ACTUALITEIT - BELASTINGEN - 18.11.2022

Wetgever zet rem op combinatie fiscale stimuli voor O&O!

Het Belgisch fiscaal recht kent diverse regimes die België aantrekkelijk moeten maken als land om onderzoek en ontwikkelingsactiviteiten (O&O) te ontplooien en ondernemingen moet stimuleren om hier te investeren. Ondernemingen die vandaag het belastingkrediet (BK) voor O&O en de gedeeltelijke vrijstelling van de bedrijfsvoorheffing voor O&O-werknemers combineren, moeten echter reeds voor alle boekjaren die vanaf 01.04.2022 afsluiten rekening houden met een recente wetswijziging.

De gekende incentives in de vennootschapsbelasting voor O&O zijn de investeringsaftrek (IA), de aftrek voor innovatie-inkomsten en het BK. Daarnaast zijn er ook andere ondersteunende maatregelen die voornamelijk een impact hebben op de cashpositie: subsidies en de gedeeltelijke vrijstelling van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing (bv). Hoewel de wetgeving reeds voorzag in maatregelen om cumulatie tot op bepaalde hoogte te beperken, konden en kunnen nog steeds verschillende stimuli tegelijkertijd toegepast worden. Gelet op de impact van de hierna besproken wetswijziging, laten we het regime van de innovatieaftrek buiten deze bijdrage.

De regimes in een notendop

De investeringsaftrek

Kort gezegd laat de IA een onderneming toe om een bepaald percentage van de investeringskost voor kwalificerende investeringen af te trekken van haar belastbare basis. Het tarief is onder andere afhankelijk van de grootte van de vennootschap en/of de onderliggende investering. Voor kmo’s kan de aftrek oplopen tot 25% van het geïnvesteerde bedrag. Voor grote ondernemingen is het tarief meestal 13,5% en geldt dit voor welbepaalde investeringen. Voor een grondige toelichting verwijzen wij naar onze eerdere bijdrage (FiscaalPro, jg. 4, nr. 10, p. 2, 23.06.2021) .

Het belastingkrediet voor O&O

Het BK voor O&O stelt de onderneming in staat om in één keer 25% van 13,5% van de investeringskost te verrekenen met de verschuldigde belasting van het boekjaar (bj.). De onderneming kan ook kiezen om het BK te spreiden over de looptijd van de afschrijving; dan kan ze 25% van 20,5% van de jaarlijkse afschrijving verrekenen met de verschuldigde vennootschapsbelasting. Let wel, dit ‘BK’ is enkel van toepassing als er geïnvesteerd wordt in octrooien en/of vaste activa die dienen voor het bevorderen van ‘milieuvriendelijke’ O&O. Zoals de naam doet vermoeden, betreft het hier geen aftrek van de belastbare basis, maar wel een krediet dat verrekenbaar is met de verschuldigde belasting en zelfs terugbetaalbaar kan zijn.

Cumulatieverbod

Overlappend toepassingsgebied

Het regime van de IA heeft een zeer ruim toepassingsgebied en kan – kort gesteld – toegepast worden op de aanschaffings- of beleggingswaarde van de nieuwe materiële of immateriële vaste activa. Als gevolg daarvan is er een mogelijke overlap met het BK, met name bij:

  • de verhoogde eenmalige investeringsaftrek voor investeringen in milieuvriendelijke investeringen voor O&O;
  • de verhoogde gespreide investeringsaftrek voor investeringen in milieuvriendelijke investeringen voor O&O.

Afwegingen

De voorwaarden en modaliteiten van beide incentives voor O&O-investeringen zijn echter niet geheel gelijk. Als gevolg is het voor een onderneming dan ook steeds nuttig om een weloverwogen afweging te maken tussen de IA en het BK, gelet op de toepasselijke modaliteiten.

Zo zal de IA in principe steeds volledig benut kunnen worden als de belastbare basis dit toelaat, aangezien de aftrek buiten de korf valt. Als de belastbare basis ontoereikend is, is het surplus steeds onbeperkt overdraagbaar. Het BK is ook overdraagbaar en het niet-benutte gedeelte wordt na vijf opeenvolgende aanslagjaren zelfs integraal terugbetaald. Voor andere vergelijkingen verwijzen wij naar onze eerdere bijdrage in dit verband (FiscaalPro, jg. 2 nr. 2, p. 8, 20.12.2018) .

