VZW - BTW - 20.12.2022

Nieuwe regels voor gemengde btw-plichtige VZW’s

Stel dat uw VZW een erkend cultureel centrum is. Voor de organisatie van uw voorstellingen bent u vrijgesteld van de btw, maar voor de inkomsten van uw cafetaria bent u niet vrijgesteld van de btw. Uw VZW is dan een zgn. gemengde btw-plichtige. Vanaf 1 januari 2023 zijn er een aantal belangrijke wijzigingen op til met betrekking tot de btw-aftrekregels voor de gemengde belastingplichtigen, die de zgn. methode van het werkelijk gebruik hanteren om hun btw-aftrek te bepalen. Wat moet u daarover weten?

Gemengde btw-plicht

Waarover gaat het? Een gemengde btw-plichtige is een btw-plichtige die zowel handelingen verricht die recht op aftrek verlenen als handelingen die van de btw vrijgesteld zijn op grond van artikel 44 W.Btw en waarvoor er dus geen recht op aftrek bestaat.

Een gemengde btw-plichtige rekent dus op een deel van zijn prestaties btw aan en op een ander deel niet, hetgeen voor uw VZW mogelijk het geval zal zijn.

Berekening recht op aftrek. Aangezien slechts over een deel van de omzet btw gerekend wordt en een deel van de omzet vrijgesteld is van btw, is er ook slechts een gedeeltelijk recht op aftrek van btw voor uw VZW.

De btw-aftrek van uw VZW zal beperkt worden volgens ofwel (1) de regel van het algemeen verhoudingsgetal, ofwel (2) de regel van het werkelijk gebruik (art. 46 W.Btw; art. 12-21 KB nr. 3) .

Methode van het algemeen verhoudingsgetal

Hoe werkt dat? Het algemeen verhoudingsgetal is een breuk met in de teller de btw-omzet of m.a.w. de omzet die recht geeft op btw-aftrek, en in de noemer de totale omzet, dus inclusief de vrijgestelde omzet.

Is de totale omzet bv. 100 en bestaat 15 ervan uit vrijgestelde handelingen, dan is het algemeen verhoudingsgetal 85/100: slechts 85% van alle btw die u als VZW zelf betaalt, is dan volgens de normale regels aftrekbaar.

Tip. Algemene werkingstoelagen die u als VZW ontvangt, moeten niet in het algemeen verhoudingsgetal opgenomen worden, noch in de teller, noch in de noemer.

Wenst u de methode van het algemeen verhoudingsgetal toe te passen, dan moet u dat als VZW niet vooraf melden aan de Btw-Administratie.

Wat wijzigt er vanaf 1 januari 2023? Voor VZW’s die hun recht op aftrek uitoefenen volgens de methode van het algemeen verhoudingsgetal, verandert er in principe niets.

Bij een eventuele btw-controle kan de Btw-Administratie die methode wel verwerpen en de methode van het werkelijk gebruik opleggen, als ze van mening is dat de toepassing van het algemeen verhoudingsgetal leidt tot ongelijkheden bij de toepassing van de belasting (KB 26.10.2022, BS 10.11.2022, ed. 2, art. 16) .

Methode van het werkelijk gebruik

Hoe werkt dat? Volgens die regel wordt de btw-aftrek toegestaan afhankelijk van de effectieve aanwending van het goed of de dienst (nl. bestemming voor belaste btw-plichtige prestaties of voor vrijgestelde btw-plichtige prestaties).

In ons voorbeeld zou de btw op elke factuur die betrekking heeft op de cafetaria in principe voor 100% aftrekbaar zijn, en is de btw op de facturen met betrekking tot de diensten als cultureel centrum geheel niet aftrekbaar.

De btw-aftrek op goederen en diensten die zowel voor belaste als vrijgestelde prestaties gebruikt worden (zgn. gemengde kosten, bv. algemene onkosten), wordt bepaald op basis van een zgn. bijzonder verhoudingsgetal.

Dat bijzonder verhoudingsgetal kan berekend worden volgens dezelfde formule als het algemeen verhoudingsgetal (zie hierboven) , maar ook op basis van andere criteria, zoals de inzet van personeel voor elk van de prestaties (bv. op basis van time sheets) en de gebruikte oppervlakte (voor onroerende goederen), voor zover die criteria precies, nauwkeurig, objectief en controleerbaar zijn (o.m. HvJ, 08.11.2012, C-511/10, Finanzamt t. BBGK) .

Tot op heden moet u als VZW de Btw-Administratie een schriftelijk verzoek sturen en een formeel akkoord van de Administratie verkrijgen om het werkelijk gebruik te mogen toepassen. Dat verandert nu vanaf 1 januari 2023.

Wat verandert er vanaf 1 januari 2023? Alle VZW’s die kiezen voor de toepassing van de methode van het werkelijk gebruik – en dus ook zij die het werkelijk gebruik nu reeds toepassen – zullen een verklaring bij de Btw-Administratie moeten indienen (art. 15 KB 26.10.2022) . Dat moet gebeuren via formulier e604A (voor startende VZW’s) of e604B (voor bestaande VZW’s).

VZW’s die reeds op 31 december 2022 de methode van het werkelijk gebruik toepassen, moeten dat voor 1 juli 2023 doen. VZW’s die voor het eerst het werkelijk gebruik zullen toepassen, moeten de verklaring indienen vóór het einde van hun eerste aangifteperiode in 2023. U zal als VZW ook bepaalde informatie en documentatie aan de Btw-Administratie moeten verstrekken waaruit blijkt dat de methode van het werkelijk gebruik gerechtvaardigd is en correct toegepast wordt.

En wat na die kennisgeving? Wanneer de Btw-Administratie niet akkoord gaat met de toepassing van de methode van het werkelijk gebruik, kan ze die met retroactieve kracht weigeren via een gemotiveerde beslissing. De btw-aftrek moet dan, in principe, geregulariseerd worden, hetgeen impliceert dat de afgetrokken btw herberekend moet worden volgens de methode van het algemeen verhoudingsgetal.

Als gemengde btw-plichtige VZW heeft u voor het bepalen van de btw-aftrek de keuze tussen de methode van het algemeen verhoudingsgetal en de methode van het werkelijk gebruik. Vanaf 1 januari 2023 zal u als VZW de Btw-Administratie een verklaring moeten bezorgen als u de methode van het werkelijk gebruik wenst toe te passen en zal u die keuze moeten motiveren. De Btw-Administratie kan de toepassing van de methode van het werkelijk gebruik eventueel met retroactieve kracht weigeren.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878