Tweede deel beschermingsvergoeding op komst
Vergoeding voor COVID-19-beschermingsmateriaal. Artsen en tandartsen hebben recht op een financiële tegemoetkoming voor de aankoop van COVID-19-beschermingsmateriaal. De tegemoetkoming geldt voor ambulante zorg. Een arts heeft recht op een bedrag van € 2,5 per fysiek contact, met een maximum van 200 contacten per kalendermaand, dus max. € 500 per maand. Tandartsen, NKO-artsen en stomatologen krijgen een hoger bedrag: € 20 per fysiek contact, dus max. € 4.000 per maand.
Deel 2: niet april 2021, maar juni 2021. De eerste keer werd deze vergoeding gestort door het zgn. Intermutualistisch College in december 2020 en sloeg ze op de (prestatie)periode mei 2020 - augustus 2020. De tweede schijf heeft betrekking op de periode september 2020 - november 2020. Ze had al in april 2021 gestort moeten zijn, maar het KB dat dit moe(s)t regelen liep vertraging op. Op 25 mei 2021 heeft minister Vandenbroucke via een persbericht laten weten dat dit KB eindelijk goedgekeurd werd door de ministerraad. In één adem voegde hij eraan toe dat deze tweede schijf ook vóór eind juni 2021 gestort zal worden.
Fiscale fiche? De beschermingsvergoeding wordt belast samen met uw andere beroepsinkomsten. Er zal dus een fiscale fiche voor opgemaakt worden, waarvan u – in principe tegen uiterlijk 29 juni a.s. – een kopie in uw elektronisch fiscaal dossier (Myminfin) zou moeten terugvinden.
Tip. Bezorg die fiche aan uw boekhouder of geef hem toegang tot dat dossier zodat hij kan nagaan op welk jaar die fiche staat. Bij een vennootschap zou dat op boekjaar 2020 moeten zijn (want in de vennootschapsbelasting geldt het prestatiestelsel), als u geen vennootschap heeft, zou dat op inkomstenjaar 2021 moeten zijn (want dan geldt het kasstelsel).