DIVIDENDEN - 29.09.2022

VVPR-bis: ook mogelijk voor voorheen uitgesloten kapitaal

Het standaardtarief roerende voorheffing voor dividenden bedraagt op heden 30%. Op dat algemene tarief bestaat evenwel een uitzondering voor bepaalde aandelen van kleine vennootschappen. Die gunstregeling, die gekend is onder de noemer ‘VVPR-bis’, biedt de mogelijkheid om dividenden tegen een verlaagd tarief (tot 15%) roerende voorheffing uit te keren. Anno 2022 werd de regeling – vervat in artikel 269, §2 WIB 92 – herschreven, en dat voor dividenden toegekend of betaalbaar gesteld met ingang van 1 januari 2022. Op grond van de gewijzigde regels kan voorheen uitgesloten kapitaal nu alsnog binnen het toepassingsgebied van de gunstregeling vallen. Dat werd onlangs aan de hand van een voorbeeld bevestigd door de minister.

VVPR-bis

Waarover gaat het?

Alvorens de toepassing van de VVPR-bis-regeling voor voorheen uitgesloten kapitaal te kaderen, brengen we de principes van de regeling nog even in herinnering.

VVPR-bis voorziet in een gefaseerde verlaging van het toepasselijke tarief roerende voorheffing bij de toekenning of betaalbaarstelling van dividenden.

Het (uiteindelijke) gunsttarief van 15% vindt toepassing vanaf het derde boekjaar volgend op het jaar waarin de kwalificerende nieuwe VVPR-bis-aandelen uitgegeven werden.

Voor dividenden die voortvloeien uit de winstverdeling van het jaar waarin het VVPR-bis-kapitaal gevormd werd, of het daaropvolgende jaar, blijft het tarief van 30% gelden.

Dividenden die gekoppeld zijn aan het tweede boekjaar volgend op dat van de inbreng, zijn onderworpen aan een tarief van 20%.

Het gunsttarief is enkel van toepassing bij dividenduitkering. Het geldt niet voor inkoopboni of liquidatieboni.

Voorbeeld

Het fiscaal kapitaal van een kleine vennootschap die haar boekhouding per kalenderjaar voert, werd op 1 februari 2020 verhoogd. Bij die inbreng werden nieuwe aandelen uitgegeven die binnen het toepassingsgebied van de VVPR-bis-regeling vallen. Voor de dividenden die aan die aandelen gekoppeld zijn, gelden – mits aan alle voorwaarden voldaan blijft – de volgende tarieven:

Dividend geput uit de winst van boekjaar
Tarief roerende voorheffing
2020
30%
2021
30%
2022
20%
2023 e.v.
15%

Toepassingsvoorwaarden

Het verlaagde gunsttarief roerende voorheffing kan toegekend worden aan dividenden van kwalificerende aandelen die gekoppeld zijn aan nieuwe aandelen, die voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • Het gaat om niet-preferente aandelen (er mag meer bepaald geen voorkeurrecht zijn ten aanzien van de deelname in het kapitaal of in de winst of ten aanzien van de verdeling van het maatschappelijk vermogen) die door een kleine vennootschap (zoals bedoeld in artikel 1:24, §1 tot 6 WVV) uitgegeven werden – in het kader van oprichting of kapitaalverhoging – sinds 1 juli 2013.
  • De aandelen zijn op naam.
  • De aandelen worden uitgegeven naar aanleiding van een inbreng in geld.
  • De onderschreven sommen bij uitgifte van de aandelen moeten volledig volgestort zijn (met een uitzonderingsregeling voor vennootschappen die tussen 1 mei 2019 en 15 december 2021 beslist hebben om over te gaan tot een vrijstelling van volstorting van de onderschreven aandelen).
  • De aandelen blijven ononderbroken in het bezit van de aandeelhouder die instond voor de inbreng in geld. Bij overdracht van de aandelen gaat het verlaagde tarief verloren. Daarop bestaan evenwel een aantal specifieke uitzonderingen die kaderen binnen (i) de schenking/vererving van aandelen in rechte lijn of tussen echtgenoten en (ii) belastingneutrale herstructureringen. Bij verkoop van de aandelen gaat het gunstregime steeds verloren.

Kapitaalvereiste

Voor vennootschappen die – vóór de hervorming van het vennootschapsrecht – geen vereisten inzake minimaal maatschappelijk kapitaal kenden (zoals de VOF) was een bijkomende voorwaarde van kracht: ze werden uitgesloten van het gunstregime, behoudens ingeval hun kapitaal – na vorming van het VVPR-bis-kapitaal – minstens € 18.550 bedroeg. Dat bedrag refereerde naar het vennootschapsrechtelijke vereiste minimumkapitaal voor een klassieke BVBA.

In het kader van de hervorming van het vennootschapsrecht werd het concept van kapitaalloze vennootschap geïntroduceerd. Naar aanleiding daarvan werd de minimumkapitaalvereiste van € 18.550 losgelaten binnen de VVPR-bis-regeling; de voorwaarde werd in eerste instantie evenwel slechts geschrapt voor verhogingen en verminderingen van kapitaal doorgevoerd sinds 1 mei 2019.

Bij de herwerking van artikel 269, §2 WIB 92 werden – voor dividenden toegekend of betaalbaar gesteld sinds 1 januari 2022 – alle verwijzingen naar minimumkapitaalvereisten integraal geschrapt. Daardoor heeft de omvang van het kapitaal haar belang verloren. Ook kapitaalbewegingen sinds 1 mei 2019 maken geen verschil meer.

Voorheen uitgesloten kapitaal

Nu ook VVPR-bis

Vennootschappen die – vóór de hervorming van het vennootschapsrecht – geen vereisten inzake minimaal maatschappelijk kapitaal kenden, en waarvan het kapitaal beneden de € 18.550 bleef, zagen zich in het verleden uitgesloten van het toepassingsgebied van de VVPR-bis-regeling (behoudens ingeval ze kapitaalbewegingen doorvoerden sinds 1 mei 2019).

Door de herwerking van artikel 269, §2 WIB 92, komt het kapitaal van die vennootschap – voor dividenden toegekend of betaalbaar gesteld sinds 1 januari 2022 – echter alsnog in aanmerking voor de VVPR-bis-regeling.

De minister heeft dat – aan de hand van een voorbeeld – zo bevestigd in een recente parlementaire vraag (vr. & antw. Kamer 2021-22, nr. 55-087, 124-126) .

Voorbeeld

VOF X werd in september 2018 opgericht met een kapitaal van € 3.000. Die vennootschap was bij aanvang uitgesloten van het toepassingsgebied van de VVPR-bis-regeling, aangezien haar kapitaal de grens van € 18.550 niet bereikte. Aangezien de vennootschap geen kapitaalbewegingen doorvoerde in haar kapitaal op of na 1 mei 2019, bleef haar situatie ongewijzigd.

Door de herwerking van de regels komt die vennootschap – voor dividenden toegekend sinds 1 januari 2022 – nu alsnog in aanmerking voor het gunsttarief roerende voorheffing. Daarvoor moet de vennootschap geen bijkomende stappen ondernemen.

Door de herwerking van artikel 269, §2 WIB 92, kan ‘oud’ uitgesloten kapitaal – zonder enige wijziging – nu aldus derhalve alsnog profiteren van de VVPR-bis-regeling. Uiteraard is daartoe wel vereist dat alle overige voorwaarden wel vervuld zijn.

  • Dividenden toegekend aan sinds 1 juli 2013 door kleine vennootschappen uitgegeven nieuwe aandelen kunnen onder bepaalde voorwaarden een verlaagde roerende voorheffing van 15% genieten (de zgn. VVPR-bis-regeling).
  • Het kapitaal van vennootschappen die – vóór de hervorming van het vennootschapsrecht – geen vereisten inzake minimaal maatschappelijk kapitaal kenden, was in het verleden principieel uitgesloten van het toepassingsgebied van de VVPR-bis-regeling.
  • Door de herwerking van de wetgeving ter zake, komt dat kapitaal nu alsnog in aanmerking voor de verlaagde tarieven roerende voorheffing.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878