveren (art. 3:35, §3, lid 2 KB/WVV) .

Afschrijvingen en verkoop

Wanneer het geherwaardeerde actief zelf afschrijfbaar is, kunt u ook de herwaarderingsmeerwaarde afschrijven. De afschrijvingstermijn is de vermoedelijke overblijvende gebruiksduur van het actief (art. 3:35, §2 KB/WVV) . Bij een latere verkoop van een geherwaardeerd actief worden zowel de herwaarderingsmeerwaarde als de erop geboekte afschrijvingen tegengeboekt, zodat enkel de gerealiseerde meerwaarde, nl. het verschil tussen de verkoopprijs enerzijds en de aanschaffingswaarde min de daarop geboekte afschrijvingen anderzijds, in resultaat komt.

Financiële aspecten

Gevolgen voor de liquiditeit en solvabiliteit

De boeking van een herwaarderingsmeerwaarde heeft geen gevolgen voor de liquiditeitspositie van de vennootschap. Er komt immers als gevolg van de boeking geen extra geld binnen in de vennootschap. Herwaarderingsmeerwaarden verhogen echter wel de solvabiliteit van de vennootschap, aangezien ze deel uitmaken van het eigen vermogen. Dankzij het boeken van herwaarderingsmeerwaarden kan de vennootschap dus in principe haar kredietwaardigheid verhogen bij banken of andere externe financiers. Uiteraard zullen die de herwaardering met een kritisch oog bekijken.

Voor NV’s bepaalt het KB/WVV dat herwaarderingsmeerwaarden omgezet kunnen worden in kapitaal (art. 3:76 KB/WVV) . Volgens een ontwerpadvies van de CBN kunnen kapitaalloze vennootschappen in overeenstemming daarmee herwaarderingsmeerwaarden omzetten in ‘andere onbeschikbare inbreng buiten kapitaal’. Merk op dat enkel het nettobedrag van de herwaarderingsmeerwaarde omgezet mag worden, dat wil zeggen het bedrag van de meerwaarde verminderd met de geraamde belastingen erop.

Gevolgen voor de nettoactieftest

Volgens de zgn. balans- of nettoactieftest mag er in een NV geen uitkering van eigen vermogen gebeuren als het nettoactief, zoals dat blijkt uit de jaarrekening, gedaald is of als gevolg van de uitkering zou dalen beneden het bedrag van het gestorte of, als dit hoger is, van het opgevraagde kapitaal, vermeerderd met alle reserves die volgens de wet of de statuten niet uitgekeerd mogen worden (art. 7:212 WVV) . Voor BV’s of CV’s luidt het dat er geen uitkering mag gebeuren als het nettoactief van de vennootschap negatief is of ten gevolge daarvan negatief zou worden, en, als de vennootschap beschikt over eigen vermogen dat krachtens de wet of de statuten onbeschikbaar is, het nettoactief gedaald is of door een uitkering zou dalen tot beneden het bedrag van dit onbeschikbare eigen vermogen (art. 5:142 en 6:115 WVV) . Voor de nettoactieftest wordt het niet-afgeschreven gedeelte van de herwaarderingsmeerwaarden als een onbeschikbare reserve beschouwd, aangezien dit het geraamde bedrag is van een potentiële meerwaarde en geen gerealiseerde opbrengst.

Fiscale aspecten

Boeking van de herwaarderingsmeerwaarde

Herwaarderingsmeerwaarden zijn vrijgesteld van belasting (art. 44, §1, 1° WIB 92) , zolang en in de mate dat de onaantastbaarheidsvoorwaarde nageleefd wordt. De onaantastbaarheidsvoorwaarde houdt in dat het vrijgestelde bedrag op een of meer afzonderlijke rekeningen van het passief geboekt moet zijn en blijven, en niet tot grondslag mag dienen voor de berekening van de jaarlijkse dotatie aan de wettelijke reserve of van enige beloning of toekenning (art. 190 WIB 92) .

Afschrijvingen en verkoop

De afschrijvingen van het geherwaardeerde gedeelte van een actief zijn fiscaal niet aftrekbaar, maar vormen belastbare reserves. Afschrijvingen worden fiscaal gezien immers maar als beroepskosten aangemerkt in de mate dat ze gegrond zijn op de aanschaffings- of beleggingswaarde (art. 61 WIB 92) . Als de herwaarderingsmeerwaarde niet tot beloop van de geboekte afschrijvingen overgeboekt wordt naar de reserves, moet de toevoeging aan de belaste reserves nog apart gebeuren in de aangifte.

Bij een latere verkoop van een geherwaardeerd actief, wordt ook fiscaal gezien enkel met de gerealiseerde meer- of eventuele minderwaarde rekening gehouden. Het feit dat er een herwaarderingsmeerwaarde geboekt werd, heeft dus geen gevolgen voor het bedrag van de belastbare meerwaarde of aftrekbare minderwaarde.

  • Herwaarderingsmeerwaarden kunnen enkel geboekt worden op materiële vaste activa en op deelnemingen en aandelen onder financiële vaste activa. De boeking gebeurt rechtstreeks op het passief en passeert dus niet via de resultatenrekening.
  • De boeking van een herwaarderingsmeerwaarde heeft geen gevolgen voor de liquiditeitspositie, maar zorgt wel voor een grotere solvabiliteitsratio. Voor de toepassing van de nettoactieftest wordt het niet-afgeschreven gedeelte van de herwaarderingsmeerwaarden als een onbeschikbare reserve beschouwd.
  • Herwaarderingsmeerwaarden zijn vrijgesteld van belasting zolang en in de mate dat ze op een onaantastbare passiefrekening geboekt staan. De boekhoudkundig toegelaten afschrijvingen op het geherwaardeerde gedeelte zijn fiscaal gezien niet aftrekbaar.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878