INCASSO - 15.09.2022

Zakendoen met een vennootschap in oprichting?

Een klant wil een bestelling plaatsen op naam van een vennootschap die hij nog moet oprichten. Is dat mogelijk? Aan welke voorwaarden moet er dan voldaan worden? Moet de vennootschap eens ze achteraf effectief opgericht is, die verbintenissen overnemen? Wat zijn daarvan de gevolgen? Wat gebeurt er als de vennootschap uiteindelijk toch niet opgericht wordt of als ze de verbintenissen toch niet overneemt? Kunt u uw factuur elders innen, als de vennootschap u uiteindelijk niet kan betalen? Waarom kunt u in zo’n geval misschien beter een waarborg vragen?

Waarover gaat het?

Wie een vennootschap opricht, wil vaak al tijdens de oprichting bepaalde verbintenissen aangaan namens de vennootschap. Misschien wil hij al een huurcontract sluiten voor een kantoor of voor een bedrijfsgebouw van waaruit de vennootschap haar activiteiten zal gaan verrichten? Vaak wil de toekomstige bedrijfsleider ook al goederen bestellen die deel zullen uitmaken van zijn voorraad of bedrijfsmateriaal (zoals computers, rollend materieel, …). Dat is vandaag wellicht des te meer het geval aangezien er voor heel wat producten aanzienlijke leveringstermijnen gelden...

Om dit mogelijk te maken bepaalt de wet (art. 2.2. WVV) dat een vennootschap in oprichting al bepaalde verbintenissen kan aangaan. De wet geeft daarbij ook meteen aan hoe dat moet gebeuren, hoe de verbintenis later kan worden overgenomen door de intussen opgerichte vennootschap en wie er gehouden is tot nakoming van de verbintenissen.

Hoe verbintenis aangaan?

Gaat u een verbintenis aan met een vennootschap in oprichting, dan moet de tegenpartij die verbintenis uitdrukkelijk aangaan in naam van de vennootschap in oprichting. Op de bestelbon of in het contract dat u met de klant sluit, neemt u dus als tegenpartij de toekomstige benaming van de vennootschap op, met daarbij de vermelding ‘in oprichting’ (zo bv. ‘de Waterbloem in oprichting’).

Vermeldt u enkel de naam van de oprichter of de toekomstige bedrijfsleider en niet die van de vennootschap in oprichting, dan gaat de oprichter of de bedrijfsleider de verbintenis aan in persoonlijke naam en wordt hij dus uw contractspartij. In dat geval spelen de regels die hier verder worden aangegeven niet. Enkel de onderschrijver van het contract is dan uw contractspartij.

U zou dan natuurlijk wel nog in onderling akkoord een overdracht van de verbintenissen naar de nieuwe vennootschap kunnen overeenkomen. Weet dat u daar echter niet toe verplicht kan worden.

Overname verbintenissen

Eens de vennootschap uiteindelijk opgericht is, zal die vennootschap de in haar naam aangegane verbintenissen ook moeten overnemen opdat de nieuw opgerichte vennootschap effectief uw contractspartij zou worden.

Dit moet gebeuren binnen de drie maanden na neerlegging van de oprichtingsakte van de vennootschap op de griffie van de ondernemingsrechtbank.

Weet wel dat een vennootschap enkel verbintenissen kan overnemen die aangegaan werden in de periode van twee jaar voor het verkrijgen van de rechtspersoonlijkheid door die vennootschap. Verbintenissen die eerder werden aangegaan, kunnen dus niet overgenomen worden. Diegene die de verbintenis onderschreef, wordt daar dan voor verantwoordelijk (zie ook verder) .

In de oprichtingsakte van de vennootschap zal vaak staan dat die vennootschap de verbintenissen overneemt die werden aangegaan door de vennootschap in oprichting. Deze overname kan ook in een aparte verklaring bevestigd worden.

De vennootschap wordt dan geacht retroactief, met name vanaf het aangaan van het contract, verbonden te zijn door de aangegane verbintenis.

Hoe factureren?

Eens de vennootschap opgericht is en de verbintenissen overgenomen heeft, kunt u uw toekomstige facturen vanzelfsprekend op naam van de vennootschap opmaken. Wilt u voordien al factureren, dan kunt u de factuur eveneens op naam van de vennootschap opstellen. Op de factuur vermeldt u dan bij het btw-nummer van de klant ‘btw-nummer in aanvraag’.

