Eerstdaags alles steeds tien jaar bijhouden voor de fiscus?
Hoeveel tijd heeft de fiscus nu?
Doorgaans drie jaar. Als de fiscus een inkomstenjaar van uw zaak of een boekjaar van uw vennootschap (met balansdatum 31.12) wil controleren, dan heeft hij daarvoor in principe drie jaar de tijd, te rekenen vanaf 01.01 van het aanslagjaar (art. 354, lid 1 WIB 92) . Concreet kan de fiscus nog tot en met 31.12.2022 het inkomsten- of boekjaar 2019/aanslagjaar 2020 controleren.
Let op! Als uw vennootschap een gebroken boekjaar heeft en bv. afsluit op 31.05, dan eindigt de controletermijn voor boekjaar 01.06.2021-31.05.2022 (aj. 2022) pas op 31.05.2025.
Uitzonderlijk zeven of tien jaar. De termijn van zeven jaar geldt enkel als de fiscus duidelijke aanwijzingen heeft van fraude/belastingontduiking, waarvan hij u op de hoogte brengt (art. 333, lid 3 en 354, lid 2 WIB 92) . Voor de termijn van tien jaar moet er al sprake zijn van fiscale fraude via ‘juridische constructies’ in een belastingparadijs (art. 354 lid 3 WIB 92) . Van deze twee termijnen moet u dus in principe niet wakker liggen.
Welke controletermijnen komen erbij?
Termijn van vier jaar. De fiscus zou een jaar meer de tijd krijgen om uw boekhouding te controleren als u (uw boekhouder) uw aangiften: (1) te laat of (2) niet zou indienen. Uw fiscale aangiften tijdig laten indienen wordt dus een aandachtspunt.
Zes jaar. Deze nieuwe onderzoeks- en aanslagtermijn zou enkel ‘bruikbaar’ worden voor ‘complexe’ aangiften, zoals bv. de aangifte van bedrijven die door hun buitenlandse activiteiten aan bepaalde internationale rapporteringsverplichtingen moeten voldoen (bv. een lokaal dossier of landenrapport opstellen of in geval van transfer pricing).
Huidige zeven jaar wordt ook tien jaar. De ‘fraudetermijn’ die nu nog zeven jaar is, zou ook verlengd worden tot tien jaar en daarmee hetzelfde zijn als de termijn voor fraude via juridische constructies in een belastingparadijs.
Ook voor de Btw en vanaf wanneer? Ja, de nieuwe termijnen worden normaal gezien ook in de btw-wetgeving opgenomen en zouden van toepassing worden vanaf aanslagjaar 2023/inkomstenjaar 2022. Ze zouden niet gelden voor voorgaande aanslag- of inkomstenjaren.
Wat betekent dat concreet voor u?
Alles geen zeven maar tien jaar bewaren? Dat is daar inderdaad het logische gevolg van. Zowel voor de Belastingen als voor de Btw moest u tot nog toe in principe alles tot het verstrijken van het zevende jaar of boekjaar volgend op het belastbaar tijdperk bijhouden (art. 315, lid 3 WIB 92; art. 60, §3 en 4 W.Btw) . Vanaf inkomstenjaar 2022/aanslagjaar 2023 moet u dus uw stukken, facturen, offerten, bestelbonnen, enz. tien jaar bijhouden.
Tip. Dat mag perfect elektronisch/digitaal zijn.
Goed om te weten. Sommige documenten of facturen moet u nu, voor deze geplande wetswijziging, ook al langer bewaren. Het gaat dan bv. over alle stukken i.v.m. onroerende goederen die u 15 jaar of zelfs 25 jaar moet bijhouden (optie verhuren met btw) alsook over uw investeringsfacturen die u nu tot zeven jaar na het jaar van de laatste afschrijving moet bijhouden. Ook als u in uw aangifte een fiscaal overgedragen verlies in mindering brengt, moet u de boekhouding van het jaar waarin dat verlies zich voordeed, bijhouden zolang de aangifte waarin u het verlies in aftrek neemt, nog gecontroleerd kan worden.