IPT - 17.10.2022

Beperking aftrek bijdragen voor IPT of groepsverzekering: nu toch tolerantie?

De stortingen voor uw IPT of groepsverzekering zijn binnen uw vennootschap slechts aftrekbaar binnen de grenzen van de 80%-regel. Naar aanleiding van de afschaffing van de correctiecoëfficiënt, waardoor zelfstandigen sinds 2021 iets meer wettelijk pensioen opbouwen, had de fiscus de berekening van die 80%-regel herzien waardoor u plots (veel) minder extralegaal pensioen kon opbouwen. In een recente circulaire werd nu toch een beperkte tolerantie voorzien voor de in 2021 en 2022 te veel betaalde premies.

Nieuwe berekening

80%-regel

De premies die betaald worden voor een groepsverzekering/IPT, zijn slechts fiscaal aftrekbaar als de 80%-grens gerespecteerd wordt. Samengevat mag het kapitaal dat opgebouwd wordt op grond van de overeenkomst, er niet toe leiden dat de toekenning die de begunstigde zal ontvangen naar aanleiding van zijn pensionering (bestaande uit de som van de aanvullende pensioenen van de tweede pijler én het wettelijk pensioen) – in jaarlijkse rente uitgedrukt – meer bedraagt dan 80% van de laatste normale brutojaarbezoldiging (rekening houdend met de normale duur van de beroepsloopbaan). Bij de berekening van die grens wordt ook rekening gehouden met een geschat wettelijk pensioen.

Correctiecoëfficiënt

Aangezien zelfstandigen minder bijdragen voor de opbouw van hun wettelijk pensioen, werd er sinds 1983 voor zelfstandigen op deze pensioenrechten een correctiecoëfficiënt toegepast. Deze correctiecoëfficiënt is in de loop van de jaren geleidelijk verhoogd tot 0,691542 voor de periode 2019-2021. Voor pensioenopbouwende jaren sinds 2021 is deze correctiecoëfficiënt afgeschaft, waardoor het wettelijk pensioen van zelfstandigen tegen 2066 bijna volledig gelijkgeschakeld zal zijn met een werknemerspensioen.

Circulaire

Naar aanleiding van de afschaffing van de correctiecoëfficiënt voor zelfstandigen had de fiscus beslist (circ. 2022/C/33, 31.03.2022) om de schatting van het wettelijk pensioen retroactief sinds 2021 niet langer te baseren op 25%, maar wel op 50% van de brutojaarbezoldiging. Daardoor zou de fiscus ondanks een correcte berekening op basis van de in 2021 geldende regels, alsnog een deel van de premie kunnen verwerpen.

Tolerantie

Nieuwe circulaire

In een nieuwe circulaire (circ. 2022/C/79, 29.08.2022) geeft de fiscus nu aan hoe er moet omgesprongen worden met een eventueel op basis van de nieuwe regels te veel betaalde premie in 2021 en 2022.

In principe wordt de premie die in 2021 gestort werd en in overschrijding is, voor het excedent verworpen als kost. Omdat de Administratie met de circulaire van 31 maart 2022 retroactief de spelregels wijzigt, wordt er nu een tolerantie toegestaan.

De tolerantie geldt ook voor inkomstenjaar 2022. Dit lijkt wat vreemd, maar het is perfect mogelijk dat de volledige jaarpremie voor boekjaar 2022 al gestort werd in bv. februari 2022. Een eventuele overschrijding zou zich dan als het ware in tempore non suspecto voordoen.

Voor de inkomstenjaren 2021 en 2022 moet volgens de circulaire van 29 augustus het gedeelte van de premie dat niet aftrekbaar is, louter omwille van de toepassing van de circulaire van 31 maart 2022, niet in de verworpen uitgaven opgenomen worden. Aan deze tolerantie hangen wel voorwaarden vast.

Drie voorwaarden

Voor deze tolerantie gelden drie voorwaarden. Vooreerst moet de overschrijding van het plafond veroorzaakt zijn, louter door de toepassing van de circulaire 2022/C/33. Een overschrijding die, al is het maar beperkt, ook door andere elementen veroorzaakt is, kan de tolerantie niet genieten. Dat kan bv. het geval zijn wanneer uw inkomen in 2021 gedaald is.

Als tweede voorwaarde voor de tolerantie geldt dat de vennootschap in de loop van het belastbare tijdperk (boekjaar) dat verbonden is met aanslagjaar 2023 (in principe boekjaar 2022) het excedent moet boeken op een rekening 49 ‘Over te dragen kosten’. Of met andere woorden, u moet alles regelen voor eind 2022.

