VZW - BELASTINGEN - 31.01.2023

Wanneer wordt uw VZW onderworpen aan de vennootschapsbelasting?

De meeste VZW’s zijn onderworpen aan de rechtspersonenbelasting. Toch hangt het af van welke activiteiten uw VZW voornamelijk uitoefent om te bepalen welk belastingstelsel van toepassing is. De fiscale wetgeving hanteert immers eigen, objectieve criteria om uit te maken of een VZW aan de vennootschapsbelasting onderworpen is. Wat die criteria zijn, leggen we hieronder uit.

Welke criteria voor vennootschapsbelasting?

Vier criteria. Volgens het Wetboek van de Inkomstenbelastingen (WIB 92) is iedere vennootschap, vereniging, inrichting of instelling die regelmatig opgericht is aan de vennootschapsbelasting onderworpen indien vier criteria vervuld zijn (art. 2 en art. 179 WIB 92) :

  • het bezitten van rechtspersoonlijkheid;
  • in België gevestigd zijn;
  • zich bezighouden met een exploitatie van een onderneming of met verrichtingen van winstgevende aard;
  • als VZW niet onder een van de uitdrukkelijk bepaalde uitzonderingen vallen.

Als uw VZW in België gevestigd is, zal ze dus in principe net zo goed aan de vennootschapsbelasting onderworpen zijn als ‘klassieke’ vennootschappen, wanneer ze zich bezighoudt met ‘de exploitatie of met verrichtingen van winstgevende aard’ en ze niet op een van de uitzonderingen een beroep kan doen.

Exploitatie van een onderneming of verrichtingen van winstgevende aard

Het begrip exploitatie van een onderneming verwijst naar een duurzame, effectieve, actuele uitbating door een zelfstandige economische eenheid die gericht is op het produceren of verhandelen van goederen of het verlenen van diensten. Het gaat m.a.w. om handelingen waarvan de winst in de personenbelasting als beroepsinkomen zou kwalificeren (Comm. IB 179/10) .

Verrichtingen van winstgevende aard verwijzen enerzijds naar verrichtingen die gesteld worden met een winstoogmerk (intentie om winst te maken), maar anderzijds naar verrichtingen zonder winstoogmerk die evenwel gekenmerkt worden door een voortdurende bezigheid, bestaande uit verrichtingen van bv. nijverheidskundige of handelskundige aard die vaak herhaald worden en waarbij nijverheids- of handelsmethoden aangewend worden, zoals het voeren van reclame (Comm. IB 179/11) .

Twee voorbeelden. De bovenstaande omschrijvingen werden door de rechtspraak en de fiscus ontwikkeld en zijn wat omslachtig. Het gaat dan ook telkens om feitenkwesties. Een voorbeeld zal de invulling daarom misschien verduidelijken:

  • Een VZW die tegen betaling outdooractiviteiten organiseert vergelijkbaar met hoe die op de algemene markt aangeboden worden, stelt verrichtingen van winstgevende aard. De VZW werkte immers met een economisch doel, een organisatie, een strategie op termijn en met rationele beheersmethoden die essentieel gebaseerd waren op de begrippen kosten, opbrengsten en rentabiliteit (Gent, 18.03.2014) .
  • Een VZW die (grotendeels) tegen betaling subsidieadvies geeft en helpt bij het uitwerken van subsidieaanvragen, zowel voor bedrijven als voor non-profitorganisaties, exploiteert een onderneming en houdt zich bezig met verrichtingen van winstgevende aard. Het hof van beroep van Gent stelt dat de VZW nijverheids- en handelsmethoden gebruikt, aangezien ze reclame maakt om klanten te werven, optreedt als sponsor en haar werkwijze aanprijst als sterk klant- en doelgericht (Gent, 27.10.2020) .

Let op! Dat uw VZW niet als btw-plichtige erkend is, betekent niet dat ze per definitie van de vennootschapsbelasting uitgesloten is.

Wanneer toch ontsnappen aan de vennootschapsbelasting?

