TWEEDE PIJLER - 30.03.2023

Staat er nog een intern IPT op uw balans?

Een bedrijfsleider die tot 65 jaar was blijven werken, werd met een onaangename verrassing geconfronteerd. Op de uitkering van zijn pensioenkapitaal uit een intern IPT (i-IPT) moest hij geen 10%, maar 16,5% belastingen betalen. Hoe komt dat? Wat zijn de voor- en nadelen van zo’n i-IPT? Wat onderneemt u het best als ook u nog zo’n i-IPT op de balans heeft staan?

Interne pensioenvoorziening

Waarover gaat het?

De interne individuele pensioentoezegging was lange tijd een interessant instrument om binnen een vennootschap voor een bedrijfsleider een aanvullend pensioen op te bouwen. U legde dan gewoon een boekhoudkundige reserve aan als pensioenvoorziening. Die reserve kon de vennootschap later uitkeren, zodra de begunstigde met pensioen ging.

Het aanleggen van die voorziening was fiscaal aftrekbaar zolang u de 80%-regel respecteerde. Daarnaast spaarde u op die manier ook de verzekeringstaks (4,4%) en de instapkosten uit, die u wel betaalt wanneer u een premie stort in een externe IPT-verzekering. Ten slotte kon de vennootschap de cash die ze anders in een externe IPT zou moeten storten, gebruiken om haar activiteiten te financieren. Vanzelfsprekend moet de vennootschap dan wel de nodige liquiditeiten opbouwen tegen het moment waarop de bedrijfsleider met pensioen gaat.

Sinds 2012 niet meer toegelaten

Sinds 1 januari 2012 is het verboden om nog intern aan pensioenopbouw te doen en mag de vennootschap daarvoor geen pensioenvoorzieningen meer aanleggen. De voorziening die u op 31 december 2011 in de boeken had staan, mag desgewenst gewoon blijven staan, maar ze mag op geen enkele manier nog verder aangroeien. U mag dus niet alleen niet meer ‘bijstorten’, maar u mag ook op geen enkele manier interest of een inflatiecorrectie toepassen.

Aandachtspunten

Belasting bij uitkering

De uitkering door de vennootschap van zo’n interne pensioenvoorziening wordt in principe belast tegen een vast tarief van 16,5% (art. 515octies WIB 92) , na sociale inhoudingen van 3,55% en eventueel 0% tot 2% solidariteitsbijdragen. Als de verzekeraar het kapitaal uitkeert van een IPT dat de vennootschap opgebouwd heeft door premies te storten, betaalt de begunstigde daarentegen slechts 10% personenbelasting, op voorwaarde dat hij het kapitaal op de wettelijke pensioenleeftijd opneemt en tot die leeftijd beroepsmatig actief gebleven is.

Blijven werken na uw 65ste: opgelet!

Als de bedrijfsleider na zijn 65ste toch actief blijft in de vennootschap, ondanks het feit dat hij dan zijn wettelijk pensioen opneemt, is er een bijkomend probleem. Op dat moment speelt het attractiebeginsel, waardoor de uitkering van het pensioenkapitaal door de vennootschap als een bedrijfsleidersbezoldiging belast wordt (tegen progressieve tarieven) en niet als een uitkering van een pensioenkapitaal (tegen 16,5%). De uitkering van de interne pensioenbelofte verdagen tot op het moment waarop de bedrijfsleider de wettelijke pensioenleeftijd bereikt én zijn mandaat als bestuurder neerlegt, is geen oplossing. De nieuwe wet verplicht voortaan immers een uitkering als de begunstigde met pensioen gaat, zelfs als hij dan verder blijft werken in zijn vennootschap.

Risico’s

De verplichting om een pensioentoezegging uit te keren, betekent dat er op een dag gelden ter beschikking moeten staan om die schuld te betalen. Veel ondernemingen beleggen een deel van hun liquiditeiten om op de eindvervaldag over de middelen te beschikken om de pensioenbelofte te kunnen uitkeren. Beleggen betekent risico nemen en wellicht wil men dat met bedrijfsgelden niet doen. Ondernemen is op zich al risicovol genoeg. Beleggen kost ook tijd en geld, ongeacht of men zelf een portefeuille beheert, dan wel of ze aan een externe beleggingsadviseur toevertrouwd is.

Daarnaast moet u ook rekening houden met het faillissementsrisico. Als er onverhoopt toch iets met uw bedrijf zou gebeuren, worden de activa van het bedrijf en dus ook de opgebouwde pensioenspaarpot gebruikt om de schuldeisers te voldoen. De kans dat er dan nog iets overblijft om het pensioenkapitaal van de bedrijfsleider uit te keren, is klein. Die uitkering kan ook in zo’n situatie trouwens pas bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd gebeuren.