Het niet-aftrekbare premiedeel zal dan als een vorm van voorschot beschouwd worden. Dat ‘voorschot’ zal overigens meetellen om na te gaan of de 80%-grens zoals bedoeld in artikel 59, WIB 92 gerespecteerd wordt. Bij de berekening van de 80%-grens voor 2023 moet dus met dat voorschot rekening gehouden worden. Uiteraard moet de rekening 49 in dat boekjaar aangezuiverd worden. De overgedragen excedentaire premie wordt dan als premie geboekt en de effectief te betalen premie moet met dat bedrag verminderd worden.

Een derde voorwaarde kan voor een aantal dossiers slecht nieuws zijn. Want de tolerantie geldt niet voor pensioencontracten die in 2021, 2022 of 2023 vervallen. De tolerantie geldt evenmin voor het gedeelte van de premies dat betrekking heeft op een backservice via een koopsom, die toegepast wordt tijdens de laatste vijf jaren van het contract.

Praktisch

Vraag uw makelaar om ondersteuning. Hij beschikt in principe over een module van de verzekeraar die narekent of er door de circulaire van 31 maart 2022 een overschrijding in uw polis is of niet.

U moet dus twee berekeningen laten maken: een voor 2021 en een voor 2022.

Blijft de gestorte jaarpremie voor 2022, na verrekening van het excedent voor 2021, beneden de nieuwe fiscale limiet, dan hoeft u niets te doen. Is er overschrijding en de premie is nog niet volgestort, dan past u het best uw premie voor dit jaar aan.

Is de premie voor 2022 al volgestort én is er overschrijding, dan zijn er twee mogelijkheden. U kunt de verzekeraar om een terugstorting van het excedent vragen. Omdat de twee geldstromen binnen hetzelfde boekjaar gebeuren, mag dit geen probleem opleveren. Of u kunt het excedent dat al gestort werd, net zoals het excedent voor 2021, in 2022 overboeken op de rekening 49 ‘Over te dragen kosten’. De premie van 2023 moet dan wel rekening houden met de geboekte ‘voorschotten’.

Als u in 2022 een te hoge premie betaalt en het excedent (voor 2022 zelf en/of voor 2021) niet overdraagt, dan vormen die excedenten voor 2022 een verworpen uitgave.

Ga naar uw online artikel en download voorbeelden.

Informatie nodig

Uw makelaar heeft meer informatie nodig dan voorheen. Er wordt pro rata gerekend en daarom moet hij zicht hebben op uw inkomen van 2020 en uw loopbaan als zelfstandige en/of werknemer. Daarbij komt dat de 80%-regel ook rekening houdt met andere pensioenvehikels dan uw IPT. Het maakt niet uit of deze pensioenovereenkomsten actief dan wel slapend zijn. Al deze informatie is gemakkelijk te verzamelen via mypension.be. Doorgaans volstaat een pdf met het rapport over de aanvullende pensioenen en een overzicht van de carrière. Daarmee kan uw makelaar aan de slag voor de berekeningen.

Alternatief

De circulaire voorziet ook in een tweede tolerantie. Het is ook mogelijk bij de berekening voor de 80%-regel geen rekening te houden met de loopbaan als werknemer. Het wettelijk pensioen moet dan over de hele loopbaan op 50% geschat worden. Dit lijkt op het eerste gezicht een slechte zaak, maar kan in sommige scenario’s toch beter uitkomen.

ADVIEZEN

  • Ga eerst met uw makelaar of uw verzekeringsagent na of de premies voor uw IPT in 2021 en 2022 effectief te hoog lagen. Begin daar nu aan, want tegen het jaareinde worden de verzekeraars waarschijnlijk overspoeld met vragen.
  • Als er een overschrijding is en als de premie voor 2022 nog niet betaald is, dan laat u die premie het best herberekenen om rekening te houden met de nieuwe 80%-regel en met het excedent voor 2021.
  • Als de betaalde premie voor 2021 en/of 2022 te hoog ligt, dan kunt u vermijden dat u het excedent als verworpen uitgave moet opnemen door het als een overgedragen kost te boeken en in 2023 als voorschot in mindering te brengen van de te betalen premie.
  • Het VAPZ, pensioensparen en langetermijnsparen blijft volledig buiten schot van deze nieuwe regeling, net zoals de uitkering bij vroegtijdig overlijden, als u die in uw IPT voorzien is. De pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ) blijft voorlopig ook buiten schot, want dit valt onder de personenbelasting. Wellicht zal het POZ echter op termijn ook in het vizier komen.


Uw volgende stap


Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878