Dat de afweging doordacht moet zijn, is geen understatement. Om te veel voordeel te vermijden, geldt er namelijk een cumulatieverbod voor deze regimes: als er geopteerd wordt voor het BK voor O&O, is deze keuze onherroepelijk (ook in de toekomst past u dan het BK toe en niet meer de IA).

Kiest u als onderneming voor het BK, zal u ook de ‘overgedragen’ IA op kwalificerende activa moeten omzetten in een overgedragen BK (dit deel is echter niet terugbetaalbaar, wel overdraagbaar).

Nu ook correctie bij de cumulatie van het BK en de vrijstelling bv

Nieuwe wet

Met een recente wet wordt er nu ook een beperking opgelegd in het samenspel tussen BK en de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de bv voor onderzoekers (Wet van 28.03.2022 houdende verlaging van lasten op arbeid – BS 31.03.2022) .

Deze gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van BV laat onder bepaalde voorwaarden werkgevers toe om 80% van de verschuldigde bv op de lonen van ‘onderzoekers’ niet door te storten aan de fiscus: het nettoloon van de werknemer/onderzoeker wijzigt niet (bv wordt wel nog ingehouden), maar de loonkost voor datzelfde nettoloon is wel drastisch verlaagd (bv moet niet gestort worden aan fiscus).

De nieuwe beperking houdt in dat de berekeningsbasis van het BK gecorrigeerd moet worden t.b.v. de niet-doorgestorte bv. Dit is ten zeerste van belang als het BK (gedeeltelijk) berekend wordt op geactiveerde loonkosten inzake O&O.

Noteer dus dat de wetswijziging niet resulteert in een expliciet cumulatieverbod zoals IA en BK. Door de berekeningsbasis te corrigeren, wordt het ‘dubbel voordeel’ weggewerkt. Het achterliggende idee voor deze wijziging is ons inziens niet onlogisch: de memorie van toelichting stelt dat men wil vermijden dat een onderneming voor dezelfde O&O-kosten meerdere steunmaatregelen kan cumuleren (Doc. 2522/001 – afdeling 5) .

Belangrijk om op te merken is dat de wet op heden nog niet voorziet in een gelijkaardige beperking bij de IA. Als gevolg kan dit impact hebben op de beoordeling om de keuze te maken voor het onherroepelijke BK of niet, afhankelijk van of het voordeel onder het BK nog de moeite is in vergelijking met IA waarbij de correctie vooralsnog niet geldt.

Voorbeeld

Een onderneming activeert € 80.000 aan O&O-salariskosten. Op deze kosten is in principe € 20.000 bv verschuldigd, waarvan € 16.000 (= € 20.000 × 80%) niet doorgestort wordt. Onder het eenmalige BK, vóór de wetswijziging, was het belastingvoordeel € 2.700 (= € 80.000 × 13,5% × 25%). Aangezien € 16.000 bv-korting nu uit de berekeningsbasis gehaald wordt, daalt het BK tot € 2.160 (= (€ 80.000 - € 16.000) × 13,5% × 25%). Bij een gespreid BK (percentage 20,5%), daalt het totale BK gedurende de hele afschrijvingstermijn van € 4.100 (= € 80.000 × 20,5% × 25%) tot € 3.280 (= (€ 80.000 - € 16.000) × 20,5% × 25%).

Timing

De wetgever wil na het ‘ontdekken’ van deze ‘cumulatie’ deze zo snel mogelijk afschaffen. Volgens de memorie van toelichting loopt de regering immers het risico op de beoordeling als verboden staatssteun binnen de EU.

Als gevolg treedt de maatregel reeds in werking voor een bj. dat afsluit vanaf 01.04.2022. Ondernemingen waarvan het bj. eindigt op 31.12.2022 zullen dus reeds rekening moeten houden met deze nieuwe berekeningsregels.

De recente wetswijziging resulteert in een lagere berekeningsbasis voor het BK voor O&O als de onderneming daarnaast ook gebruikmaakt van de gedeeltelijke vrijstelling bv voor O&O. Als gevolg moet met een nieuwe, bijkomende factor rekening gehouden worden als de verschillende fiscale stimuli inzake O&O afgewogen worden.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878