Administratief

Een i-IPT is een contractuele pensioenverbintenis. Er moet dus een overeenkomst opgesteld worden tussen de bedrijfsleider en de vennootschap. Het is géén goed idee om daarmee te wachten tot de pensionering van de betrokkene. Als er ook een uitkering bij vroegtijdig overlijden voorzien is, moet die contractuele pensioenverbintenis in orde zijn op dat moment.

Ook administratief gezien is het beheer van een i‑IPT geen sinecure. De vennootschap is verplicht om het bestaan ervan mee te delen aan Sigedis (art. 60, 3° WIB 92) . Is aan die verplichting niet voldaan, dan vervalt het recht op een fiscaal voordelige behandeling. Sigedis verwerkt die data bv. voor de informatie die op mypension.be terug te vinden is.

Externaliseren

Hoe aanpakken?

U kunt de voorziening ook nu nog externaliseren door ze te storten als een eenmalige koopsom in een levensverzekering, met als verzekerde de bedrijfsleider die de begunstigde van de interne individuele pensioentoezegging was.

Bij zo’n externalisatie bent u vrijgesteld van de premietaks van 4,4% (art. 67 Programmawet, 22.06.2012) en van de Wijninckx-bijdrage. U moet wel kunnen aantonen dat het effectief om een externalisatie van een interne pensioentoezegging gaat en op het moment van de storting moet u de 80%-regel respecteren. Uw makelaar of uw verzekeraar kan dat voor u nagaan.

Op het moment van externalisatie betaalt de begunstigde privé ook geen belastingen. De belasting wordt uitgesteld tot het moment van uitkering van het pensioenkapitaal door de verzekeraar.

Instapkosten

U betaalt bij zo’n externalisatie natuurlijk wel instapkosten, maar het gestorte bedrag geniet vanaf dan een gegarandeerd rendement en eventueel een winstdeelname. Het pensioenkapitaal groeit zo dus, in tegenstelling tot een interne pensioenvoorziening, verder aan. Daarnaast is zo’n externalisatie ook veiliger. U onttrekt het pensioenkapitaal immers aan het bedrijfsrisico, want in geval van faillissement valt het op die manier geëxternaliseerde kapitaal buiten het bereik van de schuldeisers. Of het bedrijf de interne pensioenbelofte ook effectief zal uitkeren, hangt ook af van zijn financiële toestand op dat moment.

Als de vennootschap jaarlijks een bijkomende premie wil storten in het IPT, kunt u met de verzekeraar onderhandelen om de instapkosten op de eenmalige storting bij externalisatie te laten vallen.

Fiscaal

Ten slotte heeft zo’n externalisatie ook een fiscaal voordeel. Als de vennootschap de interne pensioentoezegging uitkeert als de bedrijfsleider 65 wordt, betaalt hij daarop 16,5% belastingen. Als de bedrijfsleider tot zijn 65ste beroepsmatig actief blijft, is de uitkering uit een IPT-verzekering daarentegen slechts belastbaar tegen het tarief van 10%.

Aanvullende dekkingen

Omdat een externe individuele pensioentoezegging een levensverzekering is, zijn een aantal bijkomende dekkingen mogelijk, die niet mogelijk zijn bij een i-IPT. Zo kunt u een verhoogde uitkering bij vroegtijdig overlijden voorzien of een aanvullende verzekering voor het risico invaliditeit.

  • Als u nog een intern IPT op de balans heeft staan, doet u er goed aan om de bedrijfsleider te wijzen op de voordelen van een externalisatie van die pensioentoezegging.
  • Als de vennootschap een interne pensioenvoorziening uitkeert wanneer de bedrijfsleider 65 wordt, betaalt hij daarop 16,5% belastingen. Als hij tot dat moment actief blijft, betaalt hij daarentegen op de uitkering door de verzekeraar van een geëxternaliseerde pensioentoezegging slechts 10%.
  • Als de vennootschap het pensioen uitkeert, terwijl de bedrijfsleider na zijn pensioen nog verder een mandaat uitoefent, wordt die uitkering wegens het attractiebeginsel als een bedrijfsleidersbezoldiging belast. Door de pensioentoezegging te externaliseren, vermijdt u ook dat probleem.
  • Als u een interne pensioentoezegging externaliseert, betaalt u geen premietaks (4,4%) en geen Wijninckx-bijdrage. U betaalt in principe wel instapkosten, maar het pensioenkapitaal groeit nadien ook verder aan door het gegarandeerde rendement en de eventuele winstdeelname. Interne pensioentoezeggingen daarentegen zijn ‘bevroren’ op het niveau van 31 december 2011. In een extern IPT kunt u ook jaarlijks bijkomende stortingen uitvoeren. Dat kan een argument zijn om met de verzekeraar te onderhandelen over de instapkosten.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878