Hoe moet u de coronasteun van 2020 aangeven?

Zorgverleners op non-actief in 2020

(Quasi)gesloten in het voorjaar. Tussen half maart en eind mei 2020 waren heel wat (privé)praktijken zo goed als gesloten gedurende een aantal weken ingevolge de toenmalige COVID-19-maatregelen. Behoudens voor dringende tussenkomsten en/of niet te onderbreken chronische behandelingen, kwam er niemand meer over de vloer. En in de ziekenhuizen was het al COVID-19 wat de klok sloeg en was er amper of geen normale activiteit meer.

Uitstel van zorgen in het najaar. Tijdens de zgn. tweede golf was het scenario in de ziekenhuizen gelijkaardig aan dat van de eerste golf, terwijl er in de privépraktijken ook soms sprake was van uitstel van bepaalde niet-dringende zorgen.

Federale en regionale coronasteun

Corona-overbruggingsrecht. Artsen en tandartsen die in een van de (semi)lockdowns hun praktijk/activiteit minstens zeven opeenvolgende kalenderdagen hebben moeten sluiten in een bepaalde maand, hadden voor die maand recht op een zgn. overbruggingsrecht van in principe € 1.291,69 per maand waarin de voorwaarde vervuld was. Dit moest aangevraagd worden bij de sociale kas.

Compensatiepremie. Ook vanuit de regio’s werd er steun voorzien omwille van de lockdowns. Zo werkte men in Vlaanderen onder meer met een eenmalige compensatiepremie van € 3.000 voor wie een aanzienlijk omzetverlies (60%) geleden had. Ook in de andere regio’s (Brussel en Wallonië) waren er premies, en zelfs op nog andere niveaus (bv. gemeente of stad) was dat soms het geval.

Fiscaal regime van de coronasteun

Wat wordt er belast? Op dat vlak is er goed en slecht nieuws. De regionale premies zijn vrijgesteld van belastingen zodat u ze niet hoeft op te nemen in uw belastingaangifte. Het corona-overbruggingsrecht wordt daarentegen wél belast.

Hoe wordt er belast? Voor het corona-overbruggingsrecht dat u bv. in maart en april 2020 ontvangen heeft als (tand)arts zonder vennootschap, geldt er in principe een speciaal tarief van 16,5% (plus gemeentebelasting), dat valt dus nog mee. Bovendien wordt het niet meegeteld voor de sociale bijdragen. U moet de ontvangen bedragen vermelden in code 1655/2655 van uw aangifte.

En als u een BV(BA) heeft? Ook dan komt het overbruggingsrecht ‘wettelijk gezien’ aan de natuurlijke persoon toe. De sociale kas zal de fiscale fiche ook op de natuurlijke persoon opmaken en u moet de ontvangen bedragen in uw privé-aangifte opnemen en niet in die van de vennootschap. De ontvangen bedragen worden beschouwd als een vervangingsinkomen. Dit wil zeggen dat ze aan de gewone progressie tarieven onderworpen zijn, maar dat er gelukkig wel een belastingvermindering (van max. € 1.828,41) voor geldt. U moet de ontvangen bedragen vermelden in code 1271/2271 van uw aangifte.

Let op! Als uw BV(BA) de sociale bijdragen van de bedrijfsleider in uw plaats betaalt, zal het sociaal verzekeringsfonds het overbruggingsrecht op de rekening van die BV(BA) gestort hebben. In dat geval doet u er goed aan om dit bedrag alsnog door te storten naar uw privérekening, of om het op uw rc (rekening-courant) te laten boeken, zodat er conformiteit tot stand komt op fiscaal vlak.