Wettelijke uitzonderingen. Op het uitgangspunt dat uw VZW aan de vennootschapsbelasting onderworpen is, als ze zich bezighoudt met een exploitatie van een onderneming of met verrichtingen van winstgevende aard, bestaan wel een paar belangrijke uitzonderingen die door de wet opgesomd zijn (art. 180, art. 181 en art. 182 WIB 92) .

Uitzondering 1. Bepaalde activiteiten uitgesloten van de vennootschapsbelasting. Als een VZW bepaalde activiteiten uitoefent, is ze hoe dan ook uitgesloten van de vennootschapsbelasting. Het gaat dan om VZW’s die bv. uitsluitend of hoofdzakelijk het verstrekken of het steunen van onderwijs tot doel hebben of uitsluitend of hoofdzakelijk het organiseren van handelsbeurzen of tentoonstellingen tot doel hebben (art. 181 WIB 92) .

Uitzondering 2. Uitzonderijke of bijkomstige verrichtingen van winstgevende aard. Alleenstaande of uitzonderlijke verrichtingen of verrichtingen die bestaan in een bedrijvigheid die slechts bijkomstig op nijverheids- of handelsverrichtingen betrekking heeft of niet volgens nijverheids- of handelsmethoden uitgevoerd worden, worden uitdrukkelijk niet als verrichtingen van winstgevende aard aangemerkt als ze door VZW’s gesteld worden.

Het sporadisch organiseren van een bal waar inkom gevraagd wordt of het inrichten van een tombola is zo bv. een alleenstaande of uitzonderlijke verrichting die niet tot onderwerping aan de vennootschapsbelasting zal leiden (Comm. IB 182/2) .

Een commerciële activiteit die louter bijkomstig is aan het onbaatzuchtige hoofddoel van uw VZW, is evenmin een bedrijvigheid van winstgevende aard. Om te bepalen of daarvan sprake is, wordt nagegaan of de onbaatzuchtige hoofdwerkzaamheid bv. onmogelijk is zonder de uitoefening van de commerciële bedrijvigheid (het ‘verwantschapscriterium’). De Administratie geeft zo het voorbeeld van het uitgeven van publicaties voor het kenbaar maken van de sociale, culturele, e.a. oogmerken van de VZW.

Ook wordt rekening gehouden met het aantal ingezette personen en het belang van de gebruikte materiële middelen. Zo zal een vergelijking gemaakt worden tussen het aantal personen tewerkgesteld in de commerciële activiteit en het aantal personen dat deelneemt aan de onbaatzuchtige werkzaamheid. Eenzelfde vergelijking wordt gemaakt wat betreft de ingezette materiële middelen.

Voorbeeld. In het voorbeeld hierboven trachtte de VZW die subsidieadvies gaf zich te verweren met het argument dat slechts 10% van haar prestaties vergoedingen opleverde. De overige 90% werd zonder vergoeding aangeboden aan entiteiten uit de non-profitsector. Dat maakte voor het hof geen verschil, aangezien de VZW uitsluitend subsidieadvies gaf en er dus geen sprake was van een onbaatzuchtig hoofddoel.

Let op! Sinds de invoering van het nieuwe WVV mag een VZW onbeperkt economische activiteiten ontwikkelen. Die moeten niet meer verplicht bijkomstig zijn aan het belangeloze doel van de VZW.

Hoewel de meeste VZW’s er gemakshalve van uitgaan dat ze aan de rechtspersonenbelasting onderworpen zijn, moet u er rekening mee houden dat toch de vennootschapsbelasting van toepassing zal zijn als uw VZW voortdurend en met commerciële technieken bepaalde activiteiten uitbaat. Uitzonderlijke of bijkomstige commerciële verrichtingen zijn echter geen probleem. Uw VZW mag dus nog gerust een jaarlijkse wafelbak organiseren om middelen op te halen, zonder dat u riskeert aan de vennootschapsbelasting onderworpen te worden.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878