SLECHTE BETALERS - 05.01.2023

Gerechtelijke reorganisatie: hoe de schuldenaar het vuur aan de schenen leggen?

Elke onderneming krijgt er vroeg of laat mee te maken: een van uw klanten zit in financiële moeilijkheden en start een procedure gerechtelijke reorganisatie. Wat houdt zo’n procedure in? Welke vormen kan zo’n procedure aannemen? Hoe behartigt u optimaal uw belangen als schuldeiser/leverancier? En welke stappen kunt u desgewenst ondernemen om het uw schuldenaar lastig te maken?

Preventieve maatregelen

Voorkomen is beter dan genezen

Alvorens een klantenrelatie aan te gaan, doet u er goed aan om enkele zaken in het oog te houden. Controleer (via de beschikbare financiële informatie) de financiële draagkracht van uw klant, maak een duidelijk schriftelijk contract op (minstens goede algemene verkoopsvoorwaarden) en zorg, indien mogelijk, voor zekerheden. Te denken valt aan een borgstelling van de moedervennootschap of de bestuurder, een eigendomsvoorbehoud, een pand op schuldvorderingen, enz. U kunt aldus in een latere gerechtelijke reorganisatie vaak de positie van buitengewoon schuldeiser innemen (wat zoveel betekent als dat de schuldenaar met u zeker rekening zal moeten houden). Daarnaast kunt u er ook voor kiezen om uw klantenvorderingen te verzekeren via een kredietverzekering.

Enkele actiemiddelen

Wanneer gebeurtenissen die leiden tot onbestuurbaarheid van de onderneming of kennelijke tekortkomingen van de schuldenaar of van een van zijn organen de continuïteit van de onderneming of van haar economische activiteiten in gevaar brengen en de gevraagde maatregel van die aard is dat ze die continuïteit kan vrijwaren, kan de voorzitter van de rechtbank op verzoek van de schuldenaar, het openbaar ministerie of van elke belanghebbende een of meer gerechtsmandatarissen aanstellen (art. XX.30 WER) .

U kunt uw klant dus dagvaarden (in kortgeding) of de rechtbank via eenzijdig verzoekschrift vatten om een dergelijke gerechtsmandataris te laten aanstellen. U zal, als eiser, zelf de opdracht die u wenst opgelegd te zien aan de gerechtsmandataris(sen) moeten definiëren: bv. het waarnemen van het bestuur, met uitsluiting van het zittende bestuur, het bemiddelen met werknemers, het verzamelen van informatie, enz. De beschikking van de voorzitter die de gerechtsmandataris aanstelt (indien u gelijk krijgt), verantwoordt en bepaalt nauwkeurig de inhoud en de duur van de opdracht gegeven aan de gerechtsmandataris.

Het openen van een gerechtelijke reorganisatie heeft niet als dusdanig tot gevolg dat de opdracht van de gerechtsmandataris beëindigd wordt. Het vonnis dat de gerechtelijke reorganisatie opent of een later vonnis bepalen in welke mate de opdracht gehandhaafd dan wel gewijzigd of opgeheven moet worden.

Een schuldeiser kan ook, als de schuldenaar of een van zijn organen een kennelijk grove fout begaan heeft, de rechtbank vragen voor de duur van de opschorting een voorlopig bewindvoerder aan te stellen (art. XX.31 WER) . Daarnaast is ook de aanstelling van een voorlopig bewindvoerder op grond van artikel XX.32 WER mogelijk, of van een ondernemingsbemiddelaar met het oog op de voorbereiding en de bevordering van een minnelijk akkoord of van het verkrijgen van het akkoord van de schuldeisers over een reorganisatieplan of van een overdracht onder gerechtelijk gezag (art. XX.36 WER) .

Gerechtelijke reorganisatie

Waarover gaat het?

Een onderneming kan bescherming aanvragen tegen haar schuldeisers via een procedure gerechtelijke reorganisatie. Zolang de rechtbank geen uitspraak gedaan heeft over het verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie, kan de onderneming niet failliet verklaard worden en indien de onderneming een rechtspersoon is, kan die niet gerechtelijk ontbonden worden. Evenmin kan nog enige tegeldemaking van de roerende of onroerende goederen van de onderneming plaatsvinden als gevolg van de uitoefening van een middel van tenuitvoerlegging (beslag) (art. XX.44 WER) .

De procedure wordt beheerst door boek XX van het Wetboek van Economisch Recht. De gerechtelijke reorganisatie kan drie vormen aannemen: de gerechtelijke reorganisatie via minnelijk akkoord (art. XX.65 WER) , de gerechtelijke reorganisatie via collectief akkoord (art. XX.67-XX.83 WER) en de gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag (art. XX.84-XX.96 WER) . Elk van die drie vormen heeft zijn eigen kenmerken.

Collectief akkoord

De vaakst voorkomende vorm is die via collectief akkoord, waarbij de schuldenaar binnen een door de rechtbank bepaalde periode (meestal een drietal maanden) een reorganisatieplan moet uitwerken waarover door de schuldeisers gestemd moet worden. Bij een overdracht onder gerechtelijk gezag worden een of meerdere levensvatbare activiteiten of bedrijfstakken (of, in sommige gevallen, de volledige onderneming), samen met het personeel, onder begeleiding van een gerechtsmandataris overgedragen aan een derde-overnemer, tegen betaling van een prijs. De nadien ‘lege’ onderneming wordt dan vaak failliet verklaard.

Te bezorgen informatie

Wanneer uw klant een gerechtelijke reorganisatie via collectief akkoord aanvraagt, moet hij u in kennis stellen van bepaalde informatie (art. XX.48 WER) en moet hij u de lijst van schuldeisers overmaken (met bedragen). U heeft dan, tot uiterlijk één maand vóór de stemmingszitting, de kans om betwistingen m.b.t. deze schuldvorderingen (zowel die van uzelf, bv. omdat ze opgenomen is voor een te laag bedrag of omdat uw buitengewone positie niet erkend wordt, als die van andere schuldeisers, bv. omdat u het niet eens bent met het buitengewoon karakter) aan de rechtbank voor te leggen (art. XX.49, §2 WER) . De rechtbank bepaalt dan voor welk bedrag elke schuldeiser mag meestemmen.

Reorganisatieplan

De schuldenaar moet ook een reorganisatieplan (met beschrijvend en bepalend gedeelte) neerleggen waarin nauwkeurig de rechten beschreven worden van alle personen die titularis zijn van schuldvorderingen in de opschorting en waarin ook de wijziging van de rechten omschreven wordt die het gevolg zal zijn van de (per hypothese gunstige) stemming en de homologatie. U doet er als schuldeiser goed aan om vrijwillig in de procedure tussen te komen, als procespartij. Dat is niet vereist om te kunnen stemmen, maar wél om inhoudelijk opmerkingen te kunnen formuleren op het reorganisatieplan. De rechtspraak wordt overigens steeds strenger wat betreft de inhoud van een dergelijk plan. De schuldenaar kan zich met andere woorden niet (meer) vergenoegen met enkele algemeenheden, maar moet het plan ook staven aan de hand van actuele cijfers, (realistische) cashflowprognoses, orderboekje, te verwachten uitgaven, enz.

Minimum en dubbele meerderheid

In het reorganisatieplan moet minstens 20% van de schuldvordering in hoofdsom aangeboden worden aan de schuldeisers. Opdeling in categorieën van schuldeisers (met gedifferentieerde behandeling) is mogelijk, maar wordt streng beoordeeld. Het plan is goedgekeurd wanneer een dubbele meerderheid bereikt wordt: de meerderheid van schuldeisers, die ook minstens de helft van alle in hoofdsom verschuldigde bedragen vertegenwoordigen (art. XX.78 WER) . Niet stemmen is dus géén optie indien u het niet eens bent met het plan.

Homologatie

De rechtbank kan de homologatie van het goedgekeurde plan slechts weigeren indien niet aan de pleegvormen voldaan is (d.w.z. wanneer het plan niet tijdig neergelegd werd, wanneer de stemming niet geldig verlopen is, …), of wanneer het plan strijdig is met de openbare orde. Soms krijgt de onderneming een tweede kans om een aangepast plan neer te leggen. Om uw bezwaren daarover te kunnen formuleren, moet u dus ook vrijwillig tussenkomen in de procedure.

  • Via een gerechtelijke reorganisatie zoekt een schuldenaar bescherming tegen zijn schuldeisers.
  • Als schuldeiser beschikt u over een heel arsenaal aan preventieve middelen en actiemiddelen tegen uw schuldenaar, zowel vóór als tijdens de procedure van gerechtelijke reorganisatie. Te denken valt aan de aanstelling van een gerechtsmandataris, een voorlopig bewindvoerder of een ondernemingsbemiddelaar.
  • In een gerechtelijke reorganisatie via collectief akkoord (maar ook via overdracht onder gerechtelijk gezag) doet u er goed aan om vrijwillig tussen te komen in de procedure. Enkel zo kunt u uw inhoudelijke opmerkingen over het plan ter kennis brengen van de rechtbank en kan de homologatie geweigerd worden.
  • Indien u het niet eens bent met het reorganisatieplan, stem dan zeker tegen het plan. Wanneer u zich onthoudt, wordt geen rekening gehouden met u en uw schuldvordering bij het berekenen van de meerderheden.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878