Btw op verbouwingswerken herzien op 5 of 15 jaar?
Herzieningstermijn
Herziening? Btw-aftrek op investeringen, bedrijfsmiddelen, is niet definitief. Gedurende een bepaalde termijn kan het aftrekbare gedeelte zowel in uw nadeel als in uw voordeel herzien worden.
Wanneer? Een herziening in uw nadeel is o.m. verplicht als u in de loop van de herzieningstermijn het bedrijfsmiddel niet meer of minder voor btw-doeleinden gebruikt, de btw-activiteit stopzet of van de normale btw-regeling overgaat naar een vrijstellingsregeling, bv. die voor kleine ondernemingen. U heeft recht op een herziening in uw voordeel, bv. zo u van een vrijgestelde activiteit overgaat naar een activiteit met btw-aftrek.
Welke termijn? De herzieningstermijn voor roerende goederen en voor omvormings- en verbeteringswerken aan een gebouw bedraagt 5 jaar. De herzieningstermijn voor gebouwen is 15 jaar en als het gaat om een gebouw dat verhuurd wordt met toepassing van het optioneel stelsel voor professionele onroerende verhuur, is dat 25 jaar.
Waarover discussie mogelijk? Als omvormings- en verbeteringswerken zo ingrijpend zijn dat ze eigenlijk een nieuw gebouw tot stand brengen, geldt de herzieningstermijn van 15 jaar en niet die van 5 jaar. Er is sprake van de constructie van een nieuw gebouw als de aard, structuur en in voorkomend geval de bestemming van het gebouw, de wezenlijke kenmerken of elementen duidelijk gewijzigd worden. Dat is een feitenkwestie.
Verbouwing of nieuw gebouw?
Wat was er gebeurd? Een advocate had in 2004, toen ze nog niet btw-plichtig was, een pand gekocht dat ze in 2005 en 2006 deels verbouwde om er een kantoor van te maken. In 2014, toen de btw-plicht voor advocaten ingevoerd werd, kon ze gebruikmaken van de 15-jarige herzieningstermijn om nog een stuk btw op de verbouwingen te recupereren.
Wat zei de fiscus? Volgens de btw-controleur hebben de werken geen nieuw gebouw tot stand gebracht. Hij baseerde zich daarvoor op het zgn. 50%-criterium, nl. dat na de uitvoering van de werken de oppervlakte van het oude gedeelte groter was dan de helft van de totale oppervlakte van het gebouw, terwijl het nieuwe gedeelte niet onafhankelijk van het oude gedeelte kon functioneren. De herzieningstermijn bedraagt dus volgens de fiscus slechts 5 jaar.
Wat zei de rechter? De fiscus kreeg ongelijk van de rechter (Gent, 02.04.2019) , die besliste dat het onderscheid tussen een verbouwing en een vernieuwbouw niet gebaseerd is op de wet. Cassatie (Cass., 30.04.2021) heeft echter het hof van beroep teruggefloten en de fiscus in het gelijk gesteld.
Wat van onthouden? U kunt dat arrest gebruiken wanneer u een discussie heeft met de fiscus en de kortere herzieningstermijn anders dan in deze zaak in uw voordeel is. Dat is meestal het geval. Stel bv. dat u een gebouw dat u voor uw zaak gebruikt verbouwt en de btw in aftrek neemt. Is de termijn van 5 jaar toepasselijk, dan kunt u al in het zesde jaar het gebouw privé gebruiken of verhuren zonder dat u btw moet terugbetalen. Bedraagt de herzieningstermijn 15 jaar, dan moet u in dat geval nog 10/15 van de afgetrokken btw terugbetalen.