Sinds 01.01.2023 nieuwe regels voor gemengde btw-plichtige!
Bent u een gemengde btw-plichtige?
Omzet met en omzet zonder btw. U bent een gemengde btw-plichtige als u naast een activiteit die onderworpen is aan btw, ook nog een omzet realiseert die vrijgesteld is van btw op grond van artikel 44 W.Btw. Als uw vennootschap naast zijn normale commerciële activiteiten bijvoorbeeld ook een appartement verhuurt voor permanente bewoning, dan is ze een gemengde btw-plichtige. Die verhuuractiviteit is immers vrijgesteld van btw (art. 44, §3, 2° W.Btw) . Hetzelfde geldt voor de advocaat die ook geregeld optreedt als familiaal bemiddelaar (art. 44, §2, 5° W.Btw) . Als advocaat is hij onderworpen aan btw, maar de diensten die hij verricht als bemiddelaar zijn vrijgesteld van btw.
Btw-aftrek: twee berekeningsmethodes
Twee berekeningsmethodes. Om het recht op btw-recuperatie te bepalen, past u ofwel de regel van het algemeen verhoudingsgetal toe, ofwel opteert u voor de regel van het werkelijke gebruik (art. 46 W.Btw; art. 12-21 KB nr. 3) .
Werkelijk gebruik. Opteert u voor het werkelijke gebruik, dan is de btw alleen aftrekbaar als de factuur betrekking heeft op omzet met btw. Voor kosten die op beide soorten omzet betrekking hebben, moet u de aftrek bepalen aan de hand van een bijzonder verhoudingsgetal dat in principe berekend wordt zoals het algemeen verhoudingsgetal, maar u mag ook andere criteria gebruiken zoals timesheets, gebruikte oppervlakte, ...
Algemeen verhoudingsgetal. Het algemeen verhoudingsgetal wordt bepaald door een breuk met in de teller de btw-omzet en in de noemer de totale omzet. Heeft u een totale omzet van 100 waarvan 15Â vrijgestelde omzet is, dan is het algemeen verhoudingsgetal 85/100. Dat houdt dan in dat slechts 85% van alle btw die u zelf betaalt, aftrekbaar is volgens de normale regels.
Wat is er gewijzigd sinds 01.01.2023?
Algemeen verhoudingsgetal. Voor de btw-plichtigen die hun recht op aftrek uitoefenen volgens de methode van het algemeen verhoudingsgetal, verandert er in principe niets. Bij een controle kan de Btw die methode wel verwerpen en de methode van het werkelijke gebruik opleggen, als ze van mening is dat de toepassing van het algemeen verhoudingsgetal leidt tot een te hoge btw-aftrek (nieuw art. 18ter KB nr. 3) .
Werkelijk gebruik. Alle btw-plichtigen die kiezen voor de toepassing van de methode van het werkelijke gebruik moeten een verklaring bij de Btw indienen (art. 18bis KB nr. 3) . Dat moet gebeuren via formulier e604A (voor starters) of e604B (voor bestaande ondernemingen). Wie reeds op 31.12.2022 de methode van het werkelijke gebruik toepast, moet dat vóór 01.07.2023 doen. Degenen die voor het eerst het werkelijke gebruik zullen toepassen, moeten de verklaring indienen vóór het einde van hun eerste aangifteperiode in 2023. Voor een kwartaalaangever is dat dus uiterlijk op 31.03.2023, voor een maandaangever 31.01.2023.
Let op! De Btw kan de toepassing van het werkelijke gebruik retroactief weigeren tot uiterlijk 31.12.2024 als een en ander niet overeenstemt met de werkelijkheid. De btw-aftrek voor de jaren 2023 en 2024 moet dan geregulariseerd worden, hetgeen impliceert dat de afgetrokken btw voor die jaren dan herberekend moet worden volgens de methode van het algemeen verhoudingsgetal. Zorg er dus voor dat uw verklaring goed onderbouwd en gedocumenteerd is.