Boekhoudkundig

De kosten en opbrengsten van de overgenomen verbintenissen moeten achteraf in de resultaten van de vennootschap in oprichting geboekt worden. Volgens een advies van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN-advies nr. 2018/23) moet dit gebeuren tegen de waarde op de datum van de overname, dus niet tegen de waarde op het moment dat de verbintenissen aangegaan werden.

Aankloppen bij wie tekende?

Als de vennootschap in oprichting de verbintenis correct en tijdig overneemt, dan kunt u diegene die het contract in naam van de vennootschap in oprichting met u ondertekende niet meer aanspreken. Die persoon verdwijnt retroactief uit de rechtsband die er met u was. Dat betekent dan ook dat u daar ook niet meer kunt aankloppen als de uiteindelijk opgerichte vennootschap die de verbintenis overnam, u niet kan betalen.

U kunt in de overeenkomst die u met de vennootschap in oprichting sluit, wel een andere regeling treffen en bv. bepalen dat diegene die de overeenkomst met u ondertekent hoofdelijk aansprakelijk is samen met de eventueel opgerichte vennootschap tot nakoming van de verbintenissen uit hoofde van de overeenkomst.

Waarborgen vragen?

Wil een vennootschap in oprichting met u zakendoen, houd er dan rekening mee dat de financiële toestand van die onderneming wel eens twijfelachtig kan zijn. Een pas gestarte vennootschap heeft nu eenmaal vaak maar beperkte middelen. Bovendien zijn er vanzelfsprekend geen balansen die u kunt controleren en zal u vaak moeten afgaan op de naam en reputatie van diegene die de vennootschap wil oprichten.

Los van de eventuele hoofdelijke gehoudenheid van de ondertekenaar van de overeenkomst (zie eerder) kan het dan ook aangewezen zijn na te denken over het vragen van extra waarborgen, zeker als het gaat om een belangrijk contract. U zou bijvoorbeeld kunnen vragen om een borgstelling of om een garantie van een bank voor de goede uitvoering van de verbintenissen.

Geen overname, en dan?

Neemt de vennootschap in oprichting de verbintenissen niet of niet tijdig over of wordt deze uiteindelijk zelfs niet eens opgericht, dan hoeft u zich nog niet altijd zorgen te maken.

De wet (art. 2.2 WVV) zegt nu eenmaal dat diegene die in naam van een rechtspersoon in oprichting en vooraleer deze rechtspersoonlijkheid verkregen heeft, in enigerlei hoedanigheid een verbintenis heeft aangegaan, persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk is als de verbintenis niet tijdig en correct overgenomen is door de vennootschap die intussen opgericht is.

Houd er wel rekening mee dat de wet toelaat andere afspraken te maken. Uw contractspartij zou dus in een ontwerpcontract dat zij u overmaakt geldig kunnen bepalen dat u bij haar niet kunt aankloppen als de verbintenissen niet overgenomen worden door de vennootschap in oprichting of als die vennootschap uiteindelijk niet opgericht wordt. Het is dan ook belangrijk om ervoor te zorgen dat er geen dergelijke bepaling voorkomt in het contract of in de door u aanvaarde algemene voorwaarden van de andere partij.

Een klant die een vennootschap opricht, kan al contracten sluiten namens die vennootschap in oprichting. Voorwaarde is wel dat de vennootschap binnen de twee jaar effectief rechtspersoonlijkheid krijgt. De vennootschap moet de verbintenissen achteraf ook overnemen. Neemt de vennootschap de verbintenissen over, dan kunt u enkel betaling vragen van de vennootschap zelf, en niet van de oprichter, tenzij u daarover andere afspraken maakte. Overweeg om de nodige waarborgen te vragen, aangezien u geen zicht heeft op de financiële stabiliteit van die vennootschap. Denk bv. aan een borgstelling vanwege de oprichter. Wordt de vennootschap niet opgericht of neemt ze de verbintenis niet (tijdig) over, dan kunt u wel aankloppen bij diegene die het contract voor de vennootschap in oprichting tekende.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878