Verzekeraars moeten kanker nog meer vergeten

Het recht op vergeten van een ziekte

Het doel van het recht om een ziekte te vergeten, is om de toegang tot een verzekering te vergemakkelijken voor iemand die aan de ziekte geleden heeft en ondertussen genezen is. Het komt erop neer dat de verzekeraar met de vroegere aandoening geen rekening meer mag houden, wanneer hij de ‘huidige gezondheidstoestand’ bepaalt. De verzekeringnemer moet wel nog melding maken van zijn vroegere ziekte, maar de verzekeraar kan hem vervolgens de polis niet weigeren, noch de aandoening uitsluiten, noch een bijpremie vragen.

Voor kanker en welke ziektes nog?

Het wettelijk recht op vergeten speelt in de eerste plaats voor alle kankeraandoeningen sinds 1 februari 2020. Twee maanden later werd een min of meer gelijkaardige regeling ingevoerd voor bepaalde chronische ziektes, zoals hepatitis, leukemie, mucoviscidose, enz. Min of meer gelijkaardig, omdat er daarvoor soms wel een bijpremie mogelijk is, maar die wordt dan wettelijk beperkt.

Voor welke verzekeringen?

Schuldsaldo... Het wettelijk recht op vergeten bestond tot nog toe enkel voor schuldsaldoverzekeringen bij een hypothecair krediet voor de eigen gezinswoning of bij een beroepskrediet.

... en nu ook arbeidsongeschiktheid. Door een aanpassing van de Verzekeringswet vallen sinds 27 november 2022 ook arbeidsongeschiktheidsverzekeringen onder het toepassingsgebied (wet 30.10.2022, BS 17.11.2022) . De verzekeraars die lid zijn van Assuralia pasten dat al wel toe aan de hand van een gedragscode sinds 1 februari 2022, maar nu staat het dus in de wet ingeschreven. Het geldt dus voor alle verzekeraars en voor alle soorten verzekeringen voor arbeidsongeschiktheid (zowel gewaarborgd inkomen als ongevallen).

Let op! De blijvende arbeidsongeschiktheid die bestaat op het moment van het aangaan van de verzekering voor arbeidsongeschiktheid, mag de verzekeraar wél uitsluiten van de dekking.

Genezen zijn in verzekeringscontext

Begrip. In de context van het recht op vergeten betekent ‘genezen zijn’: de actieve behandeling van de aandoening werd al een bepaalde termijn beëindigd in afwezigheid van een nieuwe opstoot.

Tip. Het spreekt voor zich dat een patiënt zich tot zijn behandelende arts(en) wendt om het een en ander te attesteren op basis van het medisch dossier.

Inkorting van de termijn. De termijn waarbinnen er geen opstoot meer geweest mag zijn, bedroeg tot nog toe tien jaar. De wetswijziging heeft daar sinds 27 november 2022 echter acht jaar van gemaakt, en voor jongeren waarbij vóór hun 21ste kanker vastgesteld is zelfs vijf jaar. Vanaf 1 januari 2025 zal het overigens voor iedereen vijf jaar worden.

Goed om te weten. Voor bepaalde (veel voorkomende) kankers voorziet men, óók vroeger al, in een kortere termijn. Het gaat bv. om één jaar voor borst- of baarmoederhalskanker, drie jaar voor sommige schildklier- en teelbalkankers